Rechtbank Noord-Nederland, 10-07-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2629, AWB LEE - 16 _ 4752
Rechtbank Noord-Nederland, 10-07-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:2629, AWB LEE - 16 _ 4752
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 10 juli 2018
- Datum publicatie
- 11 juli 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2018:2629
- Zaaknummer
- AWB LEE - 16 _ 4752
Inhoudsindicatie
De maatschap tussen eiser en zijn medevennoot wordt ontbonden, en direct weer aangegaan tussen dezelfde maten, met een wijziging in de winstverdeling. Eiser verkrijgt hierdoor (onder meer) 1% van de economische eigendom van het erf, de bedrijfsgebouwen, opstallen en erfverharding. In geschil is of de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, letter e van de WBR van toepassing is op deze verkrijging.
De rechtbank oordeelt dat de vrijstelling toepassing vindt. Naar het oordeel van de rechtbank is na de ontbinding nog steeds sprake van een subjectieve onderneming, zodat er nog steeds sprake is van ‘inbreng van een onderneming in een vennootschap’ in de zin van de vrijstellingsbepaling.
Uit de wetsgeschiedenis leidt de rechtbank voorts af dat met de vrijstellingsbepaling beoogd is de heffing van overdrachtsbelasting geen belemmerende factor te laten zijn voor het oprichten van vennootschappen die geen in aandelen verdeeld kapitaal hebben, en dat heffing eerst aan de orde komt bij de verdeling of vereffening in de gevallen als omschreven in artikel 15, eerste lid, letter f, van de WBR. De rechtbank oordeelt dat de strekking van de vrijstellingsbepaling zich niet verzet tegen toepassing in de onderhavige situatie, nu vast staat dat een nieuwe maatschap is aangegaan met de inbreng van een onderneming door eiser.
Tot slot oordeelt de rechtbank dat fiscale herkwalificatie geen toepassing kan vinden op de onderhavige situatie, nu verweerder niet het standpunt heeft ingenomen dat er sprake is van fraus legis.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 16/4752
(gemachtigden: mr. A. Verduijn RB en mr. C.G. van Laarhoven RB),
en
(gemachtigden: [gemachtigde van verweerder] en [gemachtigde van verweerder] ).
Procesverloop
Eiser heeft op 28 december 2015 een bedrag van € 322 aan overdrachtsbelasting op aangifte voldaan.
Bij uitspraak op bezwaar van 26 oktober 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 december 2017. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
Eiser exploiteert sinds 19 februari 1997 in maatschapsverband een akkerbouwbedrijf te [woonplaats] . De maatschap wordt gevormd door de maten [eiser] en [medevennoot] .
Bij overeenkomst opgemaakt en ondertekend op 25 september 2015 te [woonplaats] is opgenomen dat de maatschap met ingang van 1 mei 2013 is ontbonden. Bij dezelfde overeenkomst is eveneens een nieuwe maatschap aangegaan. Beide maten hebben hun deelgerechtigdheid in het vermogen van de ontbonden maatschap ingebracht in de nieuwe maatschap. Bij het aangaan van de nieuwe maatschap is de winstverdeling gewijzigd.
De inhoud van de overeenkomst van de genoemde overeenkomst (1.2) luidt voor zover van belang als volgt:
‘OVEREENKOMST
tot wijziging winstverdeling met ontbinding en inbreng
Ondergetekenden,
1, [eiser] , geboren op [geboortedatum] , hierna te noemen: vennoot sub 1 ;
2. [medevennoot] , geboren op [geboortedatum] , hierna te noemen: vennoot sub 2 ;
Op huwelijkse voorwaarden gehuwde echtgenoten, wonende aan [adres] , [postcode] te [woonplaats] , hierna gezamenlijk te noemen: de vennoten ,
in aanmerking nemende:
dat de vennoten voor gezamenlijke rekening een onderneming exploiteren -welk samenwerkingsverband hierna wordt genoemd: de maatschap-, ten doel hebbende de exploitatie van een akkerbouwbedrijf, gevestigd te [woonplaats] ;
dat bepalingen en voorwaarden met betrekking tot deze maatschap zijn vastgelegd in een akte, ondertekend op 19 februari 1997;
dat de vennoten thans zijn gerechtigd tot de winsten van de maatschap in de verhouding 50% - 50%, welke verhouding mede geldt voor de gerechtigdheid van ieder van de vennoten in de stille reserves in de tot het maatschapsvermogen behorende vermogensbestanddelen;
dat de vennoten met ingang van 1 mei 2013 een wijziging zijn overeengekomen van deze winstverdeelsleutel;
dat de vennoten hierbij hetgeen zij al eerder zijn overeengekomen, schriftelijk vastleggen;
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Ontbinding en aangaan maatschap
Ontbinding
De tussen de vennoten bestaande maatschap is met ingang van 1 mei 2013 ontbonden.
Aangaan nieuwe maatschap
De vennoten zijn met ingang van 1 mei 2013 een nieuw samenwerkingsverband aangegaan, hierna eveneens aan te duiden als ‘maatschap’, welke maatschap ten doel heeft: de voortzetting van de onderneming zoals die door de ontbonden maatschap werd geëxploiteerd.
De bepalingen en voorwaarden met betrekking tot de nieuwe maatschap zijn gelijk aan de bepalingen en voorwaarden zoals die golden ten aanzien van de ontbonden maatschap, behoudens de hierna opgenomen bepalingen.