Rechtbank 's-Gravenhage, 17-08-2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:30933, AWB-10_5198 LB
Rechtbank 's-Gravenhage, 17-08-2011, ECLI:NL:RBSGR:2011:30933, AWB-10_5198 LB
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 17 augustus 2011
- Datum publicatie
- 1 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBSGR:2011:30933
- Zaaknummer
- AWB-10_5198 LB
Inhoudsindicatie
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2009 een naheffingsaanslag in de loonheffing ten bedrage van € 123.762 opgelegd, alsmede bij beschikking een boete van € 56.
Uitspraak
Sector bestuursrecht
Zaaknummer: AWB 10/5198
Uitspraak van de meervoudige kamer van 17 augustus 2011 ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen
[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres
(gemachtigde: R. van de Linde),
en
10/5198
Procesverloop
Verweerder heeft aan eiseres over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2009 een naheffingsaanslag in de loonheffing (aanslagnummer [aanslagnummer] ) ten bedrage van € 123.762 opgelegd, alsmede bij beschikking een boete van € 56.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 juni 2010 de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen bij brief van 20 juli 2010, ontvangen bij de rechtbank op 23 juli 2010, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Verweerder heeft bij brieven van 23 juni 2011 en 24 juni 2011, ingekomen bij de rechtbank op 23 juni 2011 en 24 juni 2011, nadere stukken bij de rechtbank ingediend. Kopieën van deze stukken zijn aan eiseres verzonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 juli 2011 te 's-Gravenhage. Namens eiseres is daar verschenen R. van de Linde. Namens verweerder zijn verschenen mr. L.C.E. Jentink en mr. R.R.E. de Ruijsscher. Het beroep is gelijktijdig behandeld met de beroepen met nummers AWB 10/5195 en AWB 10/5197. Tenzij anders wordt aangegeven, wordt hetgeen in die zaken is aangevoerd en overgelegd tevens geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in deze zaak.
Verzoek om heropening
Bij brief van 13 juli 2011 heeft eiseres om een nieuwe mondelinge behandeling verzocht. Eiseres voert daartoe aan dat de uitnodiging voor de zitting van 7 juli 2011 naar haar boekhouder is gestuurd, dat haar boekhouder zonder haar medeweten naar de zitting is gegaan en deze door de rechtbank onverrichter zake is heengezonden. De rechtbank wijst het verzoek af. Hierbij overweegt de rechtbank het volgende. Tot de gedingstukken behoort een machtiging waarin het navolgende is vermeld:
“Hierbij machtigt [persoon] eigenaar van de bedrijven [bedrijf 1] B.V. en [eiseres] B.V., dhr. R. van de Linde (geboren [geboortedatum] 1953) van R. van de Linde accountancy tot het afhandelen van alle belastingzaken incl. de rechtspraak.”.
Gesteld noch gebleken is dat de handtekening bij “ [persoon] ” op de machtiging niet zijn handtekening is en evenmin is gesteld of gebleken dat die machtiging is ingetrokken. Gelet op het bepaalde in artikel 6:17 van de Awb is de uitnodiging om ter zitting te verschijnen terecht aan de gemachtigde gezonden. Gemachtigde is op 7 juli 2011 ter zitting verschenen en is daar door de rechtbank in de gelegenheid gesteld namens eiseres het woord te voeren. Van het onverrichter zake heenzenden van de gemachtigde is dus geen sprake. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding voor een nieuwe mondelinge behandeling. Dat de gemachtigde eiseres niet van de uitnodiging om ter zitting te verschijnen in kennis heeft gesteld, komt, gelet op de inhoud van de machtiging, voor risico van eiseres.