Rechtbank 's-Gravenhage, 09-12-2009, BK6814, AWB 09/1670
Rechtbank 's-Gravenhage, 09-12-2009, BK6814, AWB 09/1670
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 9 december 2009
- Datum publicatie
- 6 januari 2010
- ECLI
- ECLI:NL:RBSGR:2009:BK6814
- Zaaknummer
- AWB 09/1670
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Exploitatie privehuis. Exploitant verricht een dienst jegens de klant. Geen dienstverlening door prostituee. Beroep ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Afdeling 4, enkelvoudige kamer
Procedurenummer: AWB 09/1670 OB
Uitspraakdatum: 9 december 2009
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
in het geding tussen
V.O.F. [X], gevestigd te [Z], eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst [te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 28 februari 2009 op het bezwaar van eiseres tegen de aan eiseres over het tijdvak 1 juni 2005 tot en met 30 juni 2006 opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting ten bedrage van € 15.428 (aanslagnummer [nummer]).
I ZITTING
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 november 2009. Namens eiseres zijn verschenen [A] en [B] (firmanten van eiseres), bijgestaan door [C]. Namens verweerder zijn verschenen [D], [E] en [F]. De zaak is gelijktijdig behandeld met het beroep van eiseres onder nummer AWB 08/6465 LB/PVV.
IIBESLISSING
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
IIIOVERWEGINGEN
3.1.Tussen partijen is in geschil of eiseres uitsluitend kamers verhuurt aan prostituees of dat zij (mede) gelegenheid biedt tot het hebben van seksuele omgang met de prostituees.
3.2.Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres één dienst verricht, te weten het gelegenheid geven tot seksuele omgang. De totale door de klant betaalde vergoeding - voor zover die niet ziet op door de prostituee verrichte extra diensten - moet aan eiseres worden toegerekend. Eiseres verricht aldus een voor de omzetbelasting naar het algemene tarief belaste prestatie.
3.3. Naar het oordeel van de rechtbank dient voor de beantwoording van de vraag welke prestatie(s) door wie word(t)(en) verricht te worden vastgesteld of de klant één prestatie ontvangt, te weten het krijgen van de gelegenheid om zich met een prostituee terug te trekken in een kamer om seksuele omgang te hebben, dan wel twee afzonderlijke prestaties, namelijk de verhuur van een kamer door eiseres aan de prostituee en de door de prostituee aan de klant verleende dienst. Eén en ander dient te worden bezien vanuit de afnemer, in casu de prostituant.
3.4. De rechtbank neemt het volgende als vaststaand aan:
- eiseres presenteert zich blijkens de tot de gedingstukken behorende advertenties naar buiten toe als een privéhuis en niet als kamerverhuurbedrijf;
- het huis wordt geëxploiteerd als en is ingericht als een seksclub;
- eiseres beschikt over een vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting;
- eiseres werft op eigen naam zowel klanten als prostituees;
- de klanten geven bij een bezoek vooraf aan welke prostituee zij willen bezoeken. Indien deze niet aanwezig is of beschikbaar is, wordt de (overige) aanwezige prostituees aan hem voorgesteld. Dit laatste gebeurt eveneens met klanten die spontaan langskomen;
- de aan klanten in rekening gebrachte prijzen gelden per tijdseenheid (half uur, drie kwartier of een uur) en worden in de communicatie met de klant niet nader uitgesplitst;
- de klant betaalt slechts één bedrag.
Gesteld noch gebleken is dat in het huis aan klanten iets anders wordt aangeboden dan het gebruik van een kamer en de mogelijkheid tot seksuele omgang met een prostituee. Evenmin is gesteld of gebleken is dat de gemiddelde klant het huis bezoekt met een ander doel dan het hebben van seksuele omgang met een prostituee.
3.5.Op grond van de onder 3.4 vermelde feiten en omstandigheden acht de rechtbank aannemelijk gemaakt dat, zoals verweerder heeft gesteld, voor de modale klant het kenmerkende element van de aan hem aangeboden dienst bestaat uit het hebben van seksuele omgang met een prostituee en dat het gebruik van een kamer voor de klant geen doel op zich is, maar slechts een middel om seks te kunnen hebben. Vanuit de afnemer van de prestatie bezien is in het voorliggende geval naar het oordeel van de rechtbank derhalve sprake van één dienst, bestaande uit het gelegenheid geven tot het hebben van seksuele omgang. De omstandigheid dat incidenteel ook wel kamers worden verhuurd aan klanten voor andere doeleinden dan het hebben van seksuele omgang met een prostituee is onvoldoende zwaarwegend voor een ander oordeel.
3.6. Vervolgens dient te worden beoordeeld of die dienst wordt verricht door eiseres of door de prostituee. Vaststaat dat eiseres zorg draagt voor, en de beschikking heeft over de vereiste vergunning. Volgens de APV en de vergunningvoorschriften van de gemeente Rotterdam dienen prostituees die niet op hun eigen woonadres werken te beschikken over een vergunning. Verweerder heeft onweersproken gesteld dat de prostituees die werkzaam zijn binnen het bedrijf van eiseres niet over een dergelijke vergunning beschikken en gebruik maken van de vergunning van eiseres. Voorts staat vast dat eiseres zowel prostituees als klanten werft, dat zij controleert of de prostituees de vereiste minimumleeftijd hebben en legaal in Nederland verblijven en hen wegwijs maakt binnen het bedrijf, en dat zij zorg draagt voor beheer, onderhoud en schoonmaak van het pand. Ook heeft eiseres een huisreglement opgesteld. Eiseres, dan wel een door haar aangestelde beheerder, neemt de telefoon op en ontvangt de klanten. Gelet op deze feiten en omstandigheden, tezamen en in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank met verweerder van oordeel dat eiseres degene is die de dienst - het gelegenheid bieden tot het hebben van seksuele omgang met prostituees - verricht. Aldus verricht eiseres een naar het algemene tarief belaste prestatie en dient zij over de totale door de klant betaalde vergoeding omzetbelasting te voldoen.
3.7.Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Aldus vastgesteld door mr. E.E. Schotte, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.M. Holdert.
Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2009.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.