Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-04-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:2339, AWB - 14 _ 1376
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-04-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:2339, AWB - 14 _ 1376
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 april 2016
- Datum publicatie
- 27 mei 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2016:2339
- Zaaknummer
- AWB - 14 _ 1376
Inhoudsindicatie
De rechtbank vermindert in één uitspraak negen naheffingsaanslagen belasting van personenauto’s en motorrijwielen van 2 belanghebbenden. De rechtbank ziet reden de proceskostenvergoeding voor het bijwonen van de zitting door de gemachtigde van belanghebbenden te matigen, nu in een kort tijdsbestek 20 zaken zijn behandeld, waarvan er 19 gegrond zijn verklaard. Verder wordt de vergoeding van de taxatiekosten gematigd.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 14/1376 tot en met 14/1382, 14/1422 en 14/2174
uitspraak van 15 april 2016
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende 1] VOF, gevestigd te [plaats X], belanghebbende 1,
[belanghebbende 2] V.O.F., gevestigd te [plaats X], belanghebbende 2,
tezamen: belanghebbenden,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
De bestreden uitspraken op bezwaar
De uitspraken van de inspecteur van 3 maart 2014 en 24 maart 2014 op de bezwaren van belanghebbende 1 tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslagen belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM), aanslagnummers
[aanslagnummer 1], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1376, [aanslagnummer 2], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1377 , [aanslagnummer 3], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1378, [aanslagnummer 4], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1379, [aanslagnummer 5], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1380, [aanslagnummer 6], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1381, [aanslagnummer 7], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1382 en [aanslagnummer 8], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/2174
en de uitspraak van de inspecteur van 3 maart 2014 op het bezwaar van belanghebbende 2 tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag BPM, aanslagnummer [aanslagnummer 9], bij de rechtbank geregistreerd onder nummer 14/1422.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 april 2016 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbenden, [gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Malden, tot bijstand vergezeld van [A] (taxateur) en namens de inspecteur, [verweerder].
1 Beslissing
De rechtbank:
- -
-
verklaart de beroepen gegrond;
- -
-
vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- -
-
vermindert de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 1] tot € 224, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 2] tot € 147, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 3] tot € 589, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 4] tot € 299, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 5] tot € 337, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 6] tot € 269, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 7] tot € 137, de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 8] tot € 895 en de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 9] tot € 472;
- -
-
veroordeelt de Minister van Veiligheid en Justitie tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbenden tot bedragen van – voor ieder van hen – eenmaal € 500;
- -
-
veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende 1 tot een bedrag van € 8.040;
- -
-
veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende 2 tot een bedrag van € 1.005;
- gelast dat de inspecteur het door belanghebbenden betaalde griffierecht van negen maal € 328 aan hen vergoedt.
2 Gronden
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 1] (14/1376)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf 1.4 TSI Highline met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 8 maart 2013 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 65.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.047. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 28 oktober 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 13.427 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 28.940 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 29.150. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 29.045.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.973 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.990. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 4.982.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 4.982 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 29.045 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 15.122 |
|
Schade |
€ 13.427 |
|
Waarde bij invoer |
€ 1.695 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 27.350 |
|
Afschrijvingspercentage |
94,2% |
|
Afschrijving BPM |
€ 4.693 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 289 |
Nu belanghebbende 1 al € 65 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 224 (€ 289 -/- € 65).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 2] (14/1377)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Polo 1.6 TDI Highline met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 9 november 2012 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 19.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.181. Belanghebbende heeft hiertegen op 11 november 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 9.025 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 23.745 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 23.830. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 23.788.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.754 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.769. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 4.761.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 4.761 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 23.788 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 9.854 |
|
Schade |
€ 9.025 |
|
Waarde bij invoer |
€ 829 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 22.959 |
|
Afschrijvingspercentage |
96,5% |
|
Afschrijving BPM |
€ 4.595 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 166 |
Nu belanghebbende 1 al € 19 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 147 (€ 166 -/- € 19).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 3] (14/1378)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf 2.0 GTI met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 9 november 2012 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 88.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.766. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 5 november 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 21.634 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 7.367 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 35.750 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 24.919 |
|
Schade |
€ 21.634 |
|
Waarde bij invoer |
€ 3.285 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 32.465 |
|
Afschrijvingspercentage |
90,8% |
|
Afschrijving BPM |
€ 6.690 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 677 |
Nu belanghebbende 1 al € 88 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 589 (€ 677 -/- € 88).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 4] (14/1379)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Polo 1.6 TDI Comfortline met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 23 november 2012 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 63.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.599. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 11 november 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 8.702 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 22.590 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 22.520. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 22.555.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.840 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 4.830. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 4.835.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 4.835 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 22.555 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 10.394 |
|
Schade |
€ 8.702 |
|
Waarde bij invoer |
€ 1.692 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 20.863 |
|
Afschrijvingspercentage |
92,5% |
|
Afschrijving BPM |
€ 4.473 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 362 |
Nu belanghebbende 1 al € 63 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 299 (€ 362 -/- € 63).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 5]
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Polo 1.6 TDI Trendline met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 15 maart 2013 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 67.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.087. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 28 oktober 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 11.075 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 4.814 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 22.940 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 13.012 |
|
Schade |
€ 11.075 |
|
Waarde bij invoer |
€ 1.937 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 21.003 |
|
Afschrijvingspercentage |
91,6% |
|
Afschrijving BPM |
€ 4.410 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 404 |
Nu belanghebbende 1 al € 67 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 337 (€ 404 -/- € 67).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 6] (14/1381)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf 2.0 GTI met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 22 februari 2013 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 154.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.557. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 28 oktober 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 15.412 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 40.010 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 40.640. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 40.325.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 8.100 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 8.182. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 8.141.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 8.141 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 40.325 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 17.508 |
|
Schade |
€ 15.412 |
|
Waarde bij invoer |
€ 2.096 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 38.229 |
|
Afschrijvingspercentage |
94,8% |
|
Afschrijving BPM |
€ 7.718 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 423 |
Nu belanghebbende 1 al € 154 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 269 (€ 423 -/- € 154).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 7] (14/1382)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Polo 1.4 16V Cross met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 19 oktober 2012 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 41.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.414. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 5 november 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 11.050 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 19.940 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 20.440. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 20.190.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 3.770 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 3.839. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 3.804.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 3.804 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 20.190 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 12.003 |
|
Schade |
€ 11.050 |
|
Waarde bij invoer |
€ 953 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 19.237 |
|
Afschrijvingspercentage |
95,3% |
|
Afschrijving BPM |
€ 3.626 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 178 |
Nu belanghebbende 1 al € 41 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 137 (€ 178 -/- € 41).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 8] (14/2174)
Belanghebbende 1 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf 2.0 GTD met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 15 maart 2013 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 29.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 2.480. Belanghebbende 1 heeft hiertegen op 23 december 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 20.815 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 1 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 46.020 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 40.370. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 43.195.
Verder gaat belanghebbende 1 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 9.666 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 9.211. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 9.438.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 9.438 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 43.195 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 25.043 |
|
Schade |
€ 20.815 |
|
Waarde bij invoer |
€ 4.228 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 38.967 |
|
Afschrijvingspercentage |
90,2% |
|
Afschrijving BPM |
€ 8.514 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 924 |
Nu belanghebbende 1 al € 29 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 895 (€ 924 -/- € 29).
Ten aanzien van de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 9] (14/1422)
Belanghebbende 2 heeft ter zake van de registratie van een gebruikte personenauto van het merk Volkswagen, type Golf 2.0 GTD met identificatienummer [identificatienummer] (hierna: de auto) op 11 maart 2013 aangifte BPM gedaan. De aangifte vermeldt een te betalen bedrag aan BPM van € 50.
De inspecteur heeft, naar aanleiding van een hertaxatie, een naheffingsaanslag BPM opgelegd van € 1.8660. Belanghebbende 2 heeft hiertegen op 29 oktober 2013 bezwaar gemaakt.
Partijen hebben ter zitting bij wijze van compromis overeenstemming bereikt en wel in die zin dat voor de waarde van de auto ten tijde van de registratie dient te worden uitgegaan van de koerslijst van AutotelexPro en dat de aftrek wegens schade aan de auto ten tijde van de registratie € 15.209 is. De rechtbank ziet geen reden anders te oordelen.
De rechtbank merkt op dat belanghebbende 2 uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 35.100 en dat de inspecteur uitgaat van een historische nieuwprijs van de auto van € 35.255. Nu geen der partijen de historische nieuwprijs van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 35.178.
Verder gaat belanghebbende 2 uit van een bedrag aan bruto BPM van € 8.416 en gaat de inspecteur uit van een bedrag aan bruto BPM van € 8.445. Nu geen der partijen de bruto BPM van de auto heeft onderbouwd, stelt de rechtbank deze in goede justitie vast op € 8.430.
De rechtbank overweegt dat de na te heffen BPM, met inachtneming van het voorgaande, als volgt dient te worden berekend:
Bruto BPM |
€ 8.430 |
|
Historische nieuwprijs |
€ 35.178 |
|
Waarde op basis AutotelexPro |
€ 17.389 |
|
Schade |
€ 15.209 |
|
Waarde bij invoer |
€ 2.180 |
|
Werkelijke afschrijving |
€ 32.998 |
|
Afschrijvingspercentage |
93,8% |
|
Afschrijving BPM |
€ 7.908 |
|
Totaal verschuldigde BPM |
€ 522 |
Nu belanghebbende 2 al € 50 op aangifte heeft betaald, dient de naheffingsaanslag te worden verminderd tot € 472 (€ 522 -/- € 50).
Gelet op het vorenstaande zijn de beroepen gegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben de rechtbank verzocht tot vergoeding van immateriële schade in verband met overschrijding van de redelijke termijn.
De rechtbank stelt voorop dat de zaken in hoofdzaak betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. Naar het oordeel van de rechtbank heeft dat een matigende invloed op de mate van frustratie en ergernis bij overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De rechtbank ziet hierin reden om de zaken voor wat betreft de eventuele toekenning van een vergoeding van immateriële schade, als één aan te merken. De rechtbank zal verder uitgaan van het bezwaarschrift dat als eerste is ingediend, te weten op 28 oktober 2013. De rechtbank stelt vast dat sindsdien een periode van twee jaar en ruim vijf maanden is verstreken. De redelijke termijn is derhalve met (afgerond) een half jaar overschreden. Belanghebbende 1 heeft dus recht op een schadevergoeding van € 500. De overschrijding van de redelijke termijn is geheel aan de rechtbank toe te rekenen. De rechtbank heeft de Minister van Veiligheid en Justitie dan ook veroordeeld tot vergoeding van de immateriële schade.
Verder stelt de rechtbank vast dat sinds de indiening van het bezwaarschrift tegen de naheffingsaanslag met aanslagnummer [aanslagnummer 9] een periode van eveneens twee jaar en ruim vijf maanden is verstreken. De redelijke termijn is derhalve met (afgerond) een half jaar overschreden. Belanghebbende 2 heeft dus eveneens recht op een schadevergoeding van € 500. De overschrijding van de redelijke termijn is geheel aan de rechtbank toe te rekenen. De rechtbank heeft de Minister van Veiligheid en Justitie dan ook veroordeeld tot vergoeding van de immateriële schade.
De rechtbank vindt aanleiding de inspecteur te veroordelen in de kosten die belanghebbenden in verband met de behandeling van de bezwaren en de beroepen redelijkerwijs hebben moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 6.678 (9 maal 1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een waarde per punt van € 246 en 9 maal 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 496 en een wegingsfactor 1) en € 1.899 voor het verschijnen ter zitting. De rechtbank ziet aanleiding om voor de vergoeding voor het bijwonen van de zitting af te wijken van de normen van het Besluit, omdat 20 zaken in een kort tijdsbestek zijn behandeld en is daarbij uitgegaan van een dag voorbereiding en een halve dag voor het bijwonen van de zitting. Gezien de aard van de werkzaamheden acht de rechtbank een uurtarief van € 250 redelijk. In totaal derhalve € 4.000 (16 uur maal € 250). Daarbij is het beroep ter zake van in totaal 19 zaken gegrond verklaard. De kosten bedragen dan per zaak (afgerond) € 211 (€ 4.000 gedeeld door 19), dus in de onderhavige zaken € 1.899 (9 zaken maal € 211).
Verder is een vergoeding toegekend van € 468 voor de door belanghebbende gemaakte taxatiekosten. De rechtbank is daarbij uitgegaan van een dag voorbereiding door de taxateur en een halve dag voor het bijwonen van de zitting, tegen het door de taxateur gevraagde bedrag van € 81,40 per uur, in totaal derhalve € 976,80 (16 uur maal € 81,40). Daarbij is het beroep ter zake van in totaal 19 zaken gegrond verklaard. De taxatiekosten bedragen dan per zaak (afgerond) € 52 (€ 976,80 gedeeld door 19), dus in de onderhavige zaken € 468 (9 zaken maal € 52).
De totale kostenvergoeding is derhalve vastgesteld op € 9.045 (€ 6.678 plus € 1.899 plus € 468), waarvan 1/9e deel (€ 1.005) voor belanghebbende 2. De rechtbank acht dit bedrag redelijk en in overeenstemming met het Besluit.
Deze uitspraak is gedaan op 15 april 2016 door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I. van Wijk, griffier.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist (artikel 27h, derde lid en artikel 28, zevende lid AWR).
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,
5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.