Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-08-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6392, AWB - 14 _ 4077

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-08-2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:6392, AWB - 14 _ 4077

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
19 augustus 2015
Datum publicatie
9 oktober 2015
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2015:6392
Zaaknummer
AWB - 14 _ 4077
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025]

Inhoudsindicatie

Verzoek om teruggaaf OB nav het Fuchs-arrest ten onrechte geweigerd; zonnepanelen. Ontzeggen van teruggaaf omdat het verzoek te laat is ingediend, is in dit geval niet aanvaardbaar in het licht van het EU-rechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. Landelijk beleid van de belastingdienst – via de informatie op de website en via informatie die door de belastingtelefoon werd gegeven – heeft de uitwerking gehad dat aanmeldingen als ondernemer en daarmee verzoeken om teruggaven werden afgehouden. In combinatie met het strikt vasthouden aan de vervaltermijn van drie maanden is de facto sprake van een systematische belemmering van het recht op aftrek in gevallen zoals die van belanghebbende, hetgeen in strijd is met het doeltreffendheidsbeginsel (vgl. HvJ 8 mei 2008, Ecotrade).

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer AWB 14/4077

uitspraak van 19 augustus 2015

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft bij beschikking van 29 december 2013 het verzoek van belanghebbende om een teruggaaf van omzetbelasting geweigerd. De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 mei 2014 de beschikking gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 24 juni 2014, ontvangen bij de rechtbank Limburg op 24 juni 2014, beroep ingesteld. Rechtbank Limburg heeft het beroepschrift doorgezonden naar deze rechtbank. Ter zake van het beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 165. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 mei 2015 te Roermond.

Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de inspecteur [verweerder].

1.4.

Van het ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift tegelijk met deze uitspraak is verzonden.

1.5.

Bij brief van 22 mei 2015 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de zaak doorverwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank. Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten op 8 juli 2015.

2 Feiten

2.1.

In april 2013 heeft belanghebbende zonnepanelen gekocht voor een bedrag van

€ 6.986 inclusief € 1.126 omzetbelasting. De factuur dateert van 12 april 2013. Belanghebbende heeft vanaf april 2013 tegen vergoeding energie geleverd aan de energiemaatschappij.

2.2.

Naar aanleiding van het zogenaamde Fuchs-arrest van het Europese Hof van Justitie van 20 juni 2013 (C-219/12), ECLI:EU:C:2013:413) heeft belanghebbende in juli en in augustus geïnformeerd bij de belastingtelefoon hoe hij de omzetbelasting over de betaalde zonnepanelen kon terugvragen. Door medewerkers van de belastingtelefoon werd in die periode aangegeven dat er nog geen duidelijkheid was, omdat er nog geen besluit door het Ministerie van Financiën was genomen, hoe hiermee moest worden omgegaan en dat er in afwachting van het besluit geen omzetbelastingnummers werden afgegeven.

2.3.

Op de site van de Belastingdienst heeft het volgende gestaan:

“Nog geen btw-nummers voor particulieren met zonnepanelen

25-7-2013

Particulieren krijgen nog geen btw-nummer voor het produceren van elektriciteit met zonnepanelen. Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn particulieren die met zonnepanelen opgewekte elektriciteit tegen betaling terugleveren aan het net, ondernemers voor de btw.

Het Hof deed deze uitspraak op 20 juni 2013. Het ministerie van Financiën beraadt zich op de gevolgen van de uitspraak van het Hof. In afwachting daarvan geven wij nog geen btw-nummers af.

Hebt u bij ons een btw-nummer aangevraagd omdat u zonnepanelen hebt? Dan krijgt u van ons een brief waarin staat dat wij het btw-nummer nog niet afgeven. Zodra het ministerie een standpunt heeft ingenomen over de gevolgen van de uitspraak van het Hof, handelen wij de aanvragen af.”

2.4.

In het verweerschrift heeft de inspecteur onder meer het volgende vermeld wat betreft de gang van zaken naar aanleiding van het Fuchs-arrest:

“Naar aanleiding van dit arrest heeft de Staatssecretaris van Financiën zich beraden op de ontstane situatie en op 25 september 2013 kamervragen over dit onderwerp beantwoord. Met de beantwoording van de kamervragen werd het standpunt van de Staatssecretaris duidelijk dat duurzame exploitatie van zonnepanelen door particuliere huiseigenaren waarbij tegen vergoeding energie wordt teruggeleverd aan het energiebedrijf leidt tot ondernemerschap voor de BTW.

Tot 25 september 2013 was het standpunt van de Belastingdienst dat er geen sprake is van economische activiteiten, waardoor ook geen sprake is van ondernemerschap voor de BTW. (…).

De Belastingdienst neemt het standpunt in dat aan het arrest (…) geen terugwerkende kracht wordt toegekend.”

2.5.

Nadat het standpunt van de Staatsecretaris eind september 2013 bekend was, heeft belanghebbende direct daarna telefonisch verzocht om een “aanvraagformulier startende ondernemer”. Dit formulier heeft belanghebbende op 10 oktober 2013 ingediend. Daarbij heeft belanghebbende bij de vraag “Wat is de startdatum van de onderneming?” 1 april 2013 ingevuld.

Aan belanghebbende is vervolgens een formulier ‘Aangifte omzetbelasting Startende ondernemers’ toegestuurd, waarop bij ‘aangiftetijdvak’ is voorgedrukt ‘20-6-2013 / 30-09-2013’. Het formulier vermeldt dat de aangifte uiterlijk op 18 november 2013 binnen moet zijn.

Omdat belanghebbende na daartoe op 26 oktober 2013 te hebben verzocht geen jaaraangiftebiljet ontving, heeft hij op 13 november 2013 het uitgereikte aangiftebiljet omzetbelasting ingediend. Hij heeft in zijn aangifte € 100 (voor het hele jaar) aan in rekening gebrachte omzetbelasting opgevoerd en € 1.126 aan aftrekbare voorbelasting. De verzochte teruggaaf bedroeg daarmee € 1.026.

2.6.

Bij beschikking van 29 december 2013 is de teruggaaf geweigerd, met de motivering dat belanghebbende zich niet voor 1 augustus 2013 als ondernemer had aangemeld. Belanghebbende heeft hiertegen bij brief van 30 december 2013 bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar van 16 mei 2014 heeft de inspecteur de beschikking gehandhaafd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of het verzoek om een teruggaaf terecht is geweigerd. Het bedrag van de verzochte teruggaaf omzetbelasting is niet in geschil.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de beschikking en tot het verlenen van een teruggaaf van € 1.026. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing