Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-08-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:5627, AWB - 14 _ 6245
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-08-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:5627, AWB - 14 _ 6245
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 27 augustus 2015
- Datum publicatie
- 17 september 2015
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2015:5627
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2017:495, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 6245
- Relevante informatie
- Wet inkomstenbelasting 2001 [Tekst geldig vanaf 30-04-2024 tot 01-01-2025]
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting/persoonsgebonden aftrek
Belanghebbende heeft een bijstandsuitkering. Ze heeft aftrek geclaimd van hoge, in het buitenland gemaakte ziektekosten. De rechtbank oordeelt dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten door haarzelf zijn betaald of op haar hebben gedrukt.
In zoverre is de aftrek terecht geweigerd.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer AWB 14/6245
uitspraak van 27 augustus 2015
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van de inspecteur van 6 september 2014 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar voor het jaar 2011 opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (aanslagnummer [aanslagnummer].H.16.01).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2015 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Hoorn, en namens de inspecteur, [verweerder].
1 Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart het beroep gegrond;
- -
-
vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- -
-
vermindert de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.487;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 980;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 45 aan haar vergoedt.
2 Gronden
Belanghebbende woont en woonde in 2011 met vier kinderen in [woonplaats]. Zij ontving
in dat jaar een uitkering de gemeente ter hoogte van € 13.679. Daarop is € 3.283 aan
loonheffing ingehouden. Belanghebbende heeft in dat jaar tijdens een verblijf in Kenia
medische behandelingen ondergaan.
Belanghebbende heeft aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
2011 gedaan naar voornoemd inkomen en daarop een bedrag aan zorgkosten in mindering
gebracht van € 7.893. Deze heeft zij als volgt berekend:
kosten ziekenhuis Nairobi |
€ 3.500 |
|
Orthodontist |
€ 2.160 |
|
Reiskosten orthodontist 42 x 10 x € 0,35 |
€ 147 |
|
Reiskosten GGZ 6 x 20 x € 0,35 |
€ 42 |
|
COPD dieet |
€ 950 |
|
€ 3.299 |
||
x 140% |
€ 4.619 |
|
€ 8.119 |
||
af drempel |
€ -226 |
|
€ 7.893 |
De inspecteur heeft belanghebbende bij de aanslagregeling vragen gesteld
over die zorgkosten en onder meer een dieetverklaring opgevraagd. Belanghebbende heeft de
inspecteur daarop de volgende opstelling verstrekt en hem daarbij diverse ondersteunende
stukken verstrekt:
kosten ziekenhuis Nairobi |
€ 3.500 |
|
Reiskosten orthodontist 42 x 10 x € 0,35 |
€ 147 |
|
Reiskosten GGZ 6 x 20 x € 0,35 |
€ 42 |
|
Longdieet |
€ 950 |
|
Reiskosten orthodontist |
€ 514 |
|
Diverse reiskosten |
€ 25 |
|
€ 1.678 |
||
x 140% |
€ 2.350 |
|
€ 5.350 |
||
af drempel |
€ -226 |
|
€ 5.124 |
( rb: bovengenoemde opstelling bevat een telfout, het totaal moet zijn: € 5.850 minus de
drempel van € 226 is € 5.624)
Tot de aan de inspecteur verstrekte stukken behoren voor zover hier van belang twee
geschriften uit Kenia. Een ervan behelst een verklaring van een arts waarin deze verklaart
voor zover hier van belang: “She had accumulated a hospital bill of Kshs.350.000/= during
her hospitalization and subsequent follow up treatments”.
Het andere geschrift is afkomstig van MADINA NURSING HOME CO. LTD en bevat een
specificatie van de kosten. Het geschrift vermeldt – naast de specificatie - voor zover hier
van belang het volgende:
Sub-total 355.000
Deposit 5.000
Total 355.000
De op dit geschrift aanwezige regels: “Amount paid” en “Balance” zijn niet ingevuld.
De inspecteur heeft de aftrek niet geaccepteerd en de aanslag vastgesteld
naar een belastbaar inkomen werk en woning van € 13.679. Belanghebbendes bezwaar
hiertegen is afgewezen.
Belanghebbende heeft eerst bij haar beroepschrift een door haar huisarts ondertekende dieetbevestiging 2011 voor de aandoening COPD overgelegd. De inspecteur heeft in zijn verweerschrift aangegeven deze verklaring te zullen accepteren. Ter zitting heeft de inspecteur aangegeven ook € 27 aan reiskosten naar de orthodontist en € 50 (5.000 Kshs) aan in Kenia betaalde kosten (de “deposit”) te zullen accepteren. Nu dit al leidt tot een vermindering van het belastbaar inkomen uit werk en woning is het beroep gegrond verklaard.
In geschil is nog slechts het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek van de overige in Kenia gemaakte kosten (€ 2.534,80 -/- € 50 = € 2.484,80). Belanghebbende beantwoordt de vraag bevestigend en de inspecteur ontkennend.
Ingevolge artikel 6.16 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en verder kunnen uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek worden gebracht. Ingevolge artikel 6.1 van die wet dienen deze kosten in het betreffende kalenderjaar op belastingplichtige gedrukt te hebben. Belanghebbende, die een beroep doet op deze aftrekpost, dient dit aannemelijk te maken.
De rechtbank is met de inspecteur van oordeel dat belanghebbende – aannemende dat het ziekenhuis in Kenia betaald is - niet aannemelijk heeft gemaakt dat die kosten in 2011 op haar gedrukt hebben. De rechtbank neemt hierbij het volgende in aanmerking. Belanghebbende heeft geen betalingsbewijzen overgelegd. De door belanghebbende nog overgelegde brief van haar zorgverzekeraar waaruit blijkt dat de rekening uit Kenia wel is ingediend maar niet is vergoed is onvoldoende bewijs. Het is ook niet aannemelijk dat belanghebbende zelf, gelet op haar inkomen, die kosten in 2011 betaald heeft. Dat de kosten wellicht door familie betaald zijn, zoals de gemachtigde ter zitting heeft geopperd, en dat daardoor een schuld van belanghebbende jegens die familie is ontstaan is, nog afgezien van het feit dat daar geen bewijs van is, ook niet voldoende om aan te nemen dat de kosten in 2011 op belanghebbende gedrukt hebben. In zoverre heeft belanghebbende dus geen recht op aftrek van deze kosten.
Voor dat geval heeft belanghebbende een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel en verwezen naar de brief van de inspecteur van 15 juli 2014. Volgens belanghebbende blijkt daaruit dat de inspecteur de aftrek toe zou staan als er bewijs is dat de zorgverzekeraar die kosten niet heeft vergoed. Door het overleggen van de in 2.8 genoemde brief van de zorgverzekeraar is daaraan voldaan, aldus belanghebbende.
De rechtbank gaat aan die stelling voorbij. Zoals de inspecteur terecht heeft opgemerkt staat in de betreffende zinsnede in de brief “alleen het gedeelte dat niet is vergoed komt eventueel voor aftrek in aanmerking”. Het woordje “eventueel” geeft voldoende duidelijk aan dat geen sprake is van een toezegging. De inspecteur heeft belanghebbende in die brief tevens gewezen op de omstandigheid dat het bewijs ontbreekt dat belanghebbende de kosten zelf heeft betaald. Aan bedoelde brief kan dus niet het door belanghebbende bedoelde vertrouwen worden ontleend.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het belastbaar inkomen niet verder verminderd wordt dan is aangegeven in 2.5. De rechtbank heeft het belastbaar inkomen uit werk en woning als volgt berekend:
Uitkering gemeente |
€ 13.679 |
||
kosten ziekenhuis Nairobi |
€ 50 |
||
Reiskosten orthodontist |
€ 27 |
||
Longdieet |
€ 950 |
||
€ 977 |
|||
€ 977 x 140% |
€ 1.368 |
||
€ 1.418 |
|||
af drempel |
€ -226 |
||
€ 1.192 |
|||
af persoonsgebonden aftrek |
-/- € 1.192 |
||
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 12.487 |
Gelet op vorenstaande is het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 980 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van 490 en een wegingsfactor 1). Voor vergoeding van de kosten van bezwaar ziet de rechtbank geen aanleiding nu het aan belanghebbende te wijten is dat zij – ondanks een verzoek daartoe - niet tijdig de vereiste dieetverklaring heeft overgelegd. Gelet op de overige aftrekposten kwam belanghebbende enkel met die verklaring over de drempel die voor haar gold voor aftrek van de zorgkosten. Dit kan de inspecteur bij zijn uitspraak op bezwaar niet verweten worden. Overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten zijn niet gesteld.
Deze uitspraak is gedaan op 27 augustus 2015 door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van
mr. M.J.M. Mies, griffier.
De griffier, de rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.