Home

Rechtbank 's-Gravenhage, 01-09-2006, ECLI:NL:RBSGR:2006:7988 AZ0180, AWB 06/1098 REINR

Rechtbank 's-Gravenhage, 01-09-2006, ECLI:NL:RBSGR:2006:7988 AZ0180, AWB 06/1098 REINR

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Datum uitspraak
1 september 2006
Datum publicatie
16 oktober 2006
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ0180
Zaaknummer
AWB 06/1098 REINR

Inhoudsindicatie

Eiseres maakt bezwaar tegen de aanslag reingingsrecht 2005. Tevens verzoekt zij teruggave van het teveel betaalde over de jaren 1994-2004. Verweerder gaat over tot vermindering van de aanslag en (ambtshalve) vermindering over de jaren 2000-2004. Er wordt geen teruggave verleend voor de jaren 1994-1999. Eiseres geeft bij brief aan dat zij daar niet mee akkoord gaat. Verweerder zendt deze brief als beroepschrift door aan de rechtbank. De rechtbank merkt de brief aan als gericht tegen de ambtshalve beslissing om geen verdere vermindering te verlenen. Tegen een dergelijke beslissing staat ingevolge artikel 26 AWR geen beroep/bezwaar open. De rechtbank verklaart zich onbevoegd, maar ziet in de doorzending van de brief grond om te bepalen dat verweerder het griffierecht dient te vergoeden.Ten overvloede merkt de rechtbank op dat de brief van eiseres nog ter beantwoording door het college van B en W van verweerder voorligt.

Uitspraak

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer

Procedurenummer: AWB 06/1098 REINR

Uitspraakdatum: 1 september 2006

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

drs. [A.-B.], wonende te [woonplaats], eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z.], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 29 november 2005 op het bezwaar van eiseres tegen de opgelegde aanslag reinigingsrechten 2005.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 augustus 2006.

Eiseres is daar in persoon verschenen.

Verweerder is met bericht van verhindering niet verschenen.

1. Beslissing

De rechtbank:

- verklaart zich onbevoegd;

- gelast dat de gemeente [Z.] het door eiseres betaalde griffierecht van € 37 vergoedt.

2. Gronden

2.1. Met dagtekening 28 februari 2005 is ten name van [A.] een aanslag gemeentelijke belastingen (aanslagnummer [000000000]) opgelegd -onder andere- betrekking hebbend op reinigingsrecht voor het belastingjaar 2005, voor het adres [a-straat] te [Z.].

2.2. Eiseres heeft bij brief van 28 februari 2005 tegen deze aanslag bezwaar gemaakt. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij ten onrechte is aangeslagen voor het gebruik van een extra container. Eiseres heeft slechts gebruik gemaakt van één grijze container. Sinds 1994 is zij ten onrechte aangeslagen voor twee grijze containers. Eiseres verzoekt het teveel betaalde terug te storten.

2.3. Naar aanleiding van het bezwaar van eiseres heeft verweerder bij beslissing van 29 november 2005 de aanslag voor het jaar 2005 verminderd naar een bedrag van € 304,80. Verweerder heeft voorts ambtshalve vermindering verleend voor de aanslag reinigingsrecht, extra container, over de jaren 2000, 2001, 2002, 2003 en 2004. Verweerder heeft zich daarbij aangesloten bij het modelbeleid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Rijksbelastingen, waarin de termijn voor ambtshalve vermindering is vastgesteld op vijf jaar.

2.4. Bij brief van 6 januari 2006, ingekomen bij verweerder op 11 januari 2006 heeft eiseres laten weten niet akkoord te gaan met de beslissing om over de jaren 1994 tot en met 1999 geen vermindering te geven. In een brief van 24 januari 2006, gericht aan [A.] heeft verweerder laten weten dat hij deze brief heeft aangemerkt als beroepschrift en heeft doorgezonden aan de rechtbank om te behandelen.

2.5. Met ingang van 1 januari 2005 is de wettelijke vormgeving met betrekking tot bezwaar en beroep gewijzigd bij Wet van 15 december 2004 (Stb.2004, 672). Artikel 8:4, onderdeel g, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is vervallen, evenals artikel 23 en 24 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Ingevolge artikel 26 AWR, zoals dat thans luidt, kan in afwijking van artikel 8:1, eerste lid Awb tegen een ingevolge de belastingwet genomen besluit slechts beroep bij de rechtbank worden ingesteld, indien het betreft:

a. een belastingaanslag, daaronder begrepen de in artikel 15 voorgeschreven verrekening, of

b. een voor bezwaar vatbare beschikking.

Uit artikel 7:1 Awb vloeit voort dat degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep in te stellen, alvorens beroep tegen dat besluit in te stellen, bezwaar dient te maken.

2.6. Op grond van de inhoud van de brief van 6 januari 2006 en mede naar aanleiding van hetgeen eiseres ter zitting heeft gesteld, merkt de rechtbank deze brief aan als gericht tegen de ambtshalve beslissing van verweerder om geen verdere vermindering te verlenen. Zoals uit het hiervoor overwogene blijkt staat tegen een degelijke beslissing geen beroep (bezwaar) open, nu het hier een belastingaanslag noch een voor bezwaar vatbare beschikking betreft.

2.7. Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard.

2.8. In het vorenstaand overwogene ligt besloten dat de door eiseres in haar brief van

6 januari 2006 opgeworpen vraagstelling nog ter beantwoording door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [Z.] voorligt. In de doorzending van deze brief door verweerder als beroepschrift ziet de rechtbank grond om te bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht dient te vergoeden.

2.9. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan op 1 september 2006 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. M.A. Dirks, in tegenwoordigheid van mr. P.C. Stroebel, griffier.