Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-04-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:2658, BRE - 14 _ 6772

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-04-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:2658, BRE - 14 _ 6772

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
29 april 2016
Datum publicatie
30 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2016:2658
Zaaknummer
BRE - 14 _ 6772
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 17

Inhoudsindicatie

In geschil is de WOZ-waarde van een groot zorgcomplex waarbinnen specialistische verblijfszorg aan mensen met een verstandelijke beperking wordt geboden.

De rechtbank oordeelt (1) dat gewaardeerd moet worden op de gecorrigeerde vervangingswaarde waarbij (2) de grond terecht is gewaardeerd op de gronduitgifteprijzen van de gemeente, waarbij voor dat deel van het perceel met bestemming 'bosgrond' een lagere waarde is gehanteerd. De heffingsambtenaar heeft per gebouw de gebouwgebonden grond bepaald; de rechtbank volgt dat. De functionele veroudering van de opstallen is door geen der partijen voldoende onderbouwd: de gemeente verwijst naar een afspraak voor voorgaande jaren maar geeft daarin geen inzage en belanghebbende gaat uit van algemeenheden en niet van de specifieke situaties per gebouw. De waarde wordt in goede justitie vastgesteld op € 55.000.000. Geen vergoeding voor taxatiekosten omdat de taxatie is verricht door een van de twee gemachtigden.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 14/6772

uitspraak van 29 april 2016

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats X],

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de [gemeente X],

de heffingsambtenaar.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking als bedoeld in artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres], te [plaats X] (hierna: het object), per waardepeildatum 1 januari 2011, vastgesteld voor het kalenderjaar 2012 op € 58.263.000. In het desbetreffende geschrift zijn ook de aanslagen onroerendezaakbelasting bekendgemaakt.

De heffingsambtenaar heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van

29 september 2014 de waarde verminderd tot € 56.590.000 en de aanslagen dienovereenkomstig verminderd. Tevens is in verband met het gegronde bezwaar een vergoeding voor de bezwaarkosten toegekend van € 972.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 7 november 2014, ontvangen bij de rechtbank op 10 november 2014, beroep ingesteld. Aan belanghebbende is vanwege de gelijktijdige indiening van het beroep met het beroep met nummer BRE 14/6771 geen afzonderlijk griffierecht in rekening gebracht. Bij brief van 11 december 2014 heeft belanghebbende de gronden van het beroep aangevuld.

1.3.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd, waarna de heffingsambtenaar schriftelijk heeft gedupliceerd.

1.4.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de heffingsambtenaar.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 februari 2016 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, [A] en

[B], vergezeld van de gemachtigden [gemachtigden]

, verbonden aan [kantoornaam gemachtigden] te Utrecht, en namens de heffingsambtenaar, [verweerder], [taxateur K] (taxateur) en [taxateur D] (taxateur), verbonden aan [kantoornaam taxateur D] te Maurik. De zaken van belanghebbende met de nummers

BRE 14/6771 en BRE 14/6772 zijn gezamenlijk behandeld. Ter zitting is door beide partijen een pleitnota overgelegd. Een kopie hiervan is aan de wederpartij verstrekt.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is eigenares en gebruikster van het object. Het object betreft een zorginstelling waarbinnen specialistische verblijfszorg wordt geboden aan mensen met een ernstige verstandelijke beperking dan wel een meervoudige beperking (lichamelijk en verstandelijk). Daarnaast wordt aan deze groep zorg geboden bij het werken en de dag- en vrijetijdbesteding. Het object is gelegen in een bosrijke omgeving op een terrein van ongeveer 455.317m². Van dit terrein heeft circa 115.500m² de bestemming ‘bos en natuurterrein’ en beslaan de wegen en parkeerterreinen circa 28.900 m2. Een deel van de wegen wordt ook door derden gebruikt. Het object is een voormalig klooster dat in de loop der jaren is gemoderniseerd en waarvan delen nieuw zijn gebouwd. Het voormalige kloostergebouw is in gebruik als districtskantoor van belanghebbende.

2.2.

Het object bestaat uit een complex van onder meer woongebouwen, gebouwen voor dagbesteding, gebouwen voor (para) medische functies, kantoorfaciliteiten, en voorzieningen, zoals onder andere een keuken, een zwembad en een kinderboerderij en dergelijke. In 2011 is een deel van de nieuwbouw opgeleverd. Hiervoor is bestaande bouw gesloopt. Het object ligt ten zuiden van de [adres], ter hoogte van de woonwijk

‘[woonwijk]’. Er is sprake van een verstedelijkte enclave in een bosgebied, dat gelegen is aan de westzijde van [plaats X].

2.3.

Bij beschikking is de WOZ-waarde vastgesteld op € 58.263.000. Deze waarde is als volgt opgebouwd:

G.V.W. opstallen en terreinvoorzieningen: € 39.740.733

Grondwaarde: € 18.522.267

Totaal: € 58.263.000

2.4.

Bij de uitspraken op bezwaar is de WOZ-waarde verminderd tot € 56.590.000. Deze waarde is als volgt opgebouwd:

G.V.W. opstallen en terreinvoorzieningen: € 39.741.163,00

Af: extra aftrek functionele veroudering: -/- € 1.500.000,00

Subtotaal: € 38.241.163,00

Grondwaarde: € 18.420.000,00

Subtotaal: € 56.661.163,00

Af: btw-correctie: -/- € 68.862,00

Totaal: € 56.592.301,00 (afgerond € 56.590.000)

2.5.

In het rapport van de heffingsambtenaar is de waarde getaxeerd op € 58.503.389. Deze waarde is als volgt opgebouwd:

Gecorrigeerde vervangingswaarde opstallen: € 39.354.727

Parkeervoorzieningen: € 226.395

Terreinverhardingen: € 400.000

Grondwaarde: € 18.522.267

WOZ-waarde totaal: € 58.503.389 (afgerond € 58.503.000).

De gecorrigeerde vervangingswaarde van de opstallen is daarbij als volgt opgebouwd:

aard:

opp.:

Vervangings-waarde

technische afschrijving

verschil

functionele afschrijving

gecorrigeerde vervangingswaarde

woningen

24.629

36.795.768

10.465.257

26.330.511

870.155

25.460.356

niet-woningen

21.315

29.341.353

14.478.648

14.862.705

1.172.002

13.690.703

overige niet-woningen

1.424

627.359

386.558

240.801

37.133

203.668

TOTAAL:

47.368

66.764.480

25.330.463

41.434.017

2.079.290

39.354.727

100,00%

38,00%

62,00%

5,00%

58,90%

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van het object op de waardepeildatum. Belanghebbende bepleit primair een waarde van (afgerond) € 40.838.000 (waarde opstallen € 34.054.000 en waarde grond € 6.784.000) en subsidiair een waarde van (afgerond) € 42.317.000 (waarde opstallen € 34.054.000 en waarde grond € 8.263.554). De heffingsambtenaar bepleit bevestiging van de waarde. Het geschil spitst zich toe op de vragen of (i) de grondwaarde juist is vastgesteld en (ii) of de correctie wegens functionele veroudering van de opstallen juist is toegepast.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en het verhandelde ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vermindering van de WOZ-waarde tot primair € 40.838.000 en subsidiair € 42.317.000, met dienovereenkomstige verlaging van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Immateriële schadevergoeding

7 Beslissing