Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-01-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:277, AWB-13_2232
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-01-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:277, AWB-13_2232
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 22 januari 2014
- Datum publicatie
- 30 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2014:277
- Zaaknummer
- AWB-13_2232
Inhoudsindicatie
Precariobelasting 2012 gemeente Breda
Belanghebbende heeft aan een van de singels in Breda een roeibootje liggen. Hiervoor is aan hem een aanslag precariobelasting opgelegd van € 115.
Voor de heffing van precariobelasting heeft de gemeente de ligplaatsen ingedeeld in twee categorieën: ligplaatsen met een woonschip en ligplaatsen met een roeiboot. Voor een woonschip is het tarief gekoppeld aan de afmetingen van het schip; in 2012 € 9,23 per strekkende meter. Voor een roeiboot geldt, ongeacht de afmetingen, een vast tarief; in 2012 € 115. Alleen het tarief voor een roeiboot is in 2012 aanzienlijk gestegen, met € 89.
De rechtbank oordeelt dat voor de heffing van precariobelasting ligplaatsen met een roeiboot en ligplaatsen met een woonschip gelijke gevallen zijn die ongelijk worden behandeld.
Voor het verschil in tariefstelling bestaat geen objectieve en redelijke rechtvaardiging. De rechtbank laat daarom de Verordening, voor zover die ziet op het tarief voor ligplaatsen met een roeiboot, als onverbindend buiten toepassing. De aanslag is vernietigd.
Uitspraak
Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Procedurenummer AWB 13/2232
Uitspraak van 22 januari 2014
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Breda,
de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende over 2012 een aanslag precariobelasting ([aanslagnummer]) opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 maart 2013 de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen op 18 april 2013 digitaal beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 september 2013. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van mevrouw [M], en namens de heffingsambtenaar, [gemachtigde]. Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Bij brief van 2 oktober 2013 heeft de rechtbank partijen bericht dat de procedure op grond van artikel 8:10 van de Awb is verwezen naar de meervoudige belastingkamer. Het onderzoek is daarbij heropend en de op de zitting van 26 september 2013 aangekondigde mondelinge uitspraak is daarmee komen te vervallen.
Met schriftelijk toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten en uitspraak aangekondigd.
2 Feiten
Belanghebbende benut in 2012 een ligplaats voor zijn roeiboot aan [adres] in [woonplaats], ligplaatsnummer [nummer]. De roeiboot is ongeveer 2,5 meter lang. [adres] bevindt zich op grond die eigendom is van de gemeente Breda.
Voor het hebben van de ligplaats is aan belanghebbende de onderhavige aanslag ten bedrage van € 115 opgelegd. Deze aanslag is gebaseerd op de Verordening precariobelasting Breda 2012 (hierna: de Verordening) van de gemeente, vastgesteld door de raad van de gemeente Breda in de openbare vergadering van 22 december 2011. De tekst van de Verordening is geplaatst op de websites www.breda.nl en www.overheid.nl. Van de plaatsing op deze websites is mededeling gedaan in het Stadsblad van 28 december 2011. Hierbij is tevens vermeld dat de Verordening kan worden ingezien bij de balie Voorlichting in het Stadskantoor en dat op verzoek een afschrift kan worden verkregen.
Per 1 januari 2012 luidde de tekst van de Verordening, voor zover hier van belang, als volgt.
"(…)
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is ieder:
a. (…)
b. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
(…)
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
(…)".
De hiervoor in artikel 6 genoemde tarieventabel maakt deel uit van de Verordening. Voor zover hier van belang, luidt de tekst van de tarieventabel voor het jaar 2012 als volgt:
“7.3 Het tarief bedraagt voor het hebben van een ligplaats met een roei- of motorboot, sloep, kano, vissersbootje en dergelijke vaartuigen per vaartuig, per jaar of korter
€ 115.
Het tarief bedraagt voor hebben van een ligplaats met een woonschip, per vaartuig, per strekkende meter (gemeten langs de grootste lengte van het woonschip) per jaar of korter € 9,23.“
De tarieven voor het jaar 2011 bedroegen respectievelijk € 25,45 (roei- motorboot etc.) en € 9,03 (woonschip).
In de voor het kalenderjaar 2012 geldende tekst van artikel 7.3.1 is bepaald dat voor het hebben van een ligplaats met een woonschip, per vaartuig, per strekkende meter (gemeten langs de grootste lengte van het woonschip) per jaar of korter een tarief van € 9,23 geldt. Dit tarief is ten opzichte van het voorgaande jaar indexmatig met 2,25 % verhoogd (tarief 2011: € 9,03).
In het raadsvoorstel tot vaststelling van de belastingverordeningen 2012 is over de tariefsverhoging het volgende opgenomen:
“Precariobelasting 2012
(…)
De tarieven precariobelasting zijn in het algemeen al geruime tijd (decennia) geleden vastgesteld en sindsdien alleen maar indexmatig verhoogd. Zoo ook voor 2012 met 2,25%.
(…)
Voorgesteld wordt om enkele tarieven precariobelasting extra te verhogen. Dit betreft:
(…)
c. Roeiboten
De inkomsten voor roeiboten bestaan in Breda uit twee componenten, de leges en precario. De leges wordt geheven voor de vergunning om een roeibootligplaats te verkrijgen. Dit tarief is kostendekkend. Het totale product roeibootjes is niet kostendekkend. Het is mogelijk om de tarieven precariobelasting hiervoor te verhogen.
Een verhoging van het tarief is gerechtvaardigd uit het oogpunt van regulering (voorkomen wildgroei) en vanwege de noodzakelijke activiteiten zoals toezicht & handhaving om het uiterlijk aanzien van de stad/singels hoog te houden. Ook hier is een tariefsvergelijking met andere steden gemaakt. Dit heeft uitgewezen dat het betreffende tarief landelijk ongeveer € 115 is.
Het voorstel is om het hierboven genoemde tarief in te stellen voor precariobelasting roeiboten in Breda met ingang van 2012. Het tarief in Breda is in 2011 € 26,00 per boot per jaar. Het voorgestelde tarief is in overeenstemming met landelijke gehanteerde tarieven.”
De aanslag is op correcte wijze berekend naar de maatstaven en tarieven zoals opgenomen in de bij de Verordening behorende tarieventabel.
3 Geschil
In geschil is of de aanslag precariobelasting 2012 rechtmatig is opgelegd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en op de zitting.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en de aanslag. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.