Rechtbank Noord-Nederland, 22-07-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:3626, AWB - 20 _ 2302
Rechtbank Noord-Nederland, 22-07-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:3626, AWB - 20 _ 2302
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 22 juli 2021
- Datum publicatie
- 26 augustus 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2021:3626
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 2302
Inhoudsindicatie
informatiebeschikking horeca
Uitspraak
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 20/2302, 20/2303, 20/2304 en 20/2305
(gemachtigde: [gemachtigde eisers] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde eisers] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde eisers] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde eisers] ),
en
(gemachtigde: [gemachtigde verweerder] ).
Procesverloop
(20/2302)
Verweerder heeft met dagtekening 4 december 2019 aan [de VOF] een informatiebeschikking gegeven met betrekking tot de aangiften omzetbelasting (OB) voor het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017.
(20/2303)
Verweerder heeft met dagtekening 4 december 2019 aan [vennoot 1] een informatiebeschikking gegeven met betrekking tot de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2014 tot en met 2017.
(20/2304)
Verweerder heeft met dagtekening 4 december 2019 aan [vennoot 2] een informatiebeschikking gegeven met betrekking tot de aangiften IB/PVV voor de jaren 2014 tot en met 2017.
(20/2305)
Verweerder heeft met dagtekening 4 december 2019 aan [vennoot 3] een informatiebeschikking gegeven met betrekking tot de aangiften IB/PVV voor de jaren 2014 tot en met 2017.
Bij uitspraken op bezwaar van 9 juli 2020 heeft verweerder de bezwaren van eisers gegrond verklaard.
De informatiebeschikking van [de VOF] is zodanig aangepast dat deze betrekking heeft op de aangiften OB over het tijdvak 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017.
Aan [de VOF] is een proceskostenvergoeding van € 762 gegeven.
De informatiebeschikkingen van [vennoot 1] , [vennoot 2] en [vennoot 3] zijn zodanig aangepast dat deze betrekking hebben op de aangiften IB/PVV over de jaren 2015 tot en met 2017.
Eisers hebben tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 juni 2021.
[vennoot 2] en [vennoot 3] zijn, mede namens de overige eisers, verschenen bijgestaan door hun gemachtigde en [bijstand] . Namens verweerder zijn verschenen zijn gemachtigde, bijgestaan door [bijstand] .
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Overwegingen
Feiten
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
[vennoot 1] is geboren op [datum] 1960 en gehuwd met [vennoot 3] , die is geboren op [datum] 1965. [vennoot 2] is hun zoon en is geboren op [datum] 1989.
[vennoot 1] en [vennoot 3] zijn in 1994 een vennootschap onder firma met elkaar aangegaan: [de VOF] (de v.o.f.) met als doel de uitoefening van een cafetariabedrijf ( [cafetariabedrijf] ). Op 12 maart 2014 is [vennoot 2] met ingang van 1 november 2013 tot de v.o.f. toegetreden. De v.o.f. oefende toen het cafetariabedrijf, [cafetariabedrijf] , uit, alsmede een restaurantbedrijf ( [restaurantbedrijf] , hierna ook: [restaurantbedrijf] ).
In [restaurantbedrijf] worden naast de exploitatie van een restaurant op bescheiden schaal souvenirs verkocht. De leiding van het restaurant/de souvenirwinkel berust bij [vennoot 2] . [cafetariabedrijf] is een luxe snackbar waar [vennoot 3] de leiding heeft. De twee eetgelegenheden zijn [gevestigd] in [vestigingsplaats] , maar zijn overigens volledig zelfstandig. Er is geen gezamenlijke in- of verkoop en personeel wordt niet uitgewisseld. In beide eetgelegenheden wordt een relatief groot deel van de omzet contant betaald.
In de periode waar de informatiebeschikkingen op zien, 2015 – 2017, werden bij [restaurantbedrijf] twee verschillende kassasystemen gebruikt. Voor al deze kassasystemen werd dezelfde werkwijze gehanteerd. Het personeel bij [restaurantbedrijf] voerde bestellingen van klanten in de kassa in. Uit de kassa kwam een bon voor de keuken en een bon voor de bar, zodat de keuken en de bar wisten wat ze klaar moeten maken. Het personeel rekende vervolgens via de kassa af. Hoewel beide bij [restaurantbedrijf] in onderhavige periode gebruikte kassasystemen wel die optie hadden, waren zij niet gekoppeld aan het pinapparaat. Hierdoor registreerde het kassasysteem niet automatisch of een klant per pin of contant betaalde. Het personeelslid dat afrekende moest dit handmatig op de kassa aanslaan. Fooien die per pin werden betaald, werden in contanten uit de kassa gehaald. De fooien werden niet geadministreerd. Eén keer per maand, bij de loonbetaling, werd de inhoud van de fooienpot onder de medewerkers verdeeld. Aan het einde van de dag maakte [vennoot 2] op de kassa een zogeheten Z-afslag. Het kasgeld werd geteld. Kasverschillen werden niet inzichtelijk gemaakt en niet vastgelegd in de administratie. De detailgegevens van de kassa zijn tot 10 februari 2017 niet bewaard gebleven.
Volgens de bankafschriften zijn voor [restaurantbedrijf] de volgende bedragen als pinbetaling ontvangen:
2015: € 418.103
2016: € 490.325
2017: € 540.799
en volgens de administratie van [restaurantbedrijf] zijn de volgende bedragen ontvangen als
pinbetaling:
2015: € 449.620
2016: € 514.205
2017: € 567.032.
De netto-omzet van [restaurantbedrijf] bedraagt volgens de jaarrekeningen in
2015: € 696.999
2016: € 785.704
2017: € 826.956.
In de periode waar de informatiebeschikkingen op zien, 2015 – 2017, werd bij [cafetariabedrijf] hetzelfde kassasysteem gebruikt met één kassa. Dit kassasysteem was niet aangesloten met backoffice software. De kassa was niet gekoppeld met het pinapparaat. Detailgegevens van de kassa zijn niet bewaard gebleven. Aan het einde van de dag maakte [vennoot 3] op de kassa een zogeheten Z-afslag. Het kasgeld werd geteld. Kasverschillen werden niet inzichtelijk gemaakt en niet vastgelegd in de administratie. Van de kascontroles zijn geen bescheiden opgemaakt.
Voor [restaurantbedrijf] en voor [cafetariabedrijf] zijn de voorraden op balansdatum geschat en zijn er geen tellijsten gemaakt. Volgens de jaarrekeningen van [restaurantbedrijf] bedroeg de voorraad uitgesplitst naar keuken en drank als volgt:
keuken drank
Per 1 januari 2015 € 1.500 € 2.250
Per 31 december 2015 € 1.500 € 2.500
Per 31 december 2016 € 1.500 € 2.500
Per 31 december 2017 € 1.500 € 2.500
Volgens de jaarrekeningen van [cafetariabedrijf] bedroeg de voorraad uitgesplitst naar cafetaria en rookwaren als volgt:
cafetaria rookwaren
Per 1 januari 2015 € 2.500 € 135
Per 31 december 2015 € 2.500 € 934
Per 31 december 2016 € 2.500 € 500
Per 31 december 2017 niet gesplitst: € 3.000 in totaal.
Bij [vennoot 1] is een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 1993 tot en met 1995 en de aangiften OB voor het tijdvak 1 oktober 1993 tot en met 31 december 1995. [vennoot 1] exploiteerde in die periode [cafetariabedrijf] in de vorm van een eenmanszaak. De uitkomsten van het boekenonderzoek zijn in een rapport vastgelegd, waarin onder meer is opgenomen:
“3.1.1. Kasverantwoording/geldbeweging
Door belastingplichtige wordt een kasboek bijgehouden en wordt dagelijks bijgewerkt. De omzet wordt geboekt aan de hand van de Z-totalen van de kassa. De kassa wordt dagelijks afgeslagen.
Deze totaal-uitslagen zijn bij de boekhouding bewaard gebleven. De kruisposten worden geboekt evenals de privé-opnamen. Maandelijks wordt de kas afgesloten en gecontroleerd.
Betaalcheques en girobetaalkaarten zijn wel begrepen in de kasontvangsten.
De kassa heeft de mogelijkheid de ontvangsten in te delen naar verschillende omzetgroepen. De belastinglichtige maakt wel gebruik van de mogelijkheid. De ontvangsten werden in de onderzochte jaren gesplitst in ijs, snacks/fris, bier en sigaretten. Ten tijde van de controle was een nieuwe kassa aanwezig. Dit betreft een PLU-kassa. De ontvangsten worden thans gesplitst In zeven groepen. Met name de snacks en frisdranken worden nu apart aangeslagen.
Bewaarplicht Z-totalen/kassarollen
In de brief van 13 april 1994 van de klantmanager aan de accountant is onder punt 2a opgenomen, dat er ter zijner tijd specifieke afspraken kunnen worden gemaakt met betrekking tot de bewaarplicht van de kassarollen.
Ik heb met belastingplichtige afgesproken, dat deze bescheiden in ieder geval zes jaren
bewaard moeten worden.
(…)
6. Slotopmerkingen
Het onderzoek geeft geen aanleiding tot correcties.
ik heb met belastingplichtige de volgende afspraken gemaakt:
- de Z-totalen en de kassarollen zullen in ieder geval 6 jaren worden bewaard.”
In de aan eisers gegeven informatiebeschikkingen is onder meer het volgende opgenomen:
“De administratie is niet gevoerd naar de eisen van uw bedrijf
De aard, omvang en complexiteit van een bedrijf of beroep bepalen de vereiste omvang en inhoud van de administratie. In uw geval zijn onderstaande gebreken geconstateerd:
[restaurantbedrijf] :
- -
-
niet op de Z-afslag afdrukken van Grand Totals;
- -
-
niet afdrukken van een Z-volgnummer;
- -
-
niet inzichtelijk maken van de dagafsluiting;
- -
-
niet boeken/registreren van kasverschillen;
- -
-
niet doen van periodieke kascontrole;
- -
-
inkopen boeken op betaaldatum;
- -
-
negatieve berekende voorraadstanden.
[cafetariabedrijf] :
- -
-
niet inzichtelijk maken van de dagafsluiting;
- -
-
niet boeken/registreren van kasverschillen;
- -
-
niet doen van periodieke kascontrole;
- -
-
inkopen boeken op betaaldatum;
- -
-
negatieve berekende voorraadstanden.
De administratie is niet bewaard.
De administratie moet 7 jaar worden bewaard. Voor een aantal gegevens geldt een langere termijn. Ik heb samen met u vastgesteld dat u (een deel van) de administratie niet bewaard hebt.
Het gaat om de volgende gegevens:
[restaurantbedrijf] :
- -
-
de data / detailgegevens van het afrekensysteem;
- -
-
de voorraadtellijsten;
- -
-
de pakbonnen.
[cafetariabedrijf] :
- -
-
de data / detailgegevens van het afrekensysteem;
- -
-
de voorraadtellijsten;
- -
-
de pakbonnen.