Home

Rechtbank Noord-Nederland, 26-02-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:718, AWB - 16 _ 1638, AWB - 16_1639, AWB - 16 _ 1640

Rechtbank Noord-Nederland, 26-02-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:718, AWB - 16 _ 1638, AWB - 16_1639, AWB - 16 _ 1640

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
26 februari 2019
Datum publicatie
7 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2019:718
Zaaknummer
AWB - 16 _ 1638, AWB - 16_1639, AWB - 16 _ 1640

Inhoudsindicatie

OB. Eiseres is een stichting die onder meer tot doel heeft het bevorderen, in stand houden en waar noodzakelijk verbeteren van de kwaliteit van de musea in de provincie [X]. Voor deze activiteiten is een subsidie aangevraagd. Eiseres stelt dat deze subsidie is verleend aan de individuele musea, verweerder stelt daarentegen dat de subsidie is verleend aan eiseres. Tussen partijen is in geschil of eiseres diensten onder bezwarende titel heeft verricht aan de individuele musea. De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij prestaties heeft verricht onder bezwarende titel als bedoeld in de Wet OB. Naar het oordeel van de rechtbank staat echter het vertrouwensbeginsel wel in de weg aan de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 en de naheffingsaanslag over het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2013. De rechtbank vernietigt beide naheffingsaanslagen. Beroep gegrond.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 16/1638, LEE 16/1639 en LEE 16/1640

uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 26 februari 2019 in de zaak tussen

(gemachtigde: [gemachtigde eiseres] ),

en

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.

Procesverloop

Naheffingsaanslag F.01.1501 (16/1640)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.1501, opgelegd in de omzetbelasting (hierna: OB) ten bedrage van € 7.648. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 25 juli 2013. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 406 aan heffingsrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 24 juni 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De beschikking heffingsrente is verminderd tot een beschikking vastgesteld naar een bedrag van € 262.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1640.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Naheffingsaanslag F.01.3501 (16/1639)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2013 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.3501, opgelegd in de OB ten bedrage van € 26.444. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 25 juli 2013. Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 117 aan belastingrente in rekening gebracht.

Bij uitspraak op bezwaar van 24 juni 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De beschikking belastingrente is verminderd tot een beschikking vastgesteld naar een bedrag van € 110.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1639.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Naheffingsaanslag F.01.3241 (16/1638)

Verweerder heeft voor het tijdvak 1 april 2013 tot en met 30 juni 2013 aan eiseres een naheffingsaanslag, met aanslagnummer F.01.3241, opgelegd in de OB ten bedrage van € 2.469. Deze naheffingsaanslag is gedagtekend 26 september 2013.

Bij uitspraak op bezwaar van 11 maart 2016 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.

Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld. De rechtbank heeft dit beroep geregistreerd onder het zaaknummer 16/1638.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Zaaknummers 16/1638 tot en met 16/1640

Bij brief van 18 december 2018 heeft de rechtbank eiseres verzocht om een aantal stukken en een toelichting. Eiseres heeft voorafgaand aan het onderzoek ter zitting op dit verzoek gereageerd. De rechtbank heeft de stukken van eiseres aan verweerder doorgezonden.

Het onderzoek ter zitting in bovenstaande zaken heeft plaatsgevonden op 9 januari 2019. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, bijgestaan door [accountant eiseres] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [naam] . Eiseres heeft ter zitting een pleitnotitie voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder. De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling het onderzoek gesloten.

De rechtbank heeft bij brief van 23 januari 2019 het onderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen om kennis te nemen van de tijdens de zitting door eiseres overgelegde brief van de provincie [X] met dagtekening 14 februari 2011.

Bij brief van 28 januari 2019 heeft verweerder aangegeven dat hij er geen bezwaar tegen heeft dat de rechtbank deze brief aan het dossier toevoegt. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Feiten

1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.

1.1.

Eiseres is op 9 december 2009 opgericht en heeft blijkens artikel 2 van de statuten als statutaire doelstelling:

‘a. het bevorderen, in stand houden en waar noodzakelijk verbeteren van de kwaliteit van de musea in [X] in de ruimste zin,

b. het aanspreekpunt zijn voor de provinciale overheid op het gebied als hiervoor omschreven,

c. het aanbieden van diensten aan participanten van de stichting;

d. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.’

1.2.

In de statuten van eiseres is, voor zover van belang, voor het overige het volgende vermeld:

‘DEFINITIE

Participant een museum in de provincie [X] dat zich betrokken voelt bij de stichting en daarnaast zelf of namens haar een aantoonbare bijdrage levert of doet leveren aan het doel van de stichting;

(…)

De stichting kent naast het bestuur het volgende orgaan. de vergadering van participanten.

BESTUUR: SAMENSTELLING, WIJZE VAN BENOEMEN

Artikel 3

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van te minste drie bestuurders

  2. De bestuurders worden benoemd, ontslagen en geschorst door het bestuur, met dien verstande dat één bestuurder wordt benoemd op voordracht van de vergadering van participanten. Van deze voordracht kan slechts worden afgeweken bij bestuursbesluit, genomen bij unanimiteit van het aantal in functie zijnde bestuurders. In het geval van afwijken van de voordracht is de vergadering van participanten bevoegd een nieuwe voordracht te doen.

Artikel 4

Artikel 9

BIJLAGE

Beslissing

Rechtsmiddel