Rechtbank 's-Gravenhage, 05-07-2006, BA4787, AWB 05/2076 OB G enAWB 05/2077 OB G
Rechtbank 's-Gravenhage, 05-07-2006, BA4787, AWB 05/2076 OB G enAWB 05/2077 OB G
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 5 juli 2006
- Datum publicatie
- 9 mei 2007
- ECLI
- ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4787
- Zaaknummer
- AWB 05/2076 OB G enAWB 05/2077 OB G
Inhoudsindicatie
Eiseres heeft op de aangifte over maart 2003 de omzetbelasting die aan haar in rekening is gebracht voor de levering van een operatietafel afgetrokken. Verweerder heeft dit bedrag nageheven. Op de aangifte over oktober 2003 heeft eiseres de omzetbelasting die aan haar door het ziekenhuis in rekening is gebracht voor de levering van de scanapparatuur afgetrokken. Verweerder heeft deze teruggave geweigerd. In geschil is het antwoord op de vraag of verweerder terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd respectievelijk de gevraagde teruggave heeft geweigerd. Beoordeeld dient te worden of er sprake is van de overdracht of de overgang aan eiseres van de macht om als eigenaar over de operatietafel en de scanapparatuur te beschikken, ongeacht het oogmerk dat eiseres en haar wederpartij(en) met die betreffende transactie hebben. Naar het oordeel van de rechtbank is de operatietafel niet door de leverancier geleverd aan eiseres en heeft eiseres de terzake aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting ten onrechte op haar aangifte in aftrek gebracht. Verweerder heeft deze belasting derhalve terecht nageheven. Naar het oordeel van de rechtbank is ook de scanapparatuur niet geleverd aan eiseres zodat verweerder terecht de terzake gevraagde teruggave van omzetbelasting heeft geweigerd.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 05/2076 OB G en AWB 05/2077 OB G
Uitspraakdatum: 5 juli 2006
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
de besloten vennootschap [ X te Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst [te P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1 Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 maart 2003 tot en met 31 maart 2003 een naheffingsaanslag (aanslagnummer [nummer]) in de omzetbelasting opgelegd van € 10.847.
1.2 Op de aangifte omzetbelasting over het tijdvak 1 oktober 2003 tot en met 31 oktober 2003 heeft eiseres een bedrag van € 300.078 aan omzetbelasting teruggevraagd. Deze teruggaaf heeft verweerder geweigerd (beschikkingnummer nummer]).
1.3 Verweerder heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 februari 2005 de naheffingsaanslag gehandhaafd en de weigering om teruggaaf te verlenen bevestigd.
1.4 Eiseres heeft daartegen bij brief van 29 maart 2005, ontvangen bij de rechtbank op 29 maart 2005, beroep ingesteld.
1.5 Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.6 Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.
1.7 Verweerder heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan eiseres.
1.8 Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2006 te 's-Gravenhage.
1.9 Namens eiseres is daar verschenen [A], bijgestaan door [B] en [C]. Namens verweerder is verschenen [D] bijgestaan door [E].
1.10 Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder.
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast.
2.1 Eiseres is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die is opgericht op 7 maart 2003 met als doel, voor zover hier van belang, de handel in-, het financieren van- en de leasing, verhuur en exploitatie van kapitaalgoederen. De directeur van eiseres heeft een financieel deskundige achtergrond en heeft onder meer contacten met financiële instellingen en met [ziekenhuis] (hierna: het ziekenhuis). In die contacten werd vastgesteld dat de huur van apparatuur via een derde voor het ziekenhuis financieel gezien aantrekkelijker is dan de koop. Directe aanleiding voor de oprichting van eiseres is het kunnen faciliteren van dergelijke verhuur.
2.2 In juli 2002 heeft het ziekenhuis bij [F] B.V. (hierna: de leverancier) een operatietafel besteld. Op 7 maart 2003 wordt de order inzake de operatietafel door het ziekenhuis opnieuw geplaatst maar nu op naam en voor rekening en risico van eiseres. In maart 2003 wordt de operatietafel geïnstalleerd, op 31 maart 2003 tekent een medewerker van het ziekenhuis het acceptatiecertificaat.
2.3 Op 11 juli 2003 heeft het ziekenhuis bij [G] BV (hierna: de fabrikant) scanapparatuur aangeschaft die later zal worden geleverd. Op 30 oktober 2003 sluiten het ziekenhuis en eiseres een overeenkomst aangeduid als koop en verkoop met betrekking tot deze apparatuur. Eiseres heeft in dat verband met de fabrikant vier overnameprotocollen vastgesteld waarin de volgende overnamedata zijn genoemd:
3 november 2003, 12 januari 2004, 20 februari 2004 en 23 maart 2004. Dit zijn tevens de data dat steeds een deel van de apparatuur wordt afgeleverd bij het ziekenhuis; deze data zijn tevens de ingangsdata van het hierna genoemde huurcontract voor dat betreffende deel.
2.4 Eiseres en ziekenhuis sluiten met betrekking tot de operatietafel op 7 maart 2003 en in verband met de scanapparatuur op 30 oktober 2003 de volgende door hen als zodanig benoemde overeenkomsten:
-een overeenkomst van geldlening waarbij het ziekenhuis aan eiseres het geld leent om de operatietafel resp. de scanapparatuur te kunnen kopen, de operatietafel en de scanapparatuur worden in de overeenkomst van geldlening tot zekerheid in onderpand gegeven;
-een overeenkomst van huur en verhuur voor een periode van tien jaar waarbij eiseres de operatietafel resp. de scanapparatuur verhuurt aan het ziekenhuis;
-een koopoptie op de operatietafel resp. de scanapparatuur waarbij het ziekenhuis het recht krijgt deze na een huurperiode van vijf jaar, of eerder onder bepaalde voorwaarden, te kopen.
2.5 Voorts hebben eiseres en het ziekenhuis voor de operatietafel een zgn. compensatiebrief opgesteld, op grond waarvan het ziekenhuis namens en voor rekening van eiseres de facturen van de leverancier voldoet.
2.6 Eiseres ontvangt de van het ziekenhuis geleende bedragen niet rechtstreeks. Voor wat betreft de operatietafel gaat dit geldbedrag op grond van voornoemde compensatiebrief naar de leverancier. De geldlening voor de scanapparatuur wordt gecompenseerd met de door eiseres schuldig gebleven koopsom daarvan.
2.7 De wegens de aflossing van de leningen door eiseres verschuldigde bedragen worden gecompenseerd met de door het ziekenhuis verschuldigde huurtermijnen.
2.8 In 2003 zijn alleen de hier beschreven transacties via eiseres verlopen, eiseres heeft geen andere activiteiten ontplooid. Wel heeft zij plannen voor vergelijkbare transacties in de toekomst.
2.9 Eiseres heeft op de aangifte over maart 2003 de omzetbelasting die aan haar in rekening is gebracht voor de levering van de operatietafel, te weten € 10.847, afgetrokken. Verweerder heeft dit bedrag nageheven.
2.10 Eiseres heeft op de aangifte over oktober 2003 de omzetbelasting die aan haar door het ziekenhuis in rekening is gebracht voor de levering van de scanapparatuur, te weten € 300.078, afgetrokken. Verweerder heeft deze teruggave geweigerd.
3. Geschil
3.1 In geschil is het antwoord op de vraag of verweerder terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd respectievelijk de gevraagde teruggave heeft geweigerd.
3.2 Eiseres beantwoordt deze vraag ontkennend, verweerder beantwoordt deze vraag bevestigend. Verweerder stelt zich daarbij primair op het standpunt dat het ziekenhuis nimmer de macht om als eigenaar over de goederen te beschikken uit handen heeft gegeven. Subsidiair stelt verweerder zich op het standpunt dat er sprake is van misbruik van recht.
3.3 Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraken op bezwaar, herroeping van de belastingaanslag over het tijdvak maart 2003 en het alsnog verlenen van de teruggaaf over het tijdvak oktober 2003.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. Beoordeling van het geschil
4.1 Partijen zijn het er over eens dat eiseres ondernemer is in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB), het ondernemerschap is dus niet in geschil.
4.2 Ingevolge artikel 3 van de Wet OB moet, gelet op het bepaalde in artikel 5, eerste lid, van Richtlijn 77/388/EEG (hierna: Zesde Richtlijn) als levering worden beschouwd de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een lichamelijke zaak te beschikken.
4.3 In zijn arrest van 21 februari 2006, nr. C-255/02, Halifax, onder meer gepubliceerd in VN 2006/13.20, heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ EG) geoordeeld dat een handeling verricht door een belastingplichtige als een levering van goederen kwalificeert indien die handeling voldoet aan de objectieve criteria waarop het begrip levering van goederen is gebaseerd, zelfs indien die handeling wordt verricht met het uitsluitende doel een belastingvoordeel te verkrijgen, zonder ander economisch doel. Iedere handeling dient daarbij op zichzelf te worden beschouwd.
Gezien dat arrest dient in het voorliggende geval te worden beoordeeld of er sprake is van de overdracht of de overgang aan eiseres van de macht om als eigenaar over de operatietafel en de scanapparatuur te beschikken, ongeacht het oogmerk dat eiseres en haar wederpartij(en) met die betreffende transactie hebben.
4.4 De overeenkomst tussen de leverancier en het ziekenhuis inzake de operatietafel is op 7 maart 2003 overgezet op naam en voor rekening en risico van eiseres. Blijkens de tot de gedingstukken behorende orderbevestiging is de operatietafel in onderdelen op 30 januari 2003 door de leverancier geleverd aan het ziekenhuis, de eerste termijn terzake van de levering heeft het ziekenhuis voldaan op 13 augustus 2002. Eiseres stelt dat de leverdatum in de orderbevestiging onjuist is. Hiervoor heeft zij echter, tegenover de ontkenning van verweerder, geen bewijzen overgelegd zodat de rechtbank uitgaat van de leverdatum zoals deze in de orderbevestiging is vermeld. De rechtbank concludeert daar uit dat het contract met de leverancier pas is overgenomen nadat de operatietafel reeds, op grond van de oorspronkelijk tussen leverancier en ziekenhuis gesloten overeenkomst, is geleverd aan het ziekenhuis. De leverancier beschikte naar het oordeel van de rechtbank vanaf 30 januari 2003 derhalve niet meer over de macht om als eigenaar over de operatietafel te beschikken, en kon deze dan ook niet overdragen. Daaraan doet niet af dat eerst op 31 maart 2003 het acceptatie certificaat is getekend. Naar het oordeel van de rechtbank behelst dat certificaat niet meer dan een verklaring omtrent het monteren en gebruiksklaar maken van de reeds geleverde operatietafel.
Gezien het voorstaande is de operatietafel niet door de leverancier geleverd aan eiseres en heeft eiseres de terzake aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting ten onrechte op haar aangifte in aftrek gebracht. Verweerder heeft deze belasting derhalve terecht nageheven.
4.5 Tussen partijen is niet in geschil dat de scanapparatuur door de fabrikant is geleverd aan het ziekenhuis voordat op 30 oktober 2003 eiseres en het ziekenhuis de verschillende overeenkomsten met betrekking tot die apparatuur sloten. De rechtbank gaat hier ook van uit.
4.6 Op grond van de hierna opgesomde feiten en omstandigheden zoals die onder meer blijken uit het samenstel van de terzake gesloten overeenkomsten, is de rechtbank van oordeel dat de macht om als eigenaar te beschikken over de scanapparatuur niet is overgedragen aan eiseres:
-het ziekenhuis heeft de scanapparatuur in zijn administratie geactiveerd en schrijft hierop af;
-de huurperiode en de koopoptie hebben geen relatie met de economische levensduur en de reële restwaarde van de apparatuur; eiseres heeft ter zitting verklaard dat de levensduur langer of korter dan de huurperiode kan zijn;
-de som van de huurtermijnen en de koopoptie is precies gelijk aan de som van de aflossingen en rentebetalingen die eiseres terzake van de geldlening verschuldigd is;
-de scanapparatuur is door het ziekenhuis uitgezocht en aangeschaft en het ziekenhuis kan zich jegens eiseres niet beroepen op enige vorm van dwaling terzake;
-de apparatuur heeft na aflevering het ziekenhuis niet meer verlaten;
-het recht van eiseres om in geval van wanprestatie of faillissement en dergelijke aan de zijde van het ziekenhuis de apparatuur bij het ziekenhuis weg te halen, is materieel afwezig doordat de apparatuur tot zekerheid van de geldlening aan het ziekenhuis in pand is gegeven;
-eiseres loopt geen enkel risico terzake van de overeenkomsten doordat de huurbetalingen en de aflossingen tegen elkaar wegvallen;
-het ziekenhuis krijgt alle fabrieksgaranties overgedragen en vrijwaart eiseres van alle aanspraken die uit die fabrieksgaranties voortvloeien alsmede alle andere aanspraken uit hoofde van tekortkomingen of gebreken van het object, de niet nakoming van verplichtingen door de fabrikant of schade, dientengevolge door hem of derden geleden, het ziekenhuis kan zich in geval van problemen uitsluitend wenden tot de fabrikant;
-alle schade en/of aansprakelijkheid voortvloeiend uit het bezit of gebruik van de apparatuur is voor risico van het ziekenhuis, dat eiseres daartegen vrijwaart;
-eiseres is niet aansprakelijk voor mogelijke gebreken;
-het ziekenhuis vrijwaart eiseres tegen aanspraken van derden die direct of indirect voortvloeien uit de eigendom of het gebruik van de apparatuur, behoudens in geval van grove nalatigheid van de zijde van eiseres;
-het ziekenhuis moet de apparatuur verzekeren, indien de verzekering niet uitbetaalt komt dit voor risico van het ziekenhuis;
-het ziekenhuis is verplicht een standaard onderhoudscontract te sluiten met de fabrikant;
-eiseres heeft geen enkele verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid inzake het onderhoud van de apparatuur; indien als gevolg van onderhoud of storingen de apparatuur niet kan worden gebruikt is eiseres niet aansprakelijk voor de eventueel daardoor gederfde inkomsten of andere kosten;
-indien onderdelen aan de apparatuur moeten worden vervangen komen de kosten hiervan voor rekening van het ziekenhuis.
Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de scanapparatuur niet is geleverd aan eiseres zodat verweerder terecht de terzake gevraagde teruggave van omzetbelasting heeft geweigerd.
4.7 Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard. Het subsidiaire standpunt van verweerder dat sprake is van misbruik van recht behoeft geen beoordeling meer.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 5 juli 2006 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. G.J. Ebbeling, mr. H. Ollermann en mr. T. van Rij en in tegenwoordigheid van
mr. C.D. Loen, griffier.
Afschrift aangetekend
verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum:
- hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag; dan wel
- beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag, mits de wederpartij daarmee schriftelijk instemt.
N.B. Bij het bestuursorgaan berust de bevoegdheid tot het instellen van beroep in cassatie niet bij de ambtenaar die de procedure voor de rechtbank heeft gevoerd.
Bij het instellen van hoger beroep dan wel beroep in cassatie dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep dan wel het beroep in cassatie.
Bij het instellen van beroep in cassatie dient daarnaast in acht te worden genomen dat bij het beroepschrift een schriftelijke verklaring van de wederpartij wordt gevoegd, inhoudende dat wordt ingestemd met het instellen van beroep in cassatie tegen de uitspraak van de rechtbank.