Home

Rechtbank Noord-Nederland, 20-02-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:753, AWB LEE - 19 _ 864 t/m 19 _ 868 en 20 _ 451 t/m 20 _ 452

Rechtbank Noord-Nederland, 20-02-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:753, AWB LEE - 19 _ 864 t/m 19 _ 868 en 20 _ 451 t/m 20 _ 452

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
20 februari 2020
Datum publicatie
24 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:753
Zaaknummer
AWB LEE - 19 _ 864 t/m 19 _ 868 en 20 _ 451 t/m 20 _ 452

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft de bezwaarschriften van eiseres niet-ontvankelijk verklaard omdat deze te laat ingediend zijn. Eiseres stelt dat zij de aanslagen nooit ontvangen heeft. In geschil is of de aanslagen op de juiste wijze bekend zijn gemaakt.

Eiseres heeft in beroep een brief overgelegd waarmee zij in december 2014 een adreswijziging heeft doorgegeven aan verweerder. Op de brief zit een ontvangststempel van de Belastingdienst Prinsenhof Den Haag. Verweerder heeft deze brief niet in zijn systemen staan, en de ontvangst ervan betwist.

De rechtbank acht de verklaringen van de vertegenwoordiger van eiseres geloofwaardig, en gaat er van uit dat de brief met de adreswijziging op 4 december 2014 door verweerder ontvangen is. De rechtbank acht ook geen concrete feiten en omstandigheden aanwezig die erop wijzen dat de brief vervalst is, of achteraf is opgemaakt. De rechtbank oordeelt dat eiseres met de brief op voldoende duidelijke wijze een gewenste adressering heeft doorgeven aan verweerder. Verweerder heeft de aanslagen naar een ander adres gestuurd, en dus niet op de juiste manier bekend gemaakt. Gelet daarop zijn de bezwaarschriften van eiseres wel ontvankelijk.

Uitspraak

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 19/864 t/m LEE 19/868, LEE 20/451 en LEE 20/452

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak en de tussenuitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 20 februari 2020 in de zaak tussen

en

(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).

Procesverloop

Het beroep is gericht tegen de 5 afzonderlijke uitspraken op bezwaar van verweerder van 10 september 2018 op de 5 afzonderlijke bezwaarschriften van eiseres tegen de aan haar opgelegde navorderingsaanslagen in de vennootschapsbelasting (vpb) over de jaren 2008, 2009, en de aanslagen over de jaren 2010, 2011 en 2012. Het beroep richt zich ook tegen de bij de aanslag 2011 gegeven boetebeschikking, en de bij de aanslag 2012 gegeven belastingrentebeschikking. Het beroep richt zich – voor zover nodig – ook tegen de impliciete verliesvaststellingsbeschikking van nihil over 2012.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 februari 2020. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door [vertegenwoordiger eiseres] , één van haar bestuurders, die daartoe is gemachtigd door de andere bestuurders. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De zaken zijn gezamenlijk behandeld.

De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting in de zaken LEE 19/864 t/m LEE 19/868 gesloten en onmiddellijk daarna de mondelinge uitspraak verdaagd voor de duur van 2 weken, onder aanzegging aan partijen van het tijdstip van de uitspraak.

In verband met de toepassing van de doorzendverplichting van artikel 6:15, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft de rechtbank twee nieuwe zaaknummers aangemaakt, te weten LEE 20/451 en LEE 20/452.

Beslissing

in de zaken LEE 19/864 en LEE 19/865 (2008 en 2009)

De rechtbank:

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar;

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338 aan eiseres te vergoeden en

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 72,16.

in de zaken LEE 19/866, 19/867 en 19/868 (2010, 2011 en 2012)

De rechtbank:

- verklaart de beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar;

- draagt verweerder op binnen 6 weken nadat deze uitspraak gezag van gewijsde heeft gekregen, een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak.

Aan de uitspraak in de zaken LEE 19/866, 19/867 en 19/868 hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van het proces-verfbaal van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist.

Tussenbeslissing

in de zaken LEE 20/451 en LEE 20/452 (2008 en 2009)

De rechtbank:

- verklaart de beroepen ontvankelijk;

- schorst het onderzoek ter zitting;

- bepaalt dat het vooronderzoek zal worden hervat en

- geeft partijen de opdracht om de rechtbank na afloop van de bezwaarprocedure over de jaren 2010, 2011 en 2012 te berichten..

Gronden

Rechtsmiddel