Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-10-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:6798, AWB - 16 _ 7271
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-10-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:6798, AWB - 16 _ 7271
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 oktober 2016
- Datum publicatie
- 28 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2016:6798
- Zaaknummer
- AWB - 16 _ 7271
Inhoudsindicatie
Voorlopige voorziening, art. 8:81 van de Awb
De bezwaren van belanghebbenden in zowel het onderhavige verzoek om een voorlopige voorziening als in de bodemzaak zijn enkel gericht tegen de inning van belastingschulden. De voorzieningenrechter in belastingzaken acht zich niet bevoegd een voorziening te treffen. Belanghebbenden zullen zich voor dit soort voorzieningen tot de civiele rechter moeten wenden.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 16/7271
uitspraak van 12 oktober 2016
Uitspraak als bedoeld in titel 8.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbenden] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbenden,
en
de ontvanger van de Belastingdienst,
de ontvanger.
1 Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd.
2 Verzoeken
Belanghebbenden verzoeken de voorzieningenrechter om tijdelijke stopzetting van de loonbeslagen.
3 Karakter voorlopige voorziening
De voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, ook wel bodemprocedure genoemd, kan op verzoek een voorlopige voorziening treffen. Ingevolge artikel 8:81 van de Awb gelden daarbij als voorwaarden dat tegelijkertijd tegen hetzelfde besluit een bezwaar- of beroepsprocedure loopt (vereiste van connexiteit) en onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, het treffen van een voorlopige voorziening vereist.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder partijen uit te nodigen voor een zitting, indien hij kennelijk onbevoegd is of het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is.