Home

Rechtbank Oost-Brabant, 24-08-2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:4644, 5698125 / 17-1365

Rechtbank Oost-Brabant, 24-08-2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:4644, 5698125 / 17-1365

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
24 augustus 2017
Datum publicatie
1 september 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2017:4644
Formele relaties
Zaaknummer
5698125 / 17-1365
Relevante informatie
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (geldt in geval van niet-digitaal procederen) [Tekst geldig vanaf 01-05-2023] [Regeling ingetrokken per 2023-05-01] art. 157, Wet op het notarisambt [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 37

Inhoudsindicatie

Geschil betaling factuur; opdracht aan notaris; verslaglegging eigen waarnemingen notaris in authentieke akte.

Uitspraak

vonnis

Zaaknummer: 5698125 \ CV EXPL 17-1365

Civiel Recht

Zittingsplaats Eindhoven

Zaaknummer: 5698125 \ CV EXPL 17-1365

Vonnis van 24 augustus 2017

in de zaak van:

[S.] Notaris B.V.,

gevestigd te [plaats] ,

eisende partij in conventie,

gedaagde partij in reconventie,

gemachtigde: Van Lith gerechtsdeurwaarders en incasso te Eindhoven,

tegen:

statutair gevestigd te Geldrop,

kantoorhoudende te Nuenen, gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten,

wonende te [plaats] ,

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie,

procederend in persoon.

Partijen worden hierna genoemd “ [S.] ” en “ICCS c.s.”.

1 Het verdere verloop van het geding

1.1.

Dit blijkt uit het volgende:

  1. het tussenvonnis d.d. 30 maart 2017;

  2. de comparitie na antwoord d.d. 21 juli 2017 ten behoeve waarvan:

  1. [S.] een conclusie van antwoord in reconventie in het geding heeft gebracht die zowel aan de kantonrechter als aan ICCS c.s. zijn toegezonden;

  2. ICCS c.s. een akte productie gedaagden in conventie, eisers in reconventie in het geding heeft gebracht die zowel aan de kantonrechter als aan [S.] is toegezonden.

1.2.

Tot slot is een datum voor vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Voor zover voor de beoordeling van belang staat tussen partijen het volgende vast:

2.2.

ICCS c.s. heeft aan [S.] de opdracht gegeven om een authentieke akte voor haar op te stellen. Voor zover van belang, is in de mailwisseling, welke heeft geleid tot de opdracht, tussen partijen het volgende aan de orde gekomen:

Op 13 oktober 2016 schreef ICCS c.s.:

‘’Bijgaand zend ik u een concept akte zoals die door mijn adviseurs is opgesteld. Zou u mij willen laten weten of u op korte termijn een dergelijke akte kan laten passeren en wat uw kosten daarvoor zijn’’

Op 17 oktober 2016 reageerde [S.] daarop als volgt:

‘’Ik heb de overeenkomst eens doorgelezen. Ik vraag mij af waarom u mij inschakelt. Mijns inziens kunt u volstaan met een onderhandse overeenkomst.’’

Eveneens op 17 oktober 2016 heeft ICCS c.s. als volgt gereageerd:

‘’Wij zouden wellicht kunnen volstaan met een onderhandse akte maar mede op advies van onze adviseurs willen wij dit bij akte geregeld hebben.

Gaarne omgaand uw offerte.’’

2.3.

Diezelfde dag heeft [S.] per e-mail een offerte aan ICCS c.s. gezonden. Voor zover van belang, is in de offertetekst het volgende opgenomen:

‘’Naar aanleiding van uw verzoek doe ik u hierbij een opgave van de kosten voor het opmaken van de door u gevraagde akte

Aangevraagde akte

Vaststellingsovereenkomst

Notariële kosten

Honorarium akte €305,00

21% BTW €64,05

Totaal €369,05’’

ICCS c.s. heeft daarop, voor zover van belang, als volgt gereageerd:

‘’Uw aanbieding is akkoord. Wanneer kan de akte passeren?’’

2.4.

[S.] heeft, eveneens op 17 oktober 2016, per e-mail een vraag gesteld aan ICCS c.s.:

‘’Voor de volledigheid: wat bedoelt u exact met ‘’deze’’ akte? Een authentieke akte in het algemeen of de akte met de tekst zoals die u aangereikt is?’’

Hierop heeft ICCS c.s. op 18 oktober 2016, eveneens per e-mail, als volgt gereageerd:

‘’Ik bedoel hiermee een authentieke akte in het algemeen.’’

2.5.

[S.] heeft ICCS c.s. er op gewezen dat de grosse niet bij de offerte was inbegrepen. Daarop heeft ICCS c.s., voor zover van belang, per e-mail als volgt gereageerd:

‘’Ik verkeerde in de veronderstelling dat zowel het één als het ander zou gebeuren. Ten onrechte, blijkt.

In dat geval hoor ik graag van u wat de aanvullende kosten voor de grosse zijn.’’

2.6.

Partijen hebben vervolgens per e-mail gecorrespondeerd over de door [S.] opgestelde ontwerpakte. Voor zover van belang, is op 19 oktober 2016 het volgende aangegeven door [S.] :

‘’Ik heb van u opdracht gekregen de vaststellingsovereenkomst zoals door u aangeleverd vast te leggen in een notariële akte. De door u nu voorgestelde tekstuele wijziging heb ik niet meegenomen in mijn offerte. Ik voeg nu voor u gegevens van het rijbewijs nog toe en daarbij laat ik het.

Indien u de tekstuele wijziging wilt toevoegen reken ik opnieuw meerkosten, € 95,00 excl. BTW.

[…]

Het slot van de akte heb ik opgenomen om duidelijk aan te geven dat ik geen bemoeienis heb met de gevolgen uit deze overeenkomst. Ik heb deze uitsluitend voor u vastgelegd. Ik handhaaf derhalve de slotpassage.’’

ICCS c.s. eveneens op 19 oktober 2016 en voor zover van belang, het volgende aangegeven:

‘’Dat u van ICCS en mij het verzoek hebt gekregen om de akte op te stellen volgens de tekst die u aangeleverd is blijkt met voldoende duidelijkheid uit onze correspondentie hierover.

Het is rechtens niet vereist en door ons niet gewenst dat u de door mij gehekelde passage in de akte opneemt. Daarom dient die daar niet in voor te komen.

Ten overvloede wijs ik u er op dat - op grond van de thans geldende Verordening beroeps- en gedragsregels- u aan dit verzoek gehoor dient te geven. Tevens dat dit verzoek niet aan te merken is als gegronde redenen van dienstweigering als bedoeld in artikel 21 lid 2 Wet op het notarisambt.

Meerkosten voor de door mij voorgestelde (zeer beperkte) wijzigingen op uw ontwerpakte zie ik niet zitten. Dan moet de tekst maar blijven zoals die was. Het toezenden van de ontwerpakte heeft op deze manier feitelijk ook geen zin.

Zou u mij uiterlijk op 11.00 uur willen bevestigen dat vandaag om 14.00 uur de akte in de hiervoor beschreven vorm al dan niet door mij getekend kan worden.’’

[S.] heeft daarop als volgt gereageerd:

‘’Ik verwacht u conform afspraak vanmiddag om 14.00 uur voor het tekenen van de akte.’’

ICCS c.s. is op deze afspraak niet verschenen. [S.] heeft daarover, voor zover van belang, het volgende aan ICCS c.s. geschreven:

‘’Ik attendeer u erop dat ik de kosten wel bij u in rekening breng, indien u op korte termijn geen nieuwe afspraak met mij maakt.’’

2.7.

Op 20 oktober 2016 heeft ICCS c.s. per e-mail, voor zover van belang, verklaard waarom hij niet is verschenen op de afspraak:

‘’Een bericht zoals u mij gisteren om 14.35 uur stuurde garandeert dat onze verdere communicatie alleen nog via de (tucht)rechter zal verlopen.

Uitsluitend om redenen van goed fatsoen aan mijn kant maak ik op die regel hiermee een uitzondering.

Gisteren bleek dat - nadat u de onderhavige opdracht had aanvaard - u de uitvoering van de met u overeengekomen dienst weigert. Ik heb u duidelijk gemaakt dat ICCS en ik dat niet accepteren en dat u naar aanleiding daarvan maatregelen dezerzijds kunt verwachten.

Dat de afspraak van 14.00 uur daarmee kwam te vervallen kan - in alle ernst - u niet verbazen. Het spreekt voor zich dat wij niet een akte gaan ondertekenen met een inhoud waarmee wij niet instemmen.

Uw dreigementen inhoudende dat u desondanks wel de (overeengekomen) kosten in rekening zou denken te kunnen brengen leggen wij uiteraard geheel naast ons neer. De nota in de prullenbak.’’

[S.] heeft daarop, voor zover van belang, op dezelfde dag per e-mail het volgende aangegeven:

‘’Ik heb de akte aangepast en deze kan vanmiddag, indien u dit wenst, ondertekend worden.’’

ICCS heeft vervolgens per e-mail op diezelfde dag als volgt gereageerd:

‘’Aannemende dat u doelt op de aanpassing zoals u die gisteren na het middaguur stuurde verandert dat niets.’’

[S.] heeft in reactie daarop op deze dag het volgende kenbaar gemaakt:

‘’Meer kan ik niet voor u doen. Ik ben notaris en geen overschrijver van uw teksten.’’

ICCS c.s. kon zich daar niet in vinden en heeft, voor zover van belang, daarover dezelfde dag geschreven:

‘’De door u toegevoegde tekst:

‘’Deze akte is uitsluitend een verklaring van de verschenen persoon, handelend als gemeld, voor mij, notaris, afgelegd en door mij in deze akte vastgelegd, tenzij het tegendeel uit deze akte blijkt.

is voor ICCS en mij ongewenst.

Alleen indien die passage wordt verwijderd - dwz de tekst van de akte geheel conform het aan u verstrekte concept is- ben ik alleen vandaag nog tussen 14.00 en 15.00 uur bereid om deze kwestie minnelijk met u af te doen. Kosten zoals eerder overeengekomen, Inclusief grosse.

Zo u dat wenst hoor ik het graag vandaag voor 12.30 uur.’’

[S.] heeft per e-mail op deze dag tot slot het volgende geschreven:

‘’Ik handhaaf de door mij voorgestelde laatste tekst.

Hiermee wordt volledig voldaan aan uw wenst om uw verklaring te willen vastleggen in deze akte. Ik heb hieraan niets toe te voegen.’’

2.8.

In de door ICCS c.s. voorgestelde concepttekst is, voor zover van belang, in het slot het volgende opgenomen:

‘’Deze akte is verleden te […].

De inhoud van deze akte is aan de verschenen personen zakelijk meegedeeld en toegelicht.

De verschenen personen verklaarden geen volledige doorlezing te verlangen, van de inhoud kennis genomen te hebben en daarmee in te stemmen

Deze akte is vervolgens beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend door de verschenen personen en mij, notaris, om […]’’

In de door [S.] opgemaakte ontwerpakte is, voor zover van belang, in het slot het volgende opgenomen:

‘’De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de identiteit van de verschenen persoon is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor vermelde en daartoe bestemde document vastgesteld.

Deze akte is verleden te [plaats] op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.

Deze akte is uitsluitend een verklaring van de verschenen persoon, handelend als gemeld, voor mij notaris, afgelegd en door mij in deze akte vastgelegd, tenzij het tegendeel uit deze akte blijkt.

De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en tijdig voor het verlijden van de concept-akte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen.

Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.’’

2.9.

[S.] heeft ICCS c.s. een factuur, d.d. 18 oktober 2016 met kenmerk 12.383, gezonden op grond waarvan zij betaling verlangt van haar honorarium voor het opstellen van deze akte.

2.10.

ICCS c.s. heeft deze factuur tot op heden onbetaald gelaten.

3 Het geschil

in conventie:

3.1.

[S.] vordert hoofdelijke veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van betaling van € 431,32, bestaande uit een hoofdsom van € 369,05, incassokosten van € 55,36 en rente van € 6,91 tot datum dagvaarding, de hoofdsom te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.

[S.] legt daaraan, kortgezegd, het volgende ten grondslag.

Er is in opdracht van ICCS c.s., volledig conform haar wens, een authentieke akte opgesteld. Daarvoor is ICCS c.s. een vergoeding verschuldigd. Ondanks aanmaningen is betaling uitgebleven, waardoor ICCS c.s. in verzuim is en zij rente verschuldigd is. Ook dient zij de kosten voor het inschakelen van een incassogemachtigde aan haar te voldoen en dient zij te worden veroordeeld in de proceskosten zoals beschreven in de dagvaarding.

3.2.

ICCS cs. voert, kortgezegd, het volgende verweer.

De opdracht is door [S.] niet of niet volledig conform de opdracht uitgevoerd door in het slotakkoord van de akte een aanvulling op te nemen en de authentieke akte en grosse niet te leveren. Er is sprake van dienstweigering en er is geen rechtsregel voor het aanvullen van de aangeleverde concepttekst. [S.] heeft daarmee niet gehandeld overeenkomstig haar zorgplicht en zoals het een goed notaris betaamd. [S.] had de verplichting om hem te wijzen op de gevolgen van de inhoud van de akte of de opdracht dienen te weigeren. Desgevraagd is door [S.] niet voldaan aan de verplichting om haar honorarium te specificeren. ICCS c.s. concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

in reconventie:

3.3.

ICCS c.s. vordert, zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren hetgeen is beschreven in onderdeel 128, sub A t/m K, van zijn antwoord in conventie, eis in reconventie:

  1. Inzake de tussen [ICCS c.s.] en [S.] geldende wederkerige verbintenis [S.] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op hem rustende verplichtingen jegens [ICCS c.s.] ;

  2. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door de van hem door [ICCS c.s.] verlangde diensten niet (volledig) te verrichten;

  3. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door zijn handelen en/of nalaten in strijd met de op hem rustende zorgplicht jegens [ICCS c.s.] ;

  4. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door zijn handelen en/of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk handelende notaris betaamt;

  5. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door te trachten hen een authentieke akte te doen ondertekenen waarvan de inhoud niet gelijk is aan de authentieke akte zoals die door [ICCS c.s.] verlangd wordt;

  6. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door aan de uitvoering van de door hem te verrichten werkzaamheden (resp achteraf, alsnog) de voorwaarde te verbinden dat [ICCS c.s.] akkoord gaan met de wijzigingen en aanvulling die eenzijdig door [S.] in (het concept van) de authentieke akte werden aangebracht en welke voor [ICCS c.s.] niet aanvaardbaar, niet wenselijk zijn;

  7. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door [ICCS c.s.] een factuur te sturen voor werkzaamheden welke (geheel danwel gedeeltelijk) niet door [S.] zijn uitgevoerd;

  8. [S.] zich onrechtmatig jegens [ICCS c.s.] heeft gedragen door desgevraagd niet te verstrekken de in art 55 lid 1 Wna bedoelde specificatie van zijn honorarium voor ambtelijke werkzaamheden en de overige aan de zaak verbonden kosten, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte bedrag is berekend;

I. [S.] de op hem rustende geheimhoudingsverplichting heeft geschonden.

[S.] te veroordelen tot:

Betaling aan [ICCS c.s.] van de schade welke [ICCS c.s.] heeft geleden resp zal lijden als gevolg van de wanprestatie en/of de onrechtmatige gedragingen van [S.] jegens [ICCS c.s.] , welke schade is op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de daarover te berekenen wettelijke rente vanaf 19 oktober 2016;

Betaling van de kosten voor het geding in reconventie, waaronder begrepen een vergoeding voor de daarbij opgekomen kosten aan de zijde [ICCS c.s.] .

ICCS c.s. legt daaraan, kortgezegd, het volgende ten grondslag.

Als gevolg van de aan [S.] toe te rekenen tekortkomingen en onrechtmatige gedragingen beschikken zij niet over de authentieke akte en executoriale titel. Dit veroorzaakt voor ICCS c.s. complicaties van fiscale en financiële aard. [S.] dient om die reden de nu nog niet te begroten schade aan haar te vergoeden, alsmede de kosten voor het geding zoals benoemd in het antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie.

3.4.

[S.] voert, kortgezegd, het volgende verweer.Zij ontkent en betwist dat zij toerekenbaar tekort is geschoten of onrechtmatig heeft gehandeld jegens ICCS c.s. en dat daardoor schade zou zijn ontstaan. Zou al schade zijn ontstaan dan is die volledig aan ICCS c.s. zelf toe te rekenen; ICCS c.s. had ook een andere notaris kunnen inschakelen. De opdracht is tegen een vaste vergoeding aangenomen en -onvoorwaardelijk en zonder voorbehoud- akkoord bevonden door ICCS c.s. Zij heeft gehandeld vanuit de op haar rustende zorgplicht en de belangen van de bij de rechtshandeling betrokken partijen en derden (eventuele schuldeisers daaronder begrepen) met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behartigd. Om die redenen is het formele slot van de akte aangepast. Zij ziet zich gesteund door de beslissing op de klacht bij de Kamer voor het Notariaat. [S.] concludeert tot afwijzing van de vorderingen.

4 De beoordeling

5 De beslissing