Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-10-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:6797, AWB - 16 _ 1205

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-10-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:6797, AWB - 16 _ 1205

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
12 oktober 2016
Datum publicatie
8 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2016:6797
Zaaknummer
AWB - 16 _ 1205

Inhoudsindicatie

16/1205

Art. 18 Verdrag met [Land A], Aftrek ter voorkoming van dubbele belasting

Belanghebbende is sporter van beroep. In het onderhavige jaar woonde hij in Nederland en genoot hij (uit Nederland) looninkomsten van zijn sportclub en van de bond. Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar meegedaan aan een trainingskamp van zijn sportclub in [Land A]. Tussen partijen is in geschil of hij in verband met de training in [Land A] ook voor zijn inkomsten van de bond recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van het zogenaamde artiesten- en sportersartikel (art. 18 van het Verdrag met [Land A]). Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval. Zijn inkomsten van de bond staan in een te ver verwijderd verband met de werkzaamheden in [Land A] om die inkomsten mede in aanmerking te nemen voor de berekening van aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 16/1205

uitspraak van 12 oktober 2016

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ( [woonland] ),

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2012 een aanslag

inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € [bedrag X] , waarbij belastingrente in rekening is gebracht (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.26.01).

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 januari 2016 de aanslag en de

daarbij gelijktijdig genomen beschikking belastingrente gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 22 februari 2016, ontvangen bij de

rechtbank Den Haag op 22 februari 2016, beroep ingesteld. De rechtbank Den Haag heeft het beroepschrift doorgezonden naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank), omdat deze rechtbank bevoegd is het beroepschrift in behandeling te nemen. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 26 februari 2016. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft bij brief van 2 mei 2016, welke brief door de rechtbank

wordt aangemerkt als conclusie van repliek, gereageerd op het verweerschrift.

1.6.

De inspecteur heeft per brief van 9 mei 2016, welke brief door de rechtbank wordt

aangemerkt als conclusie van dupliek, gereageerd op de conclusie van repliek.

1.7.

Een onderzoek ter zitting is met toestemming van partijen achterwege gebleven.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is [sporter] van beroep. In het onderhavige jaar woonde belanghebbende in Nederland en genoot hij (uit Nederland) looninkomsten van [werkgever] (hierna: [de club] ) (€ [bedrag 1] ) en van [de bond] (hierna: [bond] ) (€ [bedrag 2] ). Belanghebbende heeft in het onderhavige jaar meegedaan aan een trainingskamp van [de club] in [land A] .

2.2.

In de aangifte IB/PVV over 2012 heeft belanghebbende als loon uit dienstbetrekking een bedrag van € [bedrag 3] (€ [bedrag 1] + [bedrag 2] ) aangegeven. Daarbij heeft hij verzocht om een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting tot een bedrag van € [bedrag 4] . Dit bedrag is als volgt berekend:

Periode

Land

[de club]

[periode A]

[land A]

7/214 x € [bedrag 3] = € [bedrag 4a]

[de club]

[periode B]

[land B]

3/214 x € [bedrag 3] = € [bedrag 4b]

[Nationaal team]

[periode C]

[land C]

3/214 x € [bedrag 3] = € [bedrag 4c]

[Nationaal team]

[periode D]

[land D]

3/214 x € [bedrag 3] = € [bedrag 4d]

Totaal

€ [bedrag 4]

2.3.

Naar aanleiding van de ingediende aangifte is op 13 december 2013 aan belanghebbende een voorlopige aanslag IB/PVV over 2012 opgelegd conform de ingediende aangifte.

2.4.

Bij vaststelling van de definitieve aanslag is de inspecteur afgeweken van de ingediende aangifte. Voor zover hier van belang, heeft de inspecteur daarbij enkel aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend voor belanghebbendes trainingsdagen met [de club] in [land A] . Bij de berekening van het inkomen elders belast heeft de inspecteur in dit verband enkel rekening gehouden met belanghebbendes looninkomsten van [de club] . De inspecteur heeft bij de vaststelling van de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting derhalve rekening gehouden met een inkomen elders belast van € [bedrag 5] (zijnde 7 dagen/214 dagen x € [bedrag 1] ) en de aftrek elders belast vastgesteld op € [bedrag 6] .

3 Geschil

3.1.

Tussen partijen is uitsluitend in geschil of belanghebbende in verband met de training in [land A] ook voor zijn inkomen van de [bond] recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van het zogenoemde artiesten- en sportersartikel (artikel 18 van [het Verdrag met land A] , hierna: het Verdrag met [land A] ).

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de aanslag tot een waarbij de aftrek elders belast wordt vastgesteld op € [bedrag 7] . De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing