Rechtbank 's-Gravenhage, 25-09-2007, BC2417, AWB 06/5339 VPB
Rechtbank 's-Gravenhage, 25-09-2007, BC2417, AWB 06/5339 VPB
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 25 september 2007
- Datum publicatie
- 22 januari 2008
- ECLI
- ECLI:NL:RBSGR:2007:BC2417
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2009:BI7346, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB 06/5339 VPB
Inhoudsindicatie
VPB. Eiseres, een stichting, organiseert jaarlijks een bokbierfestival. In geschil is of de stichting subjectief belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. De rechtbank oordeelt dat eiseres in concurrentie treedt met ondernemers die alcoholische dranken schenken en dat zij met haar activiteiten geen algemeen maatschappelijk- of sociaal belang dient als bedoeld in art. 6 van de Wet Vpb.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 06/5339 VPB
Uitspraakdatum: 25 september 2007
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
Stichting [X], gevestigd te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/ te [P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Verweerder heeft aan eiseres voor het jaar 2003 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 11.807.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 11 april 2006 de aanslag gehandhaafd.
1.3. Eiseres heeft daartegen bij brief van 21 mei 2006, ontvangen bij de rechtbank op 23 mei 2006, beroep ingesteld.
1.4. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.5. Eiseres heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna verweerder schriftelijk heeft gedupliceerd.
1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 juni 2007 te 's-Gravenhage.
Namens eiseres zijn daar verschenen [A] en [B]. Namens verweerder zijn verschenen [C] en [D].
1.7. Eiseres heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
2. Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
2.1. Eiseres is opgericht op [datum] 1996. Het statutaire doel van eiseres is het organiseren van activiteiten rond de promotie van bier door het organiseren van festivals en andere bijeenkomsten, het (doen) verzorgen van publicaties en alle andere middelen die het doel kunnen bevorderen. In de statuten is geen bepaling opgenomen over de bestemming van met deze activiteiten behaalde voordelen.
2.2. Eiseres organiseert jaarlijks een drie dagen durend uniek evenement - genoemd het [X festival] - in de [...] te [plaats 1]. Tot en met 1995 werd dit festival georganiseerd door de Vereniging promotie en informatie traditioneel bier (PINT). Met het oog op de toegenomen financiële risico's is de organisatie vanaf 1996 in een stichting ondergebracht. Tijdens het festival kunnen tegen betaling meer dan 50 soorten bokbier worden geproefd. Bezoekers betalen bij de entree een bedrag van € 5 voor een glas en vervolgens € 2 per consumptie. In 2004 was het aantal bezoekers 11.500, de bierconsumptie 15.000 liter en het aantal consumpties 70.000. Er is een cateraar op het festival aanwezig die etenswaren verkoopt. Het festival is geopend op vrijdag van 17.00 uur tot 23.00 uur, zaterdag van 12.00 uur tot 23.00 uur en zondag van 12.00 uur tot 19.00 uur. Tijdens het festival worden de werkzaamheden verricht door vrijwilligers, die daarvoor gratis consumpties en een geschenkenset met bier of iets dergelijks ontvangen. Bij uitzondering worden door vrijwilligers gemaakte kosten vergoed. De vrijwilligers worden geworven onder de leden van de vereniging PINT en onder vrienden en bekenden van het bestuur van eiseres. Eiseres maakt vooral reclame door posters en flyers te verspreiden in cafés in [plaats 1] en in andere steden. Daarnaast wordt ook in kranten aandacht besteed aan het festival. De stands waarin het bier wordt verkocht, worden veelal gratis ter beschikking gesteld door de brouwers. Zij dragen ook bij in de advertentiekosten. Eiseres ontvangt jaarlijks tevens een bijdrage van het Centraal Brouwerij Kantoor.
2.3. Voor de tijdens het festival geschonken bokbier wordt in horecagelegenheden meestal tussen de € 3 en de € 4 per glas gerekend.
2.4. Eiseres is vanaf haar oprichtingsjaar in de heffing van vennootschapsbelasting betrokken. Haar verzoek om een subjectieve vrijstelling voor deze belasting, dat werd gedaan bij de aangifte over 1998, is door verweerder afgewezen. Zij heeft, behalve voor de jaren 1999 en 2000, telkenjare aangifte gedaan. De belastbare winsten zijn door verweerder als volgt vastgesteld:
1996 € 8.432
1997 € 8.959
1998 € 5.930
1999 € 8.102
2000 € 8.783
2001 € 16.934 negatief
2002 € 21.187
2003 € 11.807
2004 € 26.404
3. Geschil
3.1. In geschil is of eiseres belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting. Hierbij houdt partijen in het bijzonder verdeeld of eiseres een onderneming drijft in de zin van artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: de Wet), al dan niet in samenhang met artikel 4, onderdeel a, van de Wet en zo deze vraag bevestigend wordt beantwoord, of eiseres moet worden vrijgesteld op grond van artikel 6 van de Wet, en het daarop gebaseerde Vrijstellingsbesluit vennootschapsbelasting.
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en herroeping van de belastingaanslag.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. Beoordeling van het geschil
4.1. De rechtbank zal eerst de vraag beantwoorden of sprake is van een werkzaamheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, van de Wet, waardoor in concurrentie wordt getreden met ondernemingen gedreven door natuurlijke personen of lichamen vermeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b en c, van de Wet, welke werkzaamheid met het drijven van een onderneming is gelijkgesteld. Verweerder beantwoordt deze vraag bevestigend; hij stelt dat eiseres meer in het bijzonder met horeca-ondernemingen in concurrentie treedt. Eiseres bestrijdt dit standpunt en voert daartoe aan dat zij niet is geopend tijdens horeca-tijden en dat zij alleen bokbier schenkt. Er zijn volgens eiseres geen andere ondernemingen die een festival als dit (kunnen) organiseren.
4.2. Naar het oordeel van de rechtbank treedt eiseres in concurrentie met in de inkomsten- of vennootbelasting betrokken ondernemers, in het bijzonder ondernemers die gelegenheid bieden tot het nuttigen van alcoholische dranken, waaronder bier. Dat tijdens het festival voornamelijk bokbier wordt geschonken - naar eiseres stelt is de consumptie van andere dranken bijkomstig - maakt dit niet anders. De wijze waarop eiseres het festival onder de aandacht brengt van het publiek, maakt reeds duidelijk dat de festivalbezoekers worden gevonden binnen de doelgroep die ook door horecagelegenheden wordt bediend. Voorts zijn de openingstijden van het festival anders dan eiser stelt niet beperkt tot tijden waarop horeca-ondernemingen gesloten zijn. Dat geen andere organisatie een vergelijkbaar festival organiseert of zou kunnen organiseren staat niet aan het voorgaande in de weg. Voor het in concurrentie treden is het niet nodig dat dit gebeurt met ondernemers die geheel gelijke activiteiten verrichten. Eiseres heeft nog aangevoerd dat van in concurrentie treden geen sprake kan zijn omdat het festival slechts drie dagen per jaar is geopend en omdat zij met de promotie van bokbier juist gratis reclame maakt voor andere drinkgelegenheden. De rechtbank vindt in deze argumenten geen reden om anders te oordelen. De Wet stelt geen tijdsduur aan het in concurrentie treden, het aantal door eiseres verkochte consumpties (70.000) is aanzienlijk en gaat ten koste van de afzetmogelijkheden van bedoelde ondernemingen. Ook de stelling van eiseres dat zij niet streeft naar het behalen van winst - wat daar overigens van zij - en de omstandigheid dat vrijwilligers bij de organisatie van het festival een grote rol spelen, brengen de rechtbank niet tot een ander oordeel. Het één noch het ander is relevant voor het antwoord op de vraag of eiseres in concurrentie treedt met ondernemers.
4.3. Aan de orde is vervolgens de vraag of eiseres is vrijgesteld van vennootschapsbelasting op grond van artikel 6, aanhef en onderdeel b, van de Wet, in samenhang met het daarop gebaseerde Vrijstellingsbesluit vennootschapsbelasting. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. Het doel en de feitelijke activiteiten van eiseres, het organiseren van activiteiten rond de promotie van bier, kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als de behartiging van een algemeen maatschappelijk- of een sociaal belang als bedoeld in artikel 6 van de Wet. Dit doel kan ook niet op één lijn worden gesteld met het doel van bijvoorbeeld goede-doelinstellingen, muziek- of sportverenigingen en dergelijke.
4.4. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard. De overige standpunten van partijen behoeven geen behandeling meer.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 25 september 2007 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. J.P.F. Slijpen, mr. G.J. van Leijenhorst en mr. K.M. Braun, in tegenwoordigheid van mr. A.D. van Riel, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.