Home

Rechtbank 's-Gravenhage, 08-10-2012, BY1623, AWB 12/4462

Rechtbank 's-Gravenhage, 08-10-2012, BY1623, AWB 12/4462

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Datum uitspraak
8 oktober 2012
Datum publicatie
30 oktober 2012
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1623
Zaaknummer
AWB 12/4462

Inhoudsindicatie

Aanvraag zorgtoeslag te laat ingediend. Op print staat geen informatie waaruit blijkt wanneer de digitale aanvraag daadwerkelijk is ingediend. Op eiser rustende bewijslast. Beroep ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12/4462

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer

van 9 oktober 2012 in de zaak tussen

[X], wonende te [Z], eiser,

en

Belastingdienst/Toeslagen [te P], verweerder.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van verweerder van 27 april 2012 op het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag zorgtoeslag voor het jaar 2010.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2012.

Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door zoon en echtgenote. Namens verweerder zijn verschenen [A] en [B].

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiser heeft op 30 december 2011 op papier een aanvraag zorgtoeslag voor het jaar 2010 (de aanvraag) ingediend.

2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat deze te laat, te weten niet voor

1 april 2011, is ingediend. Het bezwaar dat eiser hiertegen heeft gemaakt is door verweerder ongegrond verklaard.

3. Eiser stelt dat hij reeds met dagtekening 27 maart 2011, en dus tijdig, digitaal zorgtoeslag voor het jaar 2010 heeft aangevraagd (de digitale aanvraag). Uit telefonische informatie van de belastingdienst heeft eiser begrepen dat de digitale aanvraag niet was ontvangen en hij heeft van de belastingdienst formulieren ontvangen om de aanvraag nogmaals in te dienen. Dat heeft hij op 30 december 2011 gedaan.

4. Tussen partijen is niet in geschil dat aan eiser of zijn toeslagpartner geen uitstel is verleend voor het indienen van de aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2010 zodat ingevolge artikel 15, eerste lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen de aanvraag moest worden ingediend voor 1 april 2011. Evenmin is tussen partijen in geschil dat eiser niet eerder zorgtoeslag heeft aangevraagd.

5. Verweerder heeft verklaard niet eerder dan op 30 december 2011 een aanvraag van eiser te hebben ontvangen. Hij ontkent dat reeds op 27 maart 2011 een digitale aanvraag is ingediend.

6. De last om te bewijzen dat tijdig een aanvraag is ingediend rust op eiser. Eiser heeft geen ontvangstbevestiging overgelegd van de digitale aanvraag. Als bewijs van de indiening van de digitale aanvraag op 27 maart 2011 heeft eiser een print overgelegd van een op 27 maart 2011 gedateerde aanvraag. Daarop staat echter geen informatie waaruit blijkt dat de digitale aanvraag daadwerkelijk is ingediend. De enkele vermelding van de datum 27 maart 2011 is daartoe onvoldoende. Naar het oordeel van de rechtbank is eiser dan ook niet in de op hem rustende bewijslast geslaagd dat voor 1 april 2011 een digitale aanvraag is ingediend.

7. Nu de last om te bewijzen dat tijdig een aanvraag is ingediend op eiser rust, kan eiser reeds om die reden niet worden gevolgd in zijn ter zitting ingenomen standpunt dat verweerder een historisch overzicht moet overleggen van eisers DigiD inloggegevens. Overigens zijn (de historische) DigiD inloggegevens uitsluitend benaderbaar door degene van wie het desbetreffende DigiD is, het ligt dan op de weg van eiser om deze gegevens desgewenst te overleggen.

8. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is het beroep ongegrond verkaard.

9 De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J. Ebbeling, rechter, in aanwezigheid van

mr. A. Atwaroe, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2012.

griffier rechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. (Nadere informatie www.raadvanstate.nl)

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.

2. - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.