Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-10-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:7743, AWB - 13 _ 7028

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21-10-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:7743, AWB - 13 _ 7028

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
21 oktober 2014
Datum publicatie
3 december 2014
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2014:7743
Formele relaties
Zaaknummer
AWB - 13 _ 7028
Relevante informatie
Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025], Zorgverzekeringswet [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-07-2024]

Inhoudsindicatie

Illegale hennepteelt. De inspecteur heeft de winst terecht berekend op basis van het rapport Boom. Omkering van de bewijslast. Wel kostenaftrek nu belanghebbende nog niet onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Procedurenummer AWB 13/7028 en 13/7029

uitspraak van 21 oktober 2014

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2009 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ibpvv) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 138.687, aanslagnummer [aanslagnummer] (hierna: de aanslag) en een aanslag premie Zorgverzekeringswet (Zvw), berekend naar het maximum bijdrage-inkomen van € 32.369, aanslagnummer [aanslagnummer].

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 5 november 2013 de aanslag ibpvv verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 99.160 en de aanslag premie Zwv gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 17 december 2013, ontvangen bij de rechtbank op 17 december 2013, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2014 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van zijn vader [vader] en zijn gemachtigde [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Goirle, en namens de inspecteur [verweerder]. De zaken met procedurenummers 13/7028 en 13/7029 zijn gelijktijdig behandeld.

1.4.

Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is woonachtig aan de [adres 1] te [woonplaats]. In 2009 woonde hij op het adres [adres 2] in [woonplaats]. In 2009 huurde belanghebbende de woning aan de [adres 3] te [plaats X]. De woning stond op naam van zijn oom, die toen gedetineerd was. In deze woning zijn op 26 mei 2009 360 jonge hennepplantjes aangetroffen door de politie. Vanaf 18 juni 2009 huurde belanghebbende een schuur aan de [adres 4] in [woonplaats]. In deze schuur zijn op 25 januari 2010 926 jonge hennepplantjes aangetroffen. Tijdens de verhoren door de politie op 26 mei 2009 en 25 januari 2010 heeft belanghebbende onder andere verklaard dat de hennepkwekerijen van hem waren en dat hij deze zelf had opgezet om schulden te kunnen afbetalen.

2.2.

De ontdekking van de hennepplantjes in [plaats X] was onder meer het gevolg van warmtemetingen op 26 februari en 4 maart 2009, waarbij een meer dan normale warmte werd gemeten. Enexis (de stroomleverancier) heeft aangifte gedaan omdat stroom voor een bedrag van € 3.396,40 niet was betaald. In de woning in [plaats X] is bij de huiszoekingen vervuiling van de gebruikte apparatuur, kalkresten en schimmels, meerdere potafdrukken, voorraad potgrond, gebruikte cans groeistoffen en een schaar voor het knippen van hennep aangetroffen.

2.3.

De hennepplantjes in [woonplaats] zijn ontdekt bij een bedrijfscontrole die werd gehouden vanwege het hoge energieverbruik op of nabij het woonwagenkamp aan [adres 4] in [woonplaats]. Medewerkers van Enexis hebben geconstateerd dat in de schuur stroom werd gebruikt die buiten de meter om werd geleid. Enexis heeft in verband daarmee aangifte gedaan van diefstal van stroom.

2.4.

Belanghebbende is strafrechtelijk vervolgd wegens illegale hennepteelt in zowel [plaats X] als [woonplaats]. Bij arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 3 april 2012, parketnummer 20-001522-10 ), is belanghebbende in de zaak [plaats X] vrijgesproken voor de ten laste gelegde feiten omdat belanghebbende voorafgaand aan het verhoor niet in de gelegenheid was gesteld om een raadsman te raadplegen.

2.5.

Bij arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 februari 2014, parketnummer 20-002293-12, is belanghebbende in de zaak [woonplaats] veroordeeld wegens het opzettelijk handelen in strijd met artikel 3 onder B van de Opiumwet met betrekking tot de 926 aangetroffen hennepplanten in [woonplaats]. In het arrest van hetzelfde Hof van 21 februari 2014 is belanghebbende, met parketnummer 20-002318-12, veroordeeld tot betaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel in de zin van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, voor een bedrag van € 67.000. Deze veroordeling was bij de mondelinge behandeling van de zaak door de rechtbank nog niet onherroepelijk; belanghebbende heeft cassatie ingesteld en de Hoge Raad heeft daar nog niet over geoordeeld.

2.6.

Bij de vaststelling van de aanslag ibpvv is afgeweken van de ingediende aangifte IB/PVV 2009 waarin een belastbaar inkomen van € 13.212 is aangegeven. Het belastbaar inkomen uit werk en woning is vastgesteld op € 138.687. De inspecteur is bij de correctie uitgegaan van twee eerdere hennepoogsten in 2009. Bij de vaststelling van het verkregen voordeel uit die twee hennepoogsten is uitgegaan van het rapport “Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht” van het bureau Ontnemingen van het Openbaar Ministerie (BOOM), versie 1 november 2010.

2.7.

Belanghebbende heeft bij brief van 4 december 2012 bezwaar gemaakt tegen de onderhavige aanslagen, alsmede tegen de gelijktijdig bij beschikking in rekening gebrachte heffingsrente. Bij uitspraak op bezwaar van 5 november 2013 is het belastbaar inkomen nader vastgesteld op € 99.160, uitgaande van voormeld rapport BOOM , waarin wordt uitgegaan van één eerdere oogst in 2009 en een kiloprijs van € 2.370.

Het belastbaar inkomen is bij uitspraak op bezwaar als volgt vastgesteld:

Resultaat [adres 4] te [woonplaats]/[adres 3] te [plaats X]

926 planten * 28,2 gram * € 2,37 € 61.888

360 planten * 28,2 gram * € 2,37 € 24.060

Totaal € 85.948

Aangegeven belastbaar inkomen € 13.212

Correctie resultaat overige werkzaamheden € 85.948

Belastbaar inkomen uit werk en woning € 99.160

2.8.

De inspecteur heeft bij de vaststelling van het resultaat uit overige werkzaamheden geen rekening gehouden met door belanghebbende gemaakte kosten.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of belanghebbende in 2009 € 85.948 aan inkomsten uit illegale hennepteelt heeft genoten, welke als resultaat uit overige werkzaamheden belastbaar zijn. Ter zitting is komen vast te staan dat, indien sprake zou zijn van inkomen uit hennepteelt, alsnog rekening gehouden moet worden met € 7.800 aan kosten in verband met die teelt in [plaats X] (conform de berekening bij de ontnemingsvordering) en dat, indien belanghebbende recht heeft op kostenaftrek voor de teelt in [woonplaats], die kosten gesteld kunnen worden op driemaal dat bedrag.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en hetgeen zij daar ter zitting aan hebben toegevoegd.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vermindering van de aanslag ibpvv tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.212 en vernietiging van de aanslag Zorgverzekeringwet. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing