Rechtbank Noord-Nederland, 25-06-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2475, 18/830050-12
Rechtbank Noord-Nederland, 25-06-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2475, 18/830050-12
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 25 juni 2018
- Datum publicatie
- 29 juni 2018
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2018:2475
- Zaaknummer
- 18/830050-12
- Relevante informatie
- Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 57, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 225, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 420bis, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024] art. 420ter
Inhoudsindicatie
Beoordelingskader van bewijslevering (gewoonte)witwassen. Toepassing van het toetsingskader uit het arrest van het Hof Amsterdam van 11 januari 2013, LJN BY8481 nu er in de onderhavige zaak geen direct bewijs voor brondelicten aanwezig is.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830050-12
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 juni 2018 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de inhoudelijke behandeling op de terechtzitting van 14 mei 2018. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. H.P. Eckert, advocaat te Groningen. Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door
mr. D. Homans. Het onderzoek op de terechtzitting is gesloten op 11 juni 2018.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2014, in
de gemeente Hoogezand-Sappemeer en/of in de gemeente Assen en/of elders in
Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft
verdachte tezamen en in vereniging met die medeverdachte(n), althans alleen,
van een of meer voorwerpen, te weten
- een of meer schenkingen, althans geldbedragen tot een totaal van ongeveer
47.000,- euro,
afkomstig van [naam 1] en/of [naam 2] (deelonderzoek 1)
- een of meer loonbetalingen in 2009, althans geldbedragen, tot een totaal
van ongeveer 12.764,- euro, afkomstig van [bedrijf 1]
(deelonderzoek 2)
- een of meer loonbetalingen in 2010, althans geldbedragen, tot een totaal
van ongeveer 46.969,- euro, afkomstig van [bedrijf 1]
(deelonderzoek 2)
- een of meer loonbetalingen in 2011, althans geldbedragen, tot een totaal van
ongeveer 16.439,- euro, afkomstig van [bedrijf 2] (deelonderzoek 2)
de werkelijke aard en/of herkomst verborgen en/of verhuld, terwijl hij,
verdachte en/of verdachte's medeverdachte(n), wist(en) dat die/dat
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit het
misdrijf;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2014, in
de gemeente Hoogezand-Sappemeer en/of in de gemeente Assen en/of elders in
Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, tezamen en in vereniging
met een of meer anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een
gewoonte heeft gemaakt, immers heeft verdachte tezamen en in vereniging met
die andere medeverdachte(n), althans alleen, een of meer voorwerpen, te weten
- een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 1.115.527,- euro,
zijnde het onverklaarbare verschil tussen uitgaven en vastgestelde (legale)
inkomsten
- de woning [straatnaam] te [woonplaats] , een of meer auto's (van het merk Mercedes
Benz), een jetski, een sloep
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van (een of
meer van) genoemd(e) voorwerp(en), gebruik gemaakt, terwijl verdachte en/of
verdachte's medeverdachte(n) (telkens) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf;
3.
hij in of omstreeks de maand april 2012, in de gemeente Groningen, althans in
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
gebruik heeft gemaakt of doen maken van een vals of vervalst geschrift, te
weten een "verkoop overeenkomst paard", - zijnde een geschrift dat bestemd was
om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en
onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemd geschrift door of namens
verdachte en/of zijn medeverdachte(n) als productie 19 is ingebracht bij (de
griffie van) de arrondissementsrechtbank te Groningen ter ondersteuning en/of
onderbouwing van een door of namens verdachte en/of zijn medeverdachte
ingediend klaagschrift ex. artikel 552a SV en
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in/op genoemd geschrift in
strijd met de waarheid was aangegeven/opgenomen dat - zakelijk weergegeven -
verdachte op 30 september 2009 een paard met chipnummer [nummer] had
verkocht aan [naam 3] van [bedrijf 3] voor een bedrag van euro
39300.00 en/of welke verkoop tot stand was gekomen door bemiddeling van K.
[medeverdachte 2], en/of welk geschrift was voorzien van verdachte's handtekening en/of
de handtekening van die [medeverdachte 2] en/of de handtekening van die [naam 3] ,
althans een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van verdachte
en/of van die [medeverdachte 2] en/of van die [naam 3] ;
4.
hij in of omstreeks de maand april 2012, te Groningen, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt of doen maken
van (een) vals(e) of vervalst(e) kwitanties, - (elk) zijnde een geschrift dat
bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat
geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst,
bestaande dat gebruikmaken en/of dat doen gebruikmaken hierin dat genoemd(e)
kwitanties(s) door of namens verdachte en/of zijn medeverdachte(n) als
productie(s) 20(2) en 20(4) zijn/is ingebracht bij (de griffie van) de
arrondissementsrechtbank te Groningen ter ondersteuning en/of onderbouwing
van een door of namens verdachte en/of verdachte's medeverdachte(n) ingediend
klaagschrift ex. artikel 552a SV, en
bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat
- in/op (een van) genoemde kwitantie(s), in strijd met de waarheid, was
vermeld dat - zakelijk weergegeven - een persoon, genaamd [naam 4] op 3 april
2009 een bedrag van 3.000,- euro had ontvangen van verdachte voor de verkoop
van Paard [naam paard 1] , [nummer] aan verdachte, terwijl die kwitantie was voorzien
van verdachte's handtekening en de handtekening van die [naam 4] , althans een
handtekening die door moest gaan voor de handtekening van die van verdachte en
en/of van die [naam 4]
- in/op (het ander van) genoemde kwitantie(s), in strijd met de waarheid, was
vermeld dat - zakelijk weergegeven - verdachte op 6 november 2009 een bedrag
van 13.000,- euro had ontvangen van een persoon, genaamd [naam 4] , voor de
aankoop van Paard [naam paard 1] , [nummer] door genoemde [naam 4] , terwijl die
kwitantie was voorzien van verdachte's handtekening en de handtekening van die
[naam 4] , althans een handtekening die door moest gaan voor de handtekening van
die van verdachte en/of van die [naam 4] .
Voor zover in de tenlastelegging – kennelijke – taal- en/of schrijffouten voorkomen, worden deze geacht te zijn verbeterd. Zo zal de rechtbank de zinsnede “1.115.527,- euro”, lezen als “€ 1.115.641,--”. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.