Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-08-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:4902, BRE - 15 _ 6946
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-08-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:4902, BRE - 15 _ 6946
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 augustus 2016
- Datum publicatie
- 1 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2016:4902
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2018:682, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BRE - 15 _ 6946
- Relevante informatie
- Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 224
Inhoudsindicatie
Gelegenheid geven tot houden van verblijf. Belanghebbende verhuurt ruimtes aan uitzendbureaus ten behoeve van de huisvestiging van door de uitzendbureaus te werk gestelde arbeidsmigranten. Belanghebbende is terecht aangemerkt als belastingplichtige voor de toeristenbelasting nu uit de tussen betrokken partijen gemaakte afspraken blijkt dat de door belanghebbende aangestelde beheerders onder meer aanspreekpunt zijn voor de arbeidsmigranten en omwonenden, toezien op het (parkeer)gedrag van de arbeidsmigranten en verantwoordelijk zijn voor het bijhouden van een register van de op het perceel aanwezige personen. Dat belanghebbende geen diensten zoals telefonie, wasserij en stomerij aanbiedt aan de arbeidsmigranten en dat zij geen vergoeding aan belanghebbende verschuldigd zijn, doet daar niet af.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 15/6946, 15/6947 en 16/135
uitspraak van 4 augustus 2016
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] BV, gevestigd te [plaats X],
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking West-Brabant,
de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende onderstaande aanslagen toeristenbelasting opgelegd:
Zaaknummer |
Jaar |
Soort |
Bedrag |
16/135 |
2013 |
aanslag |
€ 12.580,02 |
15/6946 |
2014 |
aanslag |
€ 86.724,00 |
15/6947 |
2015 |
voorlopige aanslag |
€ 79.200,00 |
Belanghebbende heeft tegen voormelde aanslagen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 18 september 2015 de aanslag over 2014 met € 48.183,12 verminderd tot € 38.540,88 en het bezwaar tegen de voorlopige aanslag over 2015 ongegrond verklaard. Bij uitspraak op bezwaar van 4 december 2015 heeft de heffingsambtenaar de aanslag over 2013 met € 7.677,92 verminderd tot € 4.902,10.
Belanghebbende heeft bij afzonderlijke brieven van 26 oktober 2015 (tweemaal) en 8 januari 2016, per fax, beroep ingesteld tegen voormelde uitspraken op bezwaar. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende tweemaal € 331 en eenmaal € 334 aan griffierechten geheven.
De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Voorafgaand aan de zitting hebben zowel de heffingsambtenaar als belanghebbende nadere stukken ingediend. Een afschrift van deze stukken is in kopie aan de wederpartij verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 juli 2016 te Breda.
Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende, haar directeur-grootaandeelhouder [A], vergezeld van de gemachtigde van belanghebbende
[gemachtigde], verbonden aan [kantoornaam gemachtigde] te Alkmaar, en namens de heffingsambtenaar, [verweerder].
De heffingsambtenaar heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan aan de rechtbank en de wederpartij overgelegd.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende is verhuurder en beheerder van het complex gelegen aan de [adres] te [plaats Y]. Dit complex wordt door partijen, evenals hierna, aangeduid als ‘[Complex]’. Eigenaar van [Complex] is [B BV], een zustervennootschap van belanghebbende. Belanghebbende verhuurt [Complex] aan diverse uitzendbureaus ten behoeve van de huisvestiging van door de uitzendbureaus te werk gestelde arbeidsmigranten. Met de [gemeente Y] is een beheersovereenkomst gesloten waarin afspraken zijn vastgelegd over de beheersmatige aspecten van de migrantenhuisvesting. In deze beheersovereenkomst is onder andere opgenomen dat er permanent een beheerder aanwezig moet zijn op het complex. In verband hiermee heeft belanghebbende twee beheerders in dienst. Met deze beheerders is een beheer- en toezichtovereenkomst gesloten.
Met de uitzendbureaus is belanghebbende onder meer overeengekomen dat belanghebbende verantwoordelijk is voor het beheer van het complex.
Met dagtekening 16 februari 2016 zijn aangiftebiljetten toeristenbelasting 2013 en 2014 verzonden aan belanghebbende. Tijdens telefonisch contact met de heffingsambtenaar heeft belanghebbende aangegeven dat de biljetten zullen worden geretourneerd met ‘0’ overnachtingen omdat alle personen staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP). De aangiftebiljetten zijn door de heffingsambtenaar niet retour ontvangen. Er zijn ambtshalve aanslagen toeristenbelasting opgelegd naar 13.383 overnachtingen voor 2013 en 80.300 overnachtingen voor 2014. Ook is aan belanghebbende een voorlopige aanslag toeristenbelasting 2015 opgelegd naar 90% van het aantal overnachtingen in het voorgaande jaar, zijnde 72.270 overnachtingen.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de (voorlopige) aanslagen. Naar aanleiding van deze bezwaren heeft de heffingsambtenaar de aanslagen over de jaren 2013 en 2014 verminderd in verband met het aantal werkelijke overnachtingen. De voorlopige aanslag 2015 is gehandhaafd. Voor een deel van de voorlopige aanslag 2015 is uitstel van betaling verleend.
3 Geschil
Tussen partijen is in geschil of de (voorlopige) aanslagen toeristenbelasting terecht aan belanghebbende zijn opgelegd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en het verhandelde ter zitting.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de aanslagen. De heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.