Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-12-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:8962, AWB-12_7397

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-12-2013, ECLI:NL:RBZWB:2013:8962, AWB-12_7397

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
10 december 2013
Datum publicatie
16 januari 2014
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2013:8962
Zaaknummer
AWB-12_7397
Relevante informatie
Inkomstenbelasting, resultaat uit overige werkzaamheden [Tekst geldig vanaf 12-03-2014] [Regeling ingetrokken per 2014-03-12 met twk tot 2014-02-28]

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting/Resultaat uit overige werkzaamheden

De winst die belanghebbende heeft gerealiseerd met verkoop van grond na bestemmingswijziging in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling is belast als resultaat van een werkzaamheid. Weliswaar heeft belanghebbende de bestemmingswijziging niet zelf geregeld, maar hij heeft de wijziging wel in werk gesteld door een overeenkomst te sluiten met de CV die de ruimte-voor-ruimteregeling uitvoert. De werkzaamheden van de CV worden aan belanghebbende toegerekend.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Procedurenummer AWB 12/7397

uitspraak van 10 december 2013

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2009 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer].H.97) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 57.327 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.873.

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 november 2012 de navorderingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 20 december 2012, ontvangen bij de rechtbank op 21 december 2012, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna de inspecteur schriftelijk heeft gedupliceerd.

1.6.

Het eerste onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2013 te Breda. Voor een overzicht van de aldaar verschenen personen en het verhandelde ter zitting verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van de zitting dat op 13 juni 2013 aan partijen is verzonden. De door de inspecteur overgelegde pleitnota wordt tot de gedingstukken gerekend.

1.7.

Partijen hebben na de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.8.

Het tweede onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 november 2013 te Breda. Voor een overzicht van de aldaar verschenen personen en het verhandelde ter zitting verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van de zitting dat bij deze uitspraak is gevoegd.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende en haar echtgenoot hebben een varkenshouderij geëxploiteerd in [woonplaats]. Zij worden hierna aangeduid als “het echtpaar”.

2.2.

Tot de activa van de onderneming behoorden twee percelen grond aan de [adres] te [plaats X] sectie G357, groot 46 are en 6 centiare, en G2866, groot 48 are en 25 centiare. Blijkens twee uittreksels uit het kadaster stonden op het perceel G 2866 een zeugenstal en op het perceel G 357 2 mestvarkensstallen (bijl. bij brief 8-8-13). De stallen zijn in 2004 gesloopt.

2.3.

Op 31 december 2004 heeft het echtpaar de onderneming ingebracht in [A BV] (de BV). De percelen zijn niet ingebracht maar als privévermogen aangemerkt. De grond is overgegaan naar het privévermogen voor een waarde van € 56.000 (agrarische waarde of WEVAB). De aandelen in de BV zijn in 2005 verkocht aan hun zoon.

2.4.

Blijkens het kadaster zijn de percelen nadien als volgt gewijzigd:

- Twee gedeelten van G 2866, ieder groot 19 are, zijn omgenummerd tot G 5814 ([adres] 33A) en G 5815 ([adres] 35) met als omschrijving “ wonen erf tuin”. Ontstaan op 3-11-2006. Deze gedeelten zijn in 2006 verkocht en geleverd.

- Het resterende deel van G 2866 (1000 m2) is hernummerd tot G5813 en samengevoegd met een deel van perceel G357 (897 m2) dat is omgenummerd tot G 5880 ([adres] 33). Dit perceel (per saldo dus 1.897m2) heeft de omschrijving: terrein nieuwbouw-wonen en is ontstaan op 21 juni 2007. Het wordt hierna aangeduid als “het perceel”.

- Het restant van G357 is hernummerd tot G5879 en is nog steeds eigendom van het echtpaar.

2.5.

Het perceel is na 2004 als weiland gebruikt. Het echtpaar heeft het perceel aangegeven als privévermogen (box 3).

2.6.

Het deel van het perceel met nummer G5813 is gelegen in voor toepassing van de ruimte-voor-ruimteregeling (de Regeling) aangewezen gebied. Voor de uitvoering van de Regeling is door de[Provincie X] in samenwerking met [B BV] een commanditaire vennootschap opgericht: [de CV] (de CV).

2.7.

Op 6 maart 2007 heeft het echtpaar een overeenkomst gesloten met de CV, inhoudende dat zij perceel G5813 (1000 m2) voor € 4.500 als agrarische grond verkocht aan de CV en voor € 142.460 (exclusief omzetbelasting) als bouwgrond terugkocht.

2.8.

Op 27 april 2007 heeft het echtpaar een overeenkomst gesloten met [H] en [N] tot verkoop van het perceel. In de overeenkomst wordt verwezen naar een concept-leveringsakte van 15 december 2006. De verkoopprijs was € 222.337 exclusief omzetbelasting. De verkoop geschiedde onder de ontbindende voorwaarde van het niet verkrijgen van een bouwvergunning voor een woning (bijlage 1 en 2 brief 17-5-2013).

2.9.

De juridische leveringen van de CV aan het echtpaar en van het echtpaar aan [H] en [N] vonden plaats op 8 januari 2009, nadat de bestemmingswijziging was geëffectueerd.

2.10.

Tot de stukken behoort een afdruk van de website van de CV. Daarin staat onder meer het volgende:

- Het project is bedoeld voor iedereen die Een perceel grond wil verkopen. Een ruime bouwkavel wil kopen. Een perceel grond in eigendom heeft en hierop een bouwbestemming wil laten realiseren.

- Het intekenen voor de sloopregeling is inmiddels een aantal jaren geleden afgesloten. (…) Onze onderneming is in feite een grondbank. We kunnen u van dienst zijn bij het kopen van een bouwkavel, het realiseren van een bouwbestemming of het verkopen van grond.

- De standaardnorm voor eigenaren die een bouwbestemming willen realiseren, is circa 1000 m2.

- (..) er bestaat geen relatie tussen de locaties waar is gesloopt en de locaties waar gebouwd mag worden.

- Bent u grondeigenaar (van landbouwgrond) in het buitengebied zonder bouwtitel, maar wilt u wel uw grond verkopen voor woningbouw, dan kunt u ook gebruik maken van de Ruimte voor Ruimte regeling. Na acceptatie wordt uw perceel rechtstreeks aangekocht door [de CV].

2.11.

De inspecteur heeft bij de navorderingsaanslag de bij verkoop van het perceel gerealiseerde winst belast en als volgt berekend:

Inbreng eigen grond 1.000 m2: -/- €  4.500

Verkoop 1.000 m2 aan RVR [Provincie X] C.V.: €  4.500

Verkoop 1.897 m2 aan derden exclusief BTW: € 222.337

Terugkoop 1.000 m2 van RVR [Provincie X] C.V.: -/- € 142.460

Waarde-inbreng 897 m2 à € 20 per m2: -/- €  17.940

Kosten i.v.m. de RVR regeling: -/- €  7.018

Voordeel: €  54.919

Waarvan ieder 50% of € 27.459.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of het voordeel dat belanghebbende heeft behaald door de verkoop van het perceel belastbaar is. Indien die vraag bevestigend wordt beantwoord is de hoogte van de te belasten winst in geschil. Indien de winst belastbaar is, is tussen partijen – naar de rechtbank begrijpt - niet in geschil dat heffing terecht heeft plaatsgevonden in 2009.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en hetgeen zij daar ter zitting aan hebben toegevoegd.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en van de navorderingsaanslag.

3.4.

De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing