Rechtbank Rotterdam, 22-01-2025, ECLI:NL:RBROT:2025:1036, 83/203472-23
Rechtbank Rotterdam, 22-01-2025, ECLI:NL:RBROT:2025:1036, 83/203472-23
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 22 januari 2025
- Datum publicatie
- 24 januari 2025
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2025:1036
- Zaaknummer
- 83/203472-23
Inhoudsindicatie
Overweging over ontvankelijkheid officier van justitie ten aanzien van het gelijkheidsbeginsel. Officier van justitie deels niet-ontvankelijk gelet op de uitsluitingsgrond in artikel 69, vierde lid AWR. Vrijspraak voor het opstellen en gebruik maken van een vals geschrift. Veroordeling van de verdachte voor het indienen van onjuiste belastingaangiften voor zijn cliënten als belastingplichtigen voor de jaren 2015, 2016 en 2017, gebaseerd op een brief met onjuiste gegevens, opgesteld door een andere adviseur. Oplegging van een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 80 uren met een proeftijd van 2 jaren, gelet op het tijdsverloop, de aard van de bewezenverklaring en het blanco strafblad van de verdachte.
Uitspraak
Team straf 1
Parketnummer: 83/203472-23
Datum uitspraak: 22 januari 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1945,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] [postcode] [woonplaats] ,
raadsman mr. M.G. Eckhardt, advocaat te 's-Gravenhage.
1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 11 december 2024 en 22 januari 2025.
2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
3 Eis officier van justitie
De officieren van justitie mrs. A.C. Schaafsma en V.E. Broeders (hierna: de officier van justitie) hebben gevorderd:
- -
-
bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- -
-
veroordeling van de verdachte tot een beroepsverbod voor de duur van 5 jaren, inhoudende dat de verdachte geen belastingadviseur mag zijn.