Rechtbank Noord-Nederland, 16-09-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:4194, LEE 21-221
Rechtbank Noord-Nederland, 16-09-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:4194, LEE 21-221
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 16 september 2021
- Datum publicatie
- 1 oktober 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBNNE:2021:4194
- Zaaknummer
- LEE 21-221
Inhoudsindicatie
De rechtbank heeft geconstateerd dat er geen machtiging is overgelegd op naam degene op wiens naam de WOZ-beschikking staat. De rechtbank overweegt dat alleen een belanghebbende tegen een besluit beroep in kan stellen bij de bestuursrechter. In dit geval is dat degene tot wie de voor bezwaar vatbare beschikking zich richt. Nu de WOZ-beschikking niet is gericht aan eiser is hij niet aan te merken als belanghebbende. Gelet hierop verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 21/221
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 16 september 2021 in de zaak tussen
(gemachtigde: D.A.N. Bartels),
en
(gemachtigde: [medewerker gemeente] ).
Procesverloop
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder – met betrekking tot de WOZ-beschikking 2020 van het object [adres] – van 30 november 2020 beroep ingesteld.
Overwegingen
1. Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
2. De rechtbank heeft geconstateerd dat de onder procesverloop genoemde WOZ-beschikking is gericht aan [X] .
3. De rechtbank heeft verder geconstateerd dat er geen machtiging is overgelegd die staat op naam van [X] . De rechtbank heeft D.A.N. Bartels bij brieven van 12 januari 2021 en 12 juli 2021 verzocht om een geldige en recente volmacht te overleggen die op de juiste naam is gesteld. De rechtbank heeft in dezelfde brief aangekondigd dat, als de gevraagde volmacht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk zal verklaren. D.A.N. Bartels heeft geen geldige machtiging van [X] overgelegd.
4. Verweerder heeft bij brieven van 10 mei 2021 en 25 juni 2021 aan de rechtbank medegedeeld dat de gemeentelijke taxateur persoonlijk respectievelijk telefonisch contact heeft gehad met [X] en dat [X] bij die contacten heeft aangegeven D.A.N. Bartels niet te hebben gemachtigd om namens hem op te treden. Verweerder heeft daarbij ook een brief van [X] , gericht aan D.A.N. Bartels, overgelegd waarin [X] schrijft dat hij met verbijstering heeft moeten vaststellen wat D.A.N. Bartels allemaal in werking heeft gezet zonder zijn medeweten en zonder zijn toestemming. In die brief wijst [X] erop dat hij nooit heeft voldaan aan het (spoed)verzoek van D.A.N. Bartels om een standaardvolmacht te ondertekenen en terug te sturen. Verder verzoekt [X] om alle activiteiten naar zijn adres onmiddellijk te stoppen.
5. De rechtbank overweegt dat alleen een belanghebbende tegen een besluit beroep in kan stellen bij de bestuursrechter.1 Belanghebbende is in dit geval degene tot wie de voor bezwaar vatbare beschikking zich richt.2 Het beroep is ingediend namens eiser. Nu de WOZ-beschikking niet is gericht aan eiser is hij niet aan te merken als belanghebbende. Gelet hierop zal de rechtbank, nu het beroep niet is ingesteld door een belanghebbende die bevoegd was beroep bij de rechtbank in te stellen, het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 16 september 2021 door mr. P.P.D. Mathey-Bal, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Jongsma-van Helden, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op de eerstvolgende maandag na deze datum.
w.g. griffier |
w.g. rechter |