Rechtbank 's-Gravenhage, 08-02-2012, BV5970, AWB 10/2821 en AWB 10/2822
Rechtbank 's-Gravenhage, 08-02-2012, BV5970, AWB 10/2821 en AWB 10/2822
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 8 februari 2012
- Datum publicatie
- 8 maart 2012
- ECLI
- ECLI:NL:RBSGR:2012:BV5970
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2014:2200, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- AWB 10/2821 en AWB 10/2822
Inhoudsindicatie
Vernietiging navorderingsaanslagen, omdat eiser geen onvoorwaardelijk recht op levering van aandelen heeft verkregen. Verweerder maakt niet aannemelijk dat tussen eiser en diens werkgever een Stock Subscription Agreement is gesloten. Voorts heeft verweerder niet aannemelijk gemaakt dat de tussen eiser en diens werkgever bestaande mondelinge afspraken, als ook hetgeen in de arbeidsovereenkomst staat vermeld, daadwerkelijk in 2006 zijn geëffectueerd.
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
zaaknummers: AWB 10/2821 en AWB 10/2822
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 februari 2012 in de zaken tussen
[X], wonende te [Z], eiser
(gemachtigde: [A]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst [te P], verweerder.
Procesverloop
1.1. Aan eiser is voor het jaar 2006 met dagtekening 20 december 2008 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (aanslagnummer [nummer a]) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 248.395 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 1.921 (hierna: de eerste navorderingsaanslag). Daarnaast is aan eiser bij beschikking een bedrag van € 10.079 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Aan eiser is voorts voor het jaar 2006 met dagtekening 11 juli 2009 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (aanslagnummer [nummer b]) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 444.471 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 279 (hierna: de tweede navorderingsaanslag). Daarnaast is aan eiser bij beschikking een bedrag van € 14.709 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.3. Verweerder heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 11 maart 2010 de onder 1.1 en 1.2 genoemde navorderingsaanslagen gehandhaafd.
1.4. Eiser heeft daartegen bij brief van 12 april 2010, ontvangen bij de rechtbank op
20 april 2010, beroep ingesteld.
1.5. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.6. Eiser heeft vóór de zitting bij brief van 28 oktober 2011, ingekomen bij de rechtbank op 1 november 2011, een nader stuk ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan verweerder.
1.7. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 november 2011 te 's-Gravenhage.
Eiser is daar in persoon verschenen, alsmede diens gemachtigde [A], bijgestaan door [B] en [C]. Namens verweerder zijn verschenen [D] en [E]. Verweerder heeft ter zitting een pleitnota met bijlage overgelegd.
1.8. Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst en is verweerder in de gelegenheid gesteld om een berekening ten aanzien van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen aan de rechtbank te verstrekken. Bij brief van 24 november 2011, ontvangen bij de rechtbank op 25 november 2011, heeft verweerder voor die berekening verwezen naar bijlage 7 van het verweerschrift. De rechtbank heeft vervolgens, na het uitblijven van een reactie van eiser op voormelde brief, het onderzoek gesloten.
Overwegingen
Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Algemeen
2.1. Eiser is directeur-grootaandeelhouder van [F] B.V. (hierna: eisers personal holding). Eisers personal holding was aandeelhouder in [G] B.V.
2.2. Op 23 december 2005 zijn eisers personal holding, [H] B.V., [I] B.V. en de Stichting [J] met [K] Inc een "Sale and Purchase Agreement" (hierna: de SPA-overeenkomst) aangegaan. Bij die overeenkomst zijn partijen overeengekomen dat eerstgenoemde vennootschappen hun aandelen in [G] B.V. verkopen aan [K inc] tegen een koopsom van € 600.000 in contanten en aandelen [K inc] ter waarde van € 1,5 miljoen (share payments). In de SPA-overeenkomst staat onder meer - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"(...)
3.3. [K inc] shall furthermore remunerate to the [G] Shareholders, conform Schedule B, the following "share payments":
(a) 650.000 Euro (...) to be paid in newly issued shares in the capital of [K inc] with a nominal value of $ 0,01 against a value of USD 1,25 (...);
(b) 425.000 Euro (...) to be paid in newly issued shares in the capital of [K inc] with a nominal value of USD 0,01 against a value based on the low five-day (...) daily volume weighted average price (VWAP) of [K inc]'s common stock as reported by Bloomberg Financial using the AQR function upon twelve months after Completion, and;
(c) 425.000 Euro (...) to be paid in newly issued shares in the capital of [K inc] with a value based on the low five-day (...) daily volume weighted average price (VWAP) of [K inc]'s common stock as reported by Bloomberg Financial using the AQR function upon twenty four months after Completion.
(...)
3.6. The shares issued pursuant to this clause 3.3 (..) shall be restricted shares as defined by Rule 144 as promulgated under the Securities Exchange Act of 1933 as amended and shall be subject to the transfer restrictions imposed by rule 144."
2.3. Eiser is op 1 januari 2006 in dienst getreden bij [K inc] als content alliance director. Op 16 januari 2007 is eiser uit dienst getreden.
Aandelen [K inc]
2.4. Tot de gedingstukken behoort een, door eiser en [K inc] getekende, employment agreement (hierna: de arbeidsovereenkomst), met dagtekening 1 maart 2006. In die overeenkomst staat onder meer - voor zover van belang - het volgende vermeld:
"(...) a. The Employee will be employed by the Company as of Januari 1, 2006 for an indefinite term as Content Alliance Director;
(...) e. The Parties desire to set forth in writing the terms and conditions of employment in this agreement (herinafter: this Agreement) effective January 1, 2006;"
7.1 Upon employment, the Employee, shall receive 250,000 (...) shares of the Company's common stock pursuant to the terms and conditions set forth in the Stock Subscription Agreement by and between the Company and Employee, attached hereto as Exhibit 1. The stock will be granted on the day of signature of this Agreement ("Grant Date"). The price of the stock granted to the Employee shall be equal to the fair market value of the Company's Common Stock on the Grant Date. Fair market value shall equal the last sales price for shares of the Company's Common Stock on the Grant Date as reported by the OTC National Market. In case of a termination of employment by the Employee within the first twelve months of employment, 50,000 (...) shares of the above shares shall be returned to the Company. In that case, the shares shall be returned on the last day of this Agreement.
7.2 After January 1, 2007 the Employee shall receive 250,000 (two hundred fifty thousand) shares of the Company's common stock pursuant to the terms and conditions set forth in the Stock Subscription Agreement to be agreed upon at the time of grant between the Company and Employee. The stock may be granted on the day set in this clause. The share price shall be based fair market value of a low five-day daily volume weighted average price (VWAP) of [K inc]'s common stock as reported by Bloomberg Financials using the AQR function, all subject to the results of the Key Performance Indicators agreed upon with the Board.".
2.5. Tot de gedingstukken behoort voorts een voorbeeld van een tussen [K inc] en een werknemer van [K inc] gesloten Stock Subscription Agreement (hierna: SSA). In de SSA staat onder meer - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"STOCK SUBSCRIPTION AGREEMENT
This Stock Subscription Agreement (the "Agreement") is made as of December 1, 2006 by and between [K inc] (the "Company") and
1) Subscription for Stock. Subject to the terms and conditions of this Agreement, on the date hereof the Company will issue to Subscriber, and Subscriber agrees to purchase from the Company, 500,000 shares of the Company's Common Stock (the "Shares") at US$ 0,01 per share. The term "Shares" refers to the Shares and all securities received in replacement of or in connection with the Shares pursuant to stock dividends or splits, all securities received in replacement of the Shares in a recapitalization, merger, reorganization, exchange or the like, and all new, substituted or additional securities or other properties to which Subscriber is entitled by reason of Subscriber's ownership of the Shares.
2) Subscription. The Subscription of the Shares under this Agreement shall occur at the principal office of the Company simultaneously with the execution of this Agreement by the parties or on such other date as the Company and Subscriber shall agree (the "Subscription Date"). On the Subscription Date, the Company will deliver to Subscriber a certificate representing the Shares Subscribed for by Subscriber (which shall be issued in Subscriber's name) in exchange for the Consideration.
(...)
4) Investment and Taxation Representations. In connection with the subscription of the Shares,
Subscriber represents to the Company the following:
(...)
(c) Subscriber understands that the Shares are "restricted securities" under applicable U.S.federal and state securities laws and that, pursuant to these laws, Subscriber must hold the Shares indefinitely unless they are registered with the Securities and Exchange Commission and qualified by state authorities, or an exemption from such registration and qualification requirements is available. Subscriber acknowledges that the Company has no obligation to register or qualify the Shares for resale. Subscriber further acknowledges that if an exemption from registration or qualification is available, it may be conditioned on various requirements including, but not limited to, the time and manner of sale, the holding period for the Shares, and requirements relating to the Company which are outside of the Subscriber's control, and which the Company is
under no obligation and may not be able to satisfy.(d) Subscriber understands that Subscriber may suffer adverse tax consequences as a result of Subscriber's subscription for or disposition of the Shares.
(...)
The parties have executed this Agreement as of the date first set forth above."
2.6. In Rule 144 van de Securities and Exchange Commission (hierna: SEC) is aangegeven onder welke voorwaarden aandelen met een restrictie, zoals bedoeld in artikel 4 (c) van de SSA's, kunnen worden doorverkocht. De voorwaarden, die gelden voor aandelen die toebehoren aan een zogenoemde "affiliate of the issuer" luiden, kort weergegeven, als volgt:
- de aandelen mogen, nadat deze volledig zijn betaald, gedurende minimaal één jaar niet worden verkocht. De wachtperiode begint te lopen vanaf het moment dat de volledige koopprijs van de aandelen is voldaan;
- het aantal aandelen dat per kwartaal kan worden verkocht, mag niet groter zijn dan 1% van het totaal van de uitstaande aandelen van dezelfde soort of, indien dit tot een hoger bedrag leidt, het gemiddelde wekelijkse omzetbedrag van deze aandelen op de aandelenbeurs gedurende de aan de verkoop voorafgaande maand (de zogenoemde volumebeperking);
- indien het aantal aandelen dat per kwartaal is verkocht het aantal van 500 of de totale verkoopprijs het bedrag van $ 10.000 overschrijdt, moet een kennisgeving van deze verkopen bij de SEC worden gedeponeerd;
- de aandelen mogen slechts worden verkocht door tussenkomst van een "broker" of direct aan een "market maker";
- de uitgevende instelling moet voldoen aan bepaalde informatieverplichtingen.
Deze voorwaarden, met uitzondering van de volumebeperking, gelden niet meer na afloop van een wachtperiode van twee jaar, welke periode begint te lopen op het moment dat de aandelen zijn betaald.
2.7. Eiser is op grond van zijn functie bij [K inc] aangemerkt als "affiliate of the issuer".
2.8. Tot de gedingstukken behoort tevens een certificaat met het nummer [nummer c]. Voormeld certificaat is op naam van eiser gesteld en is namens [K inc] en de "Transfer Agent and Registrar Authorized Officer" ondertekend. Het certificaat is gedagtekend op
20 december 2006. In het certificaat staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
"(...)
This Certifies That -[eiser]-
Is The Owner Of ***TWO HUNDRED FIFTY THOUSAND ***
FULLY PAID AND NON-ASSESSABLE COMMON SHARES, NO PAR VALUE [K inc]
transferable only on the books of the Corporation by the holder hereof in person or by attorney upon
surrender of this Certificate properly endorsed. This Certificate and the shares represented hereby are
subject to all the provisions of the Articles of Incorporation, to all of which the holder by acceptance
hereby assents. This Certificate is not valid until countersigned by the Transfer Agent and Registrar.".
2.9. De aandelen in [K inc] waren in 2006 verhandelbaar op de Pink Sheets-beurs te New York. De beurskoers van het aandeel bedroeg op 1 maart 2006 $ 2 en op 31 december 2006 $ 0,51. De wisselkoers US-dollar - euro bedroeg op respectievelijk 1 maart 2006 1,1923 en op 31 december 2006 1,3199.
2.10. Tot de gedingstukken behoort een brief van 30 december 2006 van [K inc] aan eiser. Eiser heeft deze brief niet voor akkoord getekend. In die brief staat onder meer - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"As discussed in our meeting shortly before Christmas, we agreed the following:
The company has decided, as a show of goodwill, to grant you the first portion of 250.000 shares (as per your labour agreement), at $0,01 per share (nominal value). This, despite of the market share price on January 15, 2006. This decision was also conditioned upon reaching a full agreement for settlement, acceptable to us.
The value of the shares will be taxed as a salary component, and will be fully to your account since this gross compensation is considered part of your wages. The second portion of 250.000 shares (also as per the labour contract) will not be issued since the targets and KPI's required were by no means met.".
Vaststellingsovereenkomst
2.11. Op 14 februari 2008 zijn [K inc] en eisers personal holding, [H] B.V., Stichting [G] en [I] B.V. een vaststellingsovereenkomst (hierna: de vaststellingsovereenkomst) overeengekomen. In de vaststellingsovereenkomst staat onder meer - voor zover hier van belang - het volgende vermeld:
"(...)
a. Partijen zijn op of omstreeks 27 december 2005 een Share Purchase Agreement (hierna"SPA") aangegaan ter overdracht van de aandelen in [G] B.V. per 16 januari 2006.
b. De voormalige aandeelhouders [G] hebben op 16 januari 2006 alle aandelen in [G] B.V. overgedragen aan [K inc]. De betaling van [K inc] voor de aandelen in [G] B.V. zou bestaan uit aandelen in het aandelenkapitaal van [K inc] en een bedrag in contanten, te betalen in drie tranches.
c. [K inc] heeft de betaling van de laatste tranche van € 200.000 en de levering van de aandelen in het aandelenkapitaal van [K inc], niet voldaan. [K inc] claimt een zodanige vordering (van meer dan 200,000,- Euro) op de voormalige aandeelhouders [G] te hebben dat na compensatie per saldo van geen verplichting van [K inc] aan voormalige aandeelhouders [G] sprake zou zijn en dat zij daarom haar betalingen zou hebben opgeschort.
(...)
g. Naar aanleiding van juridische stappen die door partijen werden genomen, en teneinde voor eens en voor altijd het geschil te beëindigen is op 14 februari 2008 een minnelijke regeling bereikt hetgeen partijen vastleggen in deze overeenkomst.
(...)
Artikel 2 - Betalingen in aandelen door [K inc]
2.1 Uiterlijk op 1 april 2008 levert [K inc] aan de voormalige aandeelhouders van [G], 1.200.000 (...) aandelen
in het aandelenkapitaal van [K inc]. De verkrijgingsdatum van deze aandelen wordt gesteld op 14 februari 2008.
2.2 Daarnaast levert [K inc] aan [eiser] (in privé) uiterlijk op 1 april 2008 in totaal 500.000 aandelen in het aandelenkapitaal van [K inc], te weten het certificaat van 250.000 aandelen zoals uitgegeven op het moment van indiensttreding en 250.000 nieuw uit te geven aandelen. De verkrijgingsdatum van de nieuw uit te geven aandelen wordt gesteld op 14 februari 2008.
2.3 [K inc] verleent volledige medewerking aan de voormalige aandeelhouders van [G] om de aandelen die de voormalige aandeelhouders van [G] reeds in het bezit hebben en waarvan de lock-up periode is verstreken, vrij verhandelbaar te maken. [K inc] zal daartoe o.a. zo spoedig mogelijk (doch uiterlijk per 1 april 2008) haar gegevens op de pink sheet up to date maken.
(...)
4.3 Partijen verklaren na uitvoering van het bovenstaande niets meer van elkaar te vorderen te hebben uit hoofde van de SPA en verlenen elkaar finale kwijting.(...)".
Navorderingsaanslagen
2.12. Aan eiser is met dagtekening 6 mei 2008 een definitieve aanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2006 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 90.115 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil.
2.13. Op 21 februari 2008 heeft er op initiatief van [K inc] een gesprek met de heer [D], die door verweerder is belast met de behandeling van de loonheffingsaangelegenheden van [K inc], plaatsgevonden over de kwalificatie van de aan de werknemers van [K inc] verstrekte aandelen. Daarbij heeft [K inc] aan [D] een overzicht verstrekt van de aan haar werknemers verstrekte aandelen. In dat overzicht staat vermeld dat eiser op 1 december 2006 500.000 aandelen [K inc] tegen een prijs van $ 0,01 per aandeel heeft verkregen.
2.14. [D] heeft, na diverse correspondentie en gesprekken, bij brief van 16 september 2008 aan [K inc] meegedeeld dat haar werknemers op het moment van verstrekking van de aandelen door [K inc] een voordeel hebben genoten en dat dit voordeel in de inkomstenbelasting zal worden betrokken.
2.15. Naar aanleiding van de door [D] aan de met de behandeling van de inkomstenbelastingaangelegenheden van eiser belaste ambtenaar verstrekte informatie over de toekenning van 500.000 aandelen [K inc] aan eiser, heeft deze ambtenaar (hierna: de aanslagregelaar) eiser bij brief van 20 oktober 2008 op de hoogte gesteld van zijn voornemen om in verband met de aan hem verstrekte aandelen [K inc] een navorderingsaanslag over het jaar 2006 op te leggen.
2.16. Bij brief van 12 november 2008, gericht aan de aanslagregelaar en [D], deelt eiser mede dat hij niet eerder dan in juli 2008 aandelen [K inc] heeft ontvangen en dat hij geen 500.000, maar 250.000 aandelen heeft ontvangen.
2.17. De aanslagregelaar heeft met dagtekening 20 december 2008 de eerste navorderingsaanslag opgelegd. De aanslagregelaar heeft daarbij de volgende correcties aangebracht:
Tabel 1
Tabel 2
2.18. Bij brief van 20 januari 2009 heeft [K inc] aan [D] de arbeidsovereenkomst van eiser verstrekt. In die brief staat voorts - voor zover hier van belang - nog het volgende vermeld:
"Aan (...) heeft u gevraagd om informatie te verstrekken inzake de uitgifte van aandelen in het kapitaal van de vennootschap.
Bijgaand treft u totaaloverzichten aan van alle ,, certificates" die door de vennootschap zijn uitgegeven. De kolommen ,, gereserveerd" geven de posities aan waarbij de ,,certificates" nog niet zijn volgestort.
(...)
Tabel 3
2.19. Tot de gedingstukken behoort een verslag van de op 11 februari 2009 gehouden bespreking tussen [D], [L], directeur-grootaandeelhouder van [H] B.V. en diens schoonvader. In dat verslag is onder meer - voor zover hier van belang - het volgende opgenomen:
"(...)
- [L] en [eiser] kregen als sign up (voor het in dienst treden) 250.000 aandelen. Afgesproken was dat zij
voor deze aandelen niets hoefden te betalen. (...)
- [L] en [eiser] hebben geen stock subscription agreement (zoals genoemd in de arbeidsovereenkomst)
getekend.
- In december 2006 heeft [L] aan [K inc] gevraagd (mondeling) wanneer hij en [eiser] de aandelen krijgen,
die hen op het moment van indiensttreding waren toegekend.
- [L] krijgt in januari 2007 van [K inc] te horen dat de aandelen voor hem en [eiser] klaarliggen. (...)
- [Eiser] deelt [K inc] in augustus 2006 mede dat hij eind januari 2007 weg wil. Hij wilde een jaar volmaken omdat
hij dan nog eens 250.000 aandelen kreeg. [X] heeft zijn (eerste 250.000) aandelen niet in januari 2007
ontvangen; dit omdat hij toch weg ging.".
2.20. In maart 2009 heeft [D] de aanslagregelaar op de hoogte gesteld dat aan eiser op 1 maart 2006 in totaal 250.000 aandelen [K inc] zijn verstrekt.
2.21. Bij brief van 28 mei 2009 heeft de aanslagregelaar aan eiser een tweede navorderingsaanslag over het jaar 2006 aangekondigd. Met dagtekening 11 juli 2009 heeft de aanslagregelaar de tweede navorderingsaanslag opgelegd. De aanslagregelaar heeft daarbij de volgende correcties aangebracht:
Tabel 4
Tabel 5
Geschil
3.1. In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Meer specifiek is in geschil of:
- eiser in 2006 ten aanzien van de aandelen [K inc] een voordeel uit dienstbetrekking en een voordeel uit sparen en beleggen heeft genoten, en zo ja, welke waarde aan de aandelen [K inc] dient te worden toegekend ter bepaling van de omvang van die voordelen;
- ter zake van de tweede navorderingsaanslag sprake is van een nieuw feit als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
3.2. Eiser concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de navorderingsaanslagen.
3.3. Verweerder concludeert tot gegrondverklaring van het beroep tegen de tweede navorderingsaanslag, vernietiging van de op die navorderingsaanslag betrekking hebbende uitspraak op bezwaar en vermindering van die navorderingsaanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 443.972 (€ 444.471 - /- € 499), alsmede tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de eerste navorderingsaanslag.
3.4. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Beoordeling van het geschil
Voordeel uit dienstbetrekking?
4.1. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiser op 1 maart 2006 een onvoorwaardelijk recht op levering van 250.000 aandelen [K inc] heeft verkregen. Daarbij heeft verweerder zich, naar hij ter zitting heeft verklaard, gebaseerd op tussen [K inc] en eiser bestaande mondelinge afspraken, welke worden bevestigd door de bij het nadere stuk van eiser gevoegde notitie van 19 oktober 2011, waarin staat dat aan eiser de belofte was gedaan dat hij 250.000 aandelen [K inc] tegen betaling van $ 0,01 kon krijgen, alsmede op de verklaring van [L] dat eiser bij indiensttreding 250.000 aandelen [K inc] om niet zou verkrijgen. Daarnaast leidt verweerder uit het onder 2.8 genoemde certificaat af dat eiser in 2006 een SSA met [K inc] heeft gesloten, zoals ook in de arbeidsovereenkomst staat vermeld. Eiser heeft dan ook op 1 maart 2006, gelet op de destijds geldende beurskoers van het aandeel [K inc], rekening houdende met een afwaardering van 15% (2,5% per "geblokkeerd" jaar), de verkrijgingsprijs van $ 0,01 en een vaste aftrek om doelmatigheidsredenen van € 500, een te belasten voordeel in de vorm van loon in natura van € 353.856 genoten, aldus verweerder.
4.2. Eiser heeft daartegen aangevoerd dat hij in 2006 geen loon in natura heeft genoten, aangezien hij in dat jaar geen (onvoorwaardelijk recht op levering van) aandelen [K inc] heeft verkregen. Nadat hij in september 2006 aan [K inc] had aangegeven zijn dienstverband per 15 januari 2007 te willen beëindigen, is de moeizame verstandhouding tussen eiser en [K inc] verder verslechterd. Dit heeft voortgeduurd totdat de vaststellingsovereenkomst op 14 februari 2008 werd gesloten. Naar aanleiding van de vaststellingsovereenkomst zou [K inc] uiterlijk op 1 april 2008 500.000 aandelen [K inc] aan hem leveren. Pas op 20 juni 2008 heeft hij het onder 2.8 genoemde certificaat van 250.000 aandelen [K inc] ontvangen. In 2009 is dit certificaat omgezet in verhandelbare aandelen [K inc]. De levering van de toegezegde tweede tranche van 250.000 aandelen heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Bovendien staat in artikel 7.1 van de arbeidsovereenkomst dat betaling tegen de marktprijs dient plaats te vinden, zodat ook in zoverre geen sprake kan zijn van een voordeel.
4.3. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder, met hetgeen hij heeft aangevoerd, niet aannemelijk gemaakt dat eiser in 2006 een voordeel uit aandelen [K inc] heeft genoten. Daarbij heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
4.4. Verweerder heeft, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door eiser, niet aannemelijk gemaakt dat er een SSA tussen [K inc] en eiser is gesloten. Een kopie van een door [K inc] en eiser ondertekende SSA ontbreekt immers. Ook de verklaring van [L] wijst op het ontbreken van een SSA tussen [K inc] en eiser. De verwijzing in de arbeidsovereenkomst naar een SSA acht de rechtbank onvoldoende bewijs voor het bestaan van de door verweerder gestelde SSA. Daarbij komt dat de arbeidsovereenkomst melding maakt van een op te maken SSA op grond waarvan eiser 250.000 aandelen [K inc] kan verwerven tegen betaling van de marktprijs, zodat ook op die grond geen sprake zou zijn van een te belasten voordeel in de vorm van loon in natura. Daarnaast kan het onder 2.8 genoemde certificaat niet als bewijs dienen voor de stelling van verweerder dat er een SSA tussen [K inc] en eiser is gesloten. Voormeld certificaat kan namelijk niet als een waardepapier worden aangemerkt, aangezien het niet verhandelbaar is.
4.5. Daarnaast heeft verweerder evenmin aannemelijk gemaakt dat de tussen [K inc] en eiser bestaande mondelinge afspraken, als ook hetgeen in artikel 7.1 van de arbeidsovereenkomst staat vermeld, daadwerkelijk in 2006 zijn geëffectueerd. Uit de verklaring van [L] valt op te maken dat eiser in 2006 geen aandelen [K inc] heeft ontvangen. Uit de gedingstukken en hetgeen eiser omtrent zijn uitdiensttreding bij [K inc] heeft aangevoerd, leidt de rechtbank af dat de brief van [K inc] van 30 december 2006 inzake de toekenning aan eiser van 250.000 aandelen [K inc] tegen een prijs van $ 0,01, betrekking heeft op onderhandelingen tussen [K inc] en eiser over diens uitdiensttreding en dat eiser dit, nu die brief niet door eiser voor akkoord is getekend, destijds niet heeft geaccepteerd. Daar in de vaststellingsovereenkomst van
14 februari 2008 betreffende de afwikkeling van de SPA-overeenkomst tevens is bepaald dat [K inc] uiterlijk op 1 april 2008 in totaal 500.000 aandelen aan eiser zou leveren, welk aantal overeenkomt met het aantal dat is opgenomen in artikel 7.1 en artikel 7.2 van de arbeidsovereenkomst, houdt de rechtbank het er voor dat met de vaststellingsovereenkomst ook de tussen [K inc] en eiser bestaande geschillen omtrent de aandelen [K inc] zijn beslecht en dat eiser in 2006 ten tijde van de ondertekening van de arbeidsovereenkomst geen onvoorwaardelijk recht op levering van aandelen [K inc] tegen een verkrijgingsprijs van USD 0,01 per aandeel heeft verkregen.
4.6. Gelet op het vorenoverwoge heeft verweerder ten onrechte een voordeel uit dienstbetrekking in aanmerking genomen. Aan de waardering van de aandelen [K inc], als ook de vraag of met betrekking tot de tweede navorderingsaanslag sprake is van een nieuw feit, komt de rechtbank niet meer toe.
Voordeel uit sparen en beleggen?
4.7. Nu, naar hiervoor is overwogen, eiser in 2006 geen onvoorwaardelijk recht op levering van aandelen [K inc] heeft verkregen, heeft eiser evenmin in 2006 een vermogensrecht als bedoeld in artikel 5.3, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet IB 2001 verkregen. Aldus heeft verweerder ten onrechte een voordeel uit sparen en beleggen in aanmerking genomen.
Slotsom
4.8. Gelet op het vorenoverwogene zijn de beroepen gegrond. De navorderingsaanslagen, als ook de heffingsrentebeschikkingen, dienen te worden vernietigd.
Proceskosten
De rechtbank vindt aanleiding verweerder te veroordelen in de kosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437 (1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 437, een wegingsfactor 1 en factor 1 voor samenhang). Voor een hogere vergoeding acht de rechtbank geen termen aanwezig. Bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Besluit, die afwijking van de forfaitaire regeling voor de kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand rechtvaardigen, zijn niet gebleken.
Voorts heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat de kosten van bezwaar slechts, gelet op het bepaalde in artikel 8:75 en artikel 7:15 van de Awb, voor vergoeding in aanmerking komen, indien in de bezwaarfase om een dergelijke vergoeding is verzocht. Van een dergelijk verzoek is niet gebleken. Tot slot merkt de rechtbank nog op dat bij inschakeling van meerdere gemachtigden slechts de kosten van één gemachtigde voor vergoeding in aanmerking komen (vgl. Centrale Raad van Beroep van 10 maart 1998, nr. 1993/476 AAW, LJN ZB7594, AB 1998/196).
Beslissing
De rechtbank:
-verklaart de beroepen gegrond;
-vernietigt de uitspraken op bezwaar;
-vernietigt de navorderingsaanslagen en de heffingsrentebeschikkingen;
-bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
-veroordeelt verweerder de proceskosten tot een bedrag van € 437 aan eiser te voldoen;
-gelast dat verweerder het door eiser in de zaak AWB 10/2821 betaalde griffierecht van € 41 aan hem vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Obbink-Reijngoud, rechter, mr. G.J. van Leijenhorst, rechter, en mr. A.J.M. Arends, rechter-plaatsvervanger, in aanwezigheid van
mr. U.A. Salomons, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
8 februari 2012.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage (belastingkamer), Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.