Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-03-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:1916, AWB - 14 _ 4663
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 31-03-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:1916, AWB - 14 _ 4663
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 31 maart 2016
- Datum publicatie
- 12 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2016:1916
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 4663
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting bij watersportverhuur (14/4663 t/m 14/4687)
Gelegenheid geven tot sportbeoefening dus laag tarief?
Niet meer in geschil is dat het lage tarief geldt voor verhuur van polyvalken, sup-boards en kano’s en het algemene tarief voor verhuur van motorboten en sloepen.
De rechtbank oordeelt dat verhuur van kajuitzeiljachten is belast tegen het algemene tarief.
Uitspraak
Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers: BRE 14/4663 tot en met 14/4687
Uitspraak van 31 maart 2016
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , gevestigd te [plaats X],
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft over de tijdvakken februari 2012 tot en met december 2012 en februari 2013 tot en met maart 2014 maandelijks omzetbelasting aangegeven en voldaan dan wel verzocht om teruggaaf van omzetbelasting. De teruggaven zijn conform de aangiften verleend. Zij heeft tegen de voldoening op aangifte dan wel de teruggaafbeschikkingen telkens, naar niet meer in geschil is, tijdig bezwaar gemaakt.
De inspecteur heeft ten aanzien van de tijdvakken februari 2012 tot en met juni 2012 en februari 2013 tot en met juni 2013 beschikkingen geen teruggaaf afgegeven, gedagtekend 27 juni 2014, en ten aanzien van de tijdvakken juli tot en met december 2012 en juli 2013 tot en met maart 2014 uitspraken op bezwaar gedaan, gedagtekend 20 juni 2014, en daarbij de bezwaren afgewezen. De inspecteur heeft ter zitting meegedeeld dat de bescheiden die zijn aangeduid als beschikkingen geen teruggaaf als uitspraken op bezwaar dienen te worden aangemerkt waarbij de bezwaren zijn afgewezen.
Belanghebbende heeft daartegen, bij fax van 24 juli 2014, beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 328. De inspecteur heeft verweerschriften ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2015 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, [A] en [B], tot bijstand vergezeld van de gemachtigden van belanghebbende, [gemachtigden], verbonden aan [kantoornaam gemachtigden] te Rotterdam en [gemachtigden], verbonden aan [kantoornaam gemachtigden] te Amsterdam, en namens de inspecteur [verweerder]. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst om partijen in de gelegenheid te stellen met elkaar in overleg te treden. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan afschriften aan partijen zijn verzonden bij brieven van 30 november 2015.
Bij brief van 23 februari 2016 heeft de inspecteur de rechtbank geïnformeerd over de uitkomst van het in 1.4 bedoelde overleg. Bij fax van 11 maart 2016 heeft belanghebbende op de brief van de inspecteur gereageerd.
De rechtbank heeft het onderzoek bij brief van 14 maart 2016 gesloten en schriftelijke uitspraken aangekondigd.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende is een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Haar activiteiten bestaan onder meer uit de exploitatie van een zeilschool en de verhuur van zeil- en motorboten. Verder stelt zij vergaderruimten ter beschikking en verkoopt zij boten. Zij maakt gebruik van de havenfaciliteiten van de jachthaven [plaats X].
Onder de door belanghebbende verhuurde boten bevinden zich zogeheten kajuitzeiljachten. Deze zijn van de types [types]. Belanghebbende biedt de kajuitzeiljachten op vier verschillende wijzen aan. Allereerst worden deze verhuurd voor deelname aan wedstrijden, verder vindt dagverhuur plaats, daarnaast vindt verhuur plaats voor een weekend, midweek of week varen op de Zeeuwse wateren en tot slot vindt verhuur plaats voor zeezeilen.
Belanghebbende heeft een accommodatie aan de wal, bestaande uit een gebouw met een kantoor met informatiebalie, een kantine, sanitaire voorzieningen, douche- en kleedruimten, een instructieruimte, dag- en overnachtingsverblijven en een parkeerplaats.
Belanghebbende heeft ter zake van de verhuur van alle boten omzetbelasting aangegeven naar het algemene tarief van 19% dan wel 21%.
3 Geschil
Tussen partijen is nog in geschil of met betrekking tot de verhuur van de kajuitzeiljachten het verlaagde tarief van 6% omzetbelasting van toepassing is of het algemene tarief van 19% dan wel 21%. Tussen partijen is niet langer in geschil dat met betrekking tot de verhuur van polyvalken, sup-boards en kano’s het tarief van 6% omzetbelasting van toepassing is en met betrekking tot de verhuur van motorboten en sloepen het tarief van 19% dan wel 21%.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en het verhandelde ter zitting.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en teruggaaf van omzetbelasting in die zin dat het tarief van 6% omzetbelasting van toepassing is op de verhuur van polyvalken, sup-boards, kano’s en kajuitzeiljachten.
De inspecteur concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en teruggaaf van omzetbelasting in die zin dat het tarief van 6% omzetbelasting van toepassing is op de verhuur van polyvalken, sup-boards en kano’s.