Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-06-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:4653, AWB-11_6160

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18-06-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:4653, AWB-11_6160

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
18 juni 2013
Datum publicatie
25 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2013:4653
Zaaknummer
AWB-11_6160

Inhoudsindicatie

De transacties met de onroerende zaken vormen een winstuitdeling voor zover deze prijzen onzakelijk zijn. Met betrekking tot de reis-, verblijf- en representatiekosten heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat deze een zakelijk karakter hebben. Ter hoogte van de correctie zijn deze uitgaven gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de DGA van belanghebbende. De kosten kunnen derhalve niet ten laste van het resultaat van belanghebbende gebracht worden.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Procedurenummer AWB 11/6160

uitspraak van 18 juni 2013

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats W],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Zuidwest, kantoor Goes, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2006 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 3.871.735. Dagtekening van de aanslag is 31 juli 2010, aanslagnummer: [nummer].V.66.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 26 november 2011 de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 3.234.505.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 5 december 2011, ontvangen bij de rechtbank op 7 december 2011, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 302.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd. De inspecteur heeft bij brief van 6 juni 2012 medegedeeld geen conclusie van dupliek in te dienen.

1.6.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 maart 2013 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende [DGA], ter bijstand vergezeld van zijn dochter [dochter], zijn gemachtigde [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Middelburg, en [taxateur S] (taxateur) en namens de inspecteur, [gemachtigden], [taxateur K] (taxateur) en [taxateur O] (taxateur). Gelijktijdig zijn behandeld de zaken met procedurenummers 11/5970 tot en met 11/5972 en 11/6159 tot en met 11/6161. Van het ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift op dezelfde dag als deze uitspraak aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

De ondernemingsactiviteiten van belanghebbende bestaan uit de exploitatie van onroerende zaken en het beleggen in effecten en leningen. Directeur enig aandeelhouder van belanghebbende is de heer [DGA] (hierna: de DGA).

2.2.

Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar aangifte vennootschapsbelasting gedaan naar een belastbaar bedrag van € 2.055.083.

2.3.

Op 14 juli 2009 heeft de inspecteur een boekenonderzoek bij belanghebbende ingesteld. Onderzocht is ondermeer de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting 2006 tot en met 2007 en de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken 2006 en 2007. Het onderzoek heeft zich op bepaalde punten eveneens uitgestrekt over de aangifte vennootschapsbelasting 2005. Naar aanleiding van dit boekenonderzoek heeft de inspecteur diverse correcties op de door belanghebbende ingediende aangifte aangebracht. Hierna volgt een beschrijving van de correcties.

Reis-, verblijf- en representatiekosten

2.4.

Blijkens het controlerapport bedroegen de totale bedragen van de grootboekrekening reis-, verblijf- en representatiekosten in die jaren respectievelijk:

2005: € 144.048

2006: € 187.968

2007: € 152.584

Met betrekking tot het onderhavige boekjaar heeft dit geleid tot een correctie van € 150.000.

Onroerende zaken

[adres 1] te [plaats X]

2.5.1.

Dit pand is tussen derden verkocht op 15 januari 2004 voor € 670.000. Het pand werd vanaf januari 2004 verhuurd voor € 65.000 per jaar. De zoon van de DGA, [zoon], heeft het pand op 15 april 2004 in verhuurde staat gekocht voor € 750.000. De huurder heeft het pand in de loop van 2005 verlaten. Belanghebbende heeft daarna bovengenoemd pand op 1 juni 2006 in onverhuurde staat gekocht van [zoon] voor € 840.000. Met ingang van 2008 is het pand weer verhuurd, voor € 54.000 per jaar.

2.5.2.

De woz-waarde van het pand was per waardepeildatum 1 januari 2007 € 790.000.

2.5.3.

Belanghebbende heeft het pand op 25 januari 2007 bij openbare inschrijving te koop aangeboden. De hoogste bieding was € 634.000 en is door belanghebbende niet geaccepteerd.

2.5.4.

Door de inspecteur is de waarde van het pand per 1 juni 2006 getaxeerd op € 650.000. Deze waarde is gebaseerd op de bieding bij openbare verkoop en de kapitalisatiewaarde bij een gerealiseerde huurprijs van € 54.000 per jaar.

2.5.5.

Volgens de inspecteur heeft de BV bij de aankoop van het pand de zoon van de DGA bewust bevoordeeld en is sprake van een uitdeling tot een bedrag van € 190.000. Voor de winstbepaling van belanghebbende heeft dit geleid tot een correctie op de afschrijving op het pand van € 2.770.

[adres 2] te [plaats Y]

2.5.6.

In 2003 heeft belanghebbende het kantoorpand [adres 2] te [plaats Y] gekocht voor € 3.200.000 exclusief omzetbelasting. Op het moment dat de akte verleden is, was het pand nog niet in gebruik, maar is al wel een huurovereenkomst gesloten met [W], met ingang van 1 november 2003, tegen een huurprijs van € 250.000 per jaar.

2.5.7.

Op 9 augustus 2006 heeft belanghebbende het pand verkocht voor € 2.200.000 vrij op naam aan [dochter] en haar kinderen, dochter en kleinkinderen van de DGA. De netto opbrengst bedroeg € 2.070.480.

2.5.8.

Voor de koopsom is belanghebbende uitgegaan van een taxatierapport van taxateur [taxateur S] (hierna: [taxateur S]). De taxatie is verricht op 7 december 2005 en in het rapport is de waarde vastgesteld op € 2.275.000. Door de inspecteur is de waarde van het pand per 9 augustus 2006 getaxeerd op € 2.900.000. Beide rapporten gaan uit van de geïndexeerde huurprijs van € 252.965. In het taxatierapport van belanghebbende wordt uitgegaan van een rendementsfactor van 9. De inspecteur hanteert een rendementsfactor van 11,5.

2.5.9.

In het taxatierapport van belanghebbende is ten aanzien van de rendementsfactor het volgende opgenomen:

“Het gebouw is specifiek ontworpen voor de huidige gebruiker en kan niet als universeel kantoor in de markt worden geplaatst. Door de op handen zijnde reorganisatie, sanering en concentratie van de vestigingen van de huidige huurder, [W] ([W]), is het niet waarschijnlijk dat de huurovereenkomst wordt verlengd, in ieder geval niet voor een lange periode. Voor een volgende huurder zal het gebouw een grondige verbouwing moeten ondergaan. Het is voorspelbaar dat het huurniveau niet kan worden gehandhaafd. Zeker zullen de verbouwkosten (aanpassingen) en de daarbij te verwachten leegstand niet op korte termijn kunnen worden gecompenseerd. Gezien het voorgemelde zijn wij van mening dat de waarde van het object 10% lager is dan volgens gebruikelijk rekenmodel.”

2.5.10.

Bij brief van 21 december 2007 heeft [W] de huur per 1 november 2008 opgezegd. Het pand heeft leeggestaan tot 2010, toen is het weer verhuurd voor een huurprijs van € 299.250 per jaar. In september 2010 is de nieuwe huurder voor het pand gevonden die het pand in december 2010 in gebruik heeft genomen. De huurder heeft een huurvrije periode bedongen en heeft in juli 2011 voor het eerst huur betaald.

2.5.11.

De woz-waarde van het pand was per waardepeildatum 1 januari 2007 € 2.755.000.

2.5.12.

Volgens de inspecteur heeft belanghebbende bij de verkoop van het pand de dochter en kleinkinderen van de DGA bewust bevoordeeld en is sprake van een uitdeling tot een bedrag van € 829.520. Dat is het verschil tussen de door hem getaxeerde waarde (€ 2.900.000) en de netto opbrengst (€ 2.070.480) van het pand. De winst van 2006 is met dit bedrag gecorrigeerd.

[adres 3] en [adres 4] te [plaats Z]

2.5.13.

Op 15 december 2006 heeft belanghebbende bovengenoemde panden verkocht aan [zoon], zoon van de DGA. De verkoopsom was € 860.000 vrij op naam. De netto opbrengst was € 808.526. De panden bestaan uit een bedrijfsgebouw met opslagloods, erf en woning. Ten tijde van de verkoop was het bedrijfsgebouw verhuurd voor een huurprijs van € 112.618 per jaar aan [A BV]. De DGA van belanghebbende was voorheen (middellijk) aandeelhouder en directeur van [A BV]. De woning was ten tijde van de verkoop eveneens verhuurd, voor een huurprijs van € 296 per maand.

2.5.14.

Belanghebbende heeft de koopsom gebaseerd op een taxatierapport van [taxateur S]. De taxatie is verricht op 16 oktober 2006 en in het taxatierapport is de waarde bepaald op € 860.000. In het taxatierapport is opgenomen dat de huurder te kennen had gegeven de huur niet te verlengen en uit navraag bij de gemeente zou gebleken zijn dat na de verhuizing van de huidige huurder de kans klein was dat de huidige bestemming gehandhaafd zou blijven, in verband met de omliggende woonwijk.

2.5.15.

Door de inspecteur is de waarde van het pand getaxeerd op € 985.000 per 15 december 2006, waarvan € 860.000 voor het bedrijfscomplex en € 125.000 voor de woning. Bij de waardering is uitgegaan van een voortgezette verhuur tegen dezelfde huurprijs, maar met een andere onderverdeling van de huurprijzen. Een redelijke huur voor de woning is gesteld op € 500 per maand en voor het bedrijfsgedeelte op € 107.618 per jaar.

2.5.16.

Volgens de inspecteur heeft belanghebbende bij de aankoop van het pand de zoon van de DGA bewust bevoordeeld en is sprake van een uitdeling tot een bedrag van € 176.474. Dat is het verschil tussen de door hem getaxeerde waarde (€ 985.000) en de netto opbrengst (€ 808.526) van het pand. De inspecteur heeft de winst van belanghebbende met dit bedrag gecorrigeerd.

Overige.

2.5.17.

De inspecteur heeft de winst voorts gecorrigeerd met € 19.587 aan kosten [adres 5] en € 1.071 aan kosten boot. Deze correcties zijn niet langer in geschil.

3 Geschil

3.1.

In geschil is:

  1. Of de inspecteur terecht de reis-, verblijf- en representatiekosten heeft gecorrigeerd.

  2. Of de transacties met de onroerende zaken tegen zakelijke prijzen hebben plaatsgevonden en indien en voor zover deze prijzen onzakelijk zijn geweest ze als winstuitdelingen ten gunste van de DGA van belanghebbende moeten worden beschouwd.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 2.075.741. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing