Rechtbank Oost-Brabant, 10-05-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2030, 22/3287 en 23/2174
Rechtbank Oost-Brabant, 10-05-2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:2030, 22/3287 en 23/2174
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Oost-Brabant
- Datum uitspraak
- 10 mei 2024
- Datum publicatie
- 2 juli 2024
- ECLI
- ECLI:NL:RBOBR:2024:2030
- Zaaknummer
- 22/3287 en 23/2174
Inhoudsindicatie
Belastingrecht, artikel 3:73 BW, dood volmachtgever: het aantekenen van beroep is in dit geval een rechtshandeling die niet zonder nadeel kan worden uitgesteld zoals bedoeld in artikel 3:73 lid 2 BW. Tegen het bestreden besluit staat een beroepstermijn open van zes weken, waarbij na het ongebruikt verstrijken van deze termijn het onherroepelijk wordt. Een eventuele onjuiste waardebepaling kan ten nadele strekken van het vermogen van de erfgenamen. De erven zijn verder ontvankelijk in hun beroep, omdat de hoogte van de WOZ-waarden namelijk gebruikt voor het vaststellen van de hoogte van de erfbelasting.
Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummers: SHE 22/3287 en SHE 23/2174
[eisers] , uit [woonplaats] , (eisers)
(gemachtigde: [naam] ),
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Nuenen c.a., de heffingsambtenaar
(gemachtigde: mr. [naam] ).
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de hoogte van de WOZ1-waarden van de woningen gelegen aan de [adres] (zaaknummer SHE 22/3287) en de [adres] (zaaknummer 23/2174), beide in [woonplaats] .
De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woningen met de beschikking van 12 februari 2022 vastgesteld. De WOZ-waarde van [adres] is vastgesteld op € 331.000 en van [adres] op € 302.000 per de waardepeildatum 1 januari 2021 en voor het kalenderjaar 2022. De WOZ-beschikking van de woningen is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar ook de aanslagen onroerendezaakbelasting 2022 opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft met de uitspraak op bezwaar van 30 november 2022 (de bestreden uitspraak) de WOZ-waarden gehandhaafd.
De heffingsambtenaar heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 21 februari 2024 en 2 april 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eisers vergezeld door [naam] (op 21 februari 2024) en [naam] (op 2 april 2024) en de gemachtigde van de heffingsambtenaar.