Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-12-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:8884, AWB - 14 _ 3772
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-12-2014, ECLI:NL:RBZWB:2014:8884, AWB - 14 _ 3772
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 december 2014
- Datum publicatie
- 4 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2014:8884
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 3772
Inhoudsindicatie
Het bezwaar tegen de rekening motorrijtuigenbelasting had de inspecteur niet-ontvankelijk moeten verklaren.
Het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting is ongegrond. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar en het is niet mogelijk om bij voorbaat een rechtsmiddel aan te wenden tegen iedere toekomstige aanslag/beschikking.
Het beroep tegen een andere naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting heeft de rechtbank wel inhoudelijk behandeld. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen aanspraak kan maken op de bijzondere regeling voor invalidenvervoer, omdat niet aannemelijk is geworden dat belanghebbende vóór invoering van deze regeling gebruik maakte van het verlaagde tarief voor ‘grijze kentekens’ bij bestelauto’s voor particulieren. De verzuimboete bij deze naheffingsaanslag laat de rechtbank in stand. Belanghebbende had de in rekening gebrachte motorrijtuigenbelasting moeten voldoen, ook al had hij daar bezwaar tegen.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Procedurenummers AWB 14/3772 tot en met 14/3774
uitspraak van 30 december 2014
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende], domicilie kiezende te [Plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie,
de inspecteur.