Rechtbank Noord-Nederland, 05-11-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:4480, AWB LEE - 19 _ 132
Rechtbank Noord-Nederland, 05-11-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:4480, AWB LEE - 19 _ 132
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 5 november 2019
- Datum publicatie
- 28 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2019:4480
- Zaaknummer
- AWB LEE - 19 _ 132
Inhoudsindicatie
Bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2016 is verweerder afgeweken van de aangifte van eiser. Verweerder heeft bij het vaststellen van de aanslag een correctie toegepast wegen privégebruik van een bestelauto. Eiser heeft na het inruilen van zijn oude bestelauto geen nieuwe verklaring 'uitsluitend zakelijk gebruik' afgegeven. De bestelauto is ook niet naar aard en inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor goederenvervoer. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 19/132
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 5 november 2019 in de zaak tussen
(gemachtigde: [gemachtigde eiser] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).
Procesverloop
Verweerder heeft voor het jaar 2016 met dagtekening 16 maart 2018 aan eiser een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 73.684. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 130 aan belastingrente in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar van 4 december 2018 heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar uitsluitend een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 71.943. De belastingrente heeft verweerder verminderd tot € 98.
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2019. Eiser en zijn gemachtigde zijn – zonder bericht van verhindering – niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand verweerder] .
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
Eiser is geboren op [geboortedatum] .
Eiser drijft een onderneming ( [activiteit 1] ) in de vorm van een eenmanszaak. Hiernaast heeft eiser tot en met 2016 een onderneming gedreven die zich richtte op [activiteit 2] .
Eiser heeft begin 2012 aan verweerder een ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ afgegeven, voor de bestelauto met kenteken [kenteken 1] . Verweerder heeft met dagtekening 29 februari 2012 aan eiser de ontvangst van deze verklaring bevestigd. Voor zover hier van belang bevat deze brief de volgende tekst:
“Op 17 januari 2012 ontving ik uw Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto voor de bestelauto met kenteken [kenteken 1] . Ik heb de verklaring geregistreerd met ingangsdatum 12 januari 2012. Uw Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto is geldig voor onbepaalde tijd.
Wat betekent dit voor u?
U hoeft vanaf 12 januari 2012 geen rittenregistratie bij te houden.
(…)