Rechtbank Rotterdam, 12-11-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10786, ROT 20/2572
Rechtbank Rotterdam, 12-11-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10786, ROT 20/2572
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 12 november 2021
- Datum publicatie
- 23 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2021:10786
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2022:2371, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- ROT 20/2572
Inhoudsindicatie
Leges; geen sprake van wijzigingen die van ondergeschikte aard zijn; nieuw bouwplan; vertrouwensbeginsel; ongegrond.
Uitspraak
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 20/2572
en
gemachtigde: mr. B.J. Klein.
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 12 november 2018 een aanslag van
[bedrag 1] aan leges omgevingsvergunning opgelegd (de aanslag). De heffingsgrondslag is vastgesteld op [bedrag 2].
Eiser heeft bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar, gedagtekend 20 april 2020 (het bestreden besluit), heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2021.
Eiser is verschenen, bijgestaan door mr. M.A. Jacobs en vergezeld door [naam 1]. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, vergezeld door
[naam 2] en [naam 3].
Overwegingen
1. Aan eiser is na een eerste aanvraag een omgevingsvergunning verleend voor de herbouw van een bedrijfspand aan de [adres]. Op 18 juni 2018 heeft eiser ten aanzien van hetzelfde perceel een tweede omgevingsvergunning aangevraagd.
De vergunning is op 16 oktober 2018 verleend. Verweerder heeft voor het in behandeling nemen van de tweede aanvraag aan eiser een bedrag van [bedrag 1] aan leges in rekening gebracht.
2. In geschil is de vraag of de aanslag terecht is opgelegd; eiser beantwoordt deze vraag ontkennend en verweerder bevestigend. Primair stelt eiser dat sprake is van wijzigingen van ondergeschikte aard en subsidiair stelt hij dat de aanslag op grond van het vertrouwensbeginsel niet aan hem kon worden opgelegd.
3. Ingevolge artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b van de Gemeentewet kunnen rechten worden geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Op de aanvraag is ook de “Verordening leges omgevingsvergunning 2018” (hierna: Verordening) van de gemeente Rotterdam van toepassing. In de Verordening staat – voor zover van belang – het volgende: