Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-04-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2606, AWB - 14 _ 669

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-04-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:2606, AWB - 14 _ 669

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
22 april 2015
Datum publicatie
9 mei 2015
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2015:2606
Zaaknummer
AWB - 14 _ 669
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]

Inhoudsindicatie

De rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende, zijnde een maatschap van specialisten, geen recht heeft op een integrale of forfaitaire proceskostenvergoeding, omdat niet belanghebbende maar het ziekenhuis uiteindelijk de factuur van de gemachtigde zal betalen. Er is dan geen sprake van op belanghebbende drukkende kosten (vergelijk HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0464).

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers AWB 14/669 en 14/670

uitspraak van 22 april 2015

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats X],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Betreft

-

De uitspraken van de inspecteur van 20 december 2013 op het bezwaar van belanghebbende tegen de door haar over de tijdvakken 1 oktober 2012 tot en met 31 december 2012 en 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 voldane omzetbelasting;

-

Het verzoek om een proceskostenvergoeding.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 april 2015 te Breda. Aldaar zijn tegelijkertijd behandeld de zaken van belanghebbende met de zaaknummers AWB 14/669 en 14/670. Ter zitting zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde], ter bijstand vergezeld van [A], en namens de inspecteur, [verweerder].

1 Beslissing

De rechtbank:

-

verklaart de beroepen gegrond;

-

vernietigt de uitspraken op bezwaar;

-

verleent teruggaaf conform hetgeen tussen partijen is overeengekomen;

-

wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af;

-

gelast de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 318 aan haar te vergoeden.

2 Gronden

2.1.

Belanghebbende is een maatschap bestaande uit klinisch perfusionisten, die werkzaamheden verrichten bij cardio-thoracale chirurgie in een ziekenhuis. Lopende deze procedures bij de rechtbank heeft de inspecteur alsnog het standpunt ingenomen dat belanghebbende voor de omzetbelasting vrijgestelde prestaties verricht en dat om die reden door belanghebbende ten onrechte omzetbelasting op aangifte is voldaan.

2.2.

In geschil is thans nog of belanghebbende terecht aanspraak maakt op een integrale proceskostenvergoeding van € 90.750.

2.3.

Ter zitting heeft gemachtigde verklaard dat is overeengekomen dat een vast bedrag voor juridische bijstand wordt berekend aan de hand van de hoogte van de totale bedrag aan teruggaven omzetbelasting, dat de gevraagde proceskostenvergoeding van € 90.750 mede gebaseerd is op teruggaven omzetbelasting die betrekking hebben op andere tijdvakken dan de onderhavige tijdvakken en dat uiteindelijk de factuur van gemachtigde door het ziekenhuis zal worden betaald.

2.4.

Op grond van artikel 8:75 van de Awb in samenhang met artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit) kan aan een belanghebbende een vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de beroepsfase worden toegekend, indien op belanghebbende een verplichting rust of zal komen te rusten om kosten ter zake van verleende rechtsbijstand te voldoen. Uit het feit dat sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand volgt niet per definitie dat kosten op belanghebbende drukken (vergelijk HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0464). Gelet op de verklaring van belanghebbende ter zitting dat de factuur van de gemachtigde uiteindelijk door het ziekenhuis zal worden betaald, is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van op belanghebbende drukkende kosten, zodat belanghebbende niet in aanmerking komt voor een integrale of forfaitaire proceskostenvergoeding. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is daarom niet voor inwilliging vatbaar. Voor wat betreft de vergoeding van de door het ziekenhuis te betalen proceskosten is niet de belastingrechter maar de civiele rechter bevoegd.

2.5.

Partijen hebben aan de rechtbank wel bericht dat overeenstemming was bereikt dat belanghebbende geen omzetbelasting is verschuldigd omdat haar diensten zijn vrijgesteld, maar niet of dat heeft geleid tot volledige teruggaaf van hetgeen op aangifte was voldaan. De rechtbank acht het niet onmogelijk dat de teruggaaf iets lager is vanwege het wegvallen van de aftrekbaarheid van voorbelasting. Om daarover ieder misverstand te vermijden, zal de rechtbank teruggaaf verlenen tot het bedrag waarover partijen overeenstemming hebben bereikt. Het voorgaande leidt ertoe dat de rechtbank het beroep gegrond heeft verklaard, de teruggaaf heeft verleend zoals die tussen partijen is overeengekomen en het verzoek om een proceskostenvergoeding heeft afgewezen.

Deze uitspraak is gedaan op 22 april 2015 door mr. W.A.P. van Roij, voorzitter, mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en mr. D.B. Bijl, rechters, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. M. van Es-Hinnen, griffier.

De griffier, De voorzitter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.