Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-05-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:3315, AWB - 14 _ 7383
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-05-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:3315, AWB - 14 _ 7383
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 29 mei 2015
- Datum publicatie
- 17 juni 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2015:3315
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 7383
- Relevante informatie
- Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting, vrijstelling gezondheidskundige verzorging, schending neutraliteitsbeginsel
Chiropraxie is volgens de Wet op de omzetbelasting niet vrijgesteld. Belanghebbende beroept zich met succes op de BTW-richtlijn.
Zij maakt aannemelijk dat chiropraxie in concurrentie staat met fysiotherapie, dat wel is vrijgesteld. Belanghebbende heeft ook voldoende kwaliteitsniveau. De rechtbank verleent belanghebbende teruggaaf van omzetbelasting.
Uitspraak
Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer AWB 14/7383
uitspraak van 29 mei 2015
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] BV, gevestigd te [plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft bij uitspraak van 14 november 2014 belanghebbendes bezwaar tegen de door haar op aangifte betaalde omzetbelasting afgewezen.
Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 11 december 2014, ontvangen bij de rechtbank op 12 december 2014, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 328.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de inspecteur.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 april 2015 te Breda.
Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende in de persoon van haar bestuurder [A], vergezeld van belanghebbendes gemachtigden, [gemachtigden], alsmede van [B] en [C], en namens de inspecteur, [verweerder].
De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt waarvan een afschrift met deze uitspraak is verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende exploiteert een chiropraxiepraktijk en is ondernemer in de zin van artikel 7 van de Wet omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet). [A] voornoemd (hierna: [A]) voert de behandelingen namens belanghebbende uit. [A] verricht geen fysiotherapie.
[A] heeft in België een universitair diploma in de motorische revalidatie en kinesitherapie (fysiotherapie) behaald en in het Verenigd Koninkrijk een universitaire opleiding tot chiropractor met succes afgerond.
[A] is lid van de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA) en is ingeschreven in het kwaliteitsregister van de Stichting Chiropractie Nederland (SCN). Belanghebbende beschikt over een zogenaamde AGB-code ten behoeve van declaraties bij de zorgverzekeraars.
Voor het beroep van chiropractor zijn geen regels gesteld bij of krachtens de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de Wet BIG). Er bestaan in Nederland geen opleidingen tot chiropractor.
Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 € 22.013 aan omzetbelasting op aangifte voldaan.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 22.013 aan omzetbelasting. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de chiropraktische behandelingen van belanghebbende vrijgesteld zijn. Belanghebbende beantwoordt de vraag bevestigend en de inspecteur is de tegenovergestelde mening toegedaan.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en op wat ter zetting nog hebben aangevoerd.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en tot teruggaaf van € 22.013 aan omzetbelasting. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.