Home

Rechtbank Oost-Brabant, 04-11-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:6543, 19/1532

Rechtbank Oost-Brabant, 04-11-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:6543, 19/1532

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
4 november 2019
Datum publicatie
13 januari 2020
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2019:6543
Formele relaties
Zaaknummer
19/1532

Inhoudsindicatie

Omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid aanhef en onder a, sub 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met onderdeel 11 van artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, voor het plaatsen van een 16 wooneenheden op het perceel Witte Hondpad in Nuenen om te voorzien in tijdelijke huisvesting voor vergunninghouders en andere doelgroepen die zijn aangewezen op sociale woningbouw. Geen strijd met een goede ruimtelijke ordening. Verder heeft verweerder voldoende blijk gegeven van een deugdelijke belangenafweging. Ook heeft verweerder bij de voorbereiding van het bestreden besluit de wettelijk voorgeschreven reguliere procedure in acht genomen en betrokkenen via informatieavonden en/of persoonlijke gesprekken de gelegenheid geboden om hun visie te geven op de plannen. Dat eiser grote bezwaren heeft tegen het bestreden besluit betekent niet dat het besluit dan ook onzorgvuldig is genomen.

Beroep ongegrond.

Uitspraak

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 19/1532

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten, verweerder

(gemachtigden: mr. B.A.P.M. Achterbergh en ing. J. Mulder MSc).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [Stichting], te Eindhoven(vergunninghoudster).

Procesverloop

Bij besluit van 11 oktober 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder aan vergunninghoudster een omgevingsvergunning verleend voor de plaatsing van 16 woonunits voor de duur van maximaal 10 jaar aan het Witte Hondpad te Nuenen.

Bij besluit van 30 april 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 november 2019. Eiser is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Voor vergunninghoudster is [naam] verschenen.

Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Overwegingen

Feiten

Rechtsmiddel