Rechtbank Noord-Nederland, 04-02-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:391, AWB_LEE_18-3434
Rechtbank Noord-Nederland, 04-02-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:391, AWB_LEE_18-3434
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 4 februari 2020
- Datum publicatie
- 5 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2020:391
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2021:6064, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB_LEE_18-3434
Inhoudsindicatie
Aardbevingsschade. In geschil is of eiseres recht heeft op een vergoeding van haar proceskosten in de bezwaarfase en meer specifiek of de bestreden beschikking is herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de vereiste normale zorgvuldigheid betracht.
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 18/3434
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde] ).
Procesverloop
Bij besluit van 28 februari 2018 heeft verweerder op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] (de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2017, vastgesteld voor het kalenderjaar 2018 op € 200.000.
Bij uitspraak op bezwaar van 27 september 2010, verzonden op 27 september 2018, heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij de waarde verminderd tot € 194.000.
Eiseres heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 oktober 2019. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] als waarnemer van gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan [naam 2].
De zitting is vervolgens geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen de zaak bij wijze van een compromis op te lossen. Ter zitting is met partijen afgestemd dat ingeval geen overeenstemming wordt bereikt, de rechtbank zonder nadere zitting uitspraak zal doen.
Na schorsing van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank op 24 oktober 2019 van beide partijen bericht ontvangen dat geen compromis is bereikt. Daarop heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
De onroerende zaak is een geschakelde woning met een inhoud van 300 m³. De onroerende zaak heeft een kaveloppervlakte van ongeveer 435 m².
Bij brief van 17 november 2017 verzoekt verweerder eiseres om mogelijke aardbevingsschade te melden. De inhoud van de brief luidt onder andere als volgt:
"Binnen onze gemeente hebben wij helaas te maken met aardbevingen als gevolg van gaswinning in onze provincie. Veel inwoners hebben schade aan hun woning en/of bedrijfspand. Dat geldt mogelijk ook voor u. Deze schade is van invloed op de hoogte van de WOZ-waarde van uw pand. Met die schade houden wij rekening bij de bepaling van de hoogte van de onroerend zaakbelasting die u verschuldigd bent. Daarvoor is het wel zaak dat u die schade meldt. Hoe dat moet staat in deze brief.