Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:7653, BRE - 15 _ 6341 t/m 15_6344, 15_6631 t/m 15_6637, 15_6639 en 15_6640

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:7653, BRE - 15 _ 6341 t/m 15_6344, 15_6631 t/m 15_6637, 15_6639 en 15_6640

Inhoudsindicatie

Art. 2, 11 en 13 Wet BZM en art. 67c AWR. Vermindering BZM-boeten tot symbolische bedragen. Straftoemeting Hof ’s-Hertogenbosch als oriëntatiepunt gebruikt. De verzuimen zijn terug te voeren op één fout aan de zijde van belanghebbende. Hoewel de boeten in vier zaken niet in de beoordeling kunnen worden betrokken omdat de beroepen hiertegen niet-ontvankelijk zijn, houdt de rechtbank bij de straftoemeting in de andere zaken wel rekening met de oplegging van die vier boeten. In aanmerking genomen dat het fenomeen van veroordeling zonder strafoplegging in het fiscale boeterecht geen gemeengoed is en dat vernietiging van de boeten onvoldoende tot uitdrukking zou brengen dat hier wel sprake is van beboetbare verzuimen, heeft de rechtbank elke boete in de ontvankelijke zaken verminderd tot het symbolische bedrag van € 10.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 15/6341 t/m 15/6344, 15/6631 t/m 15/6637, 15/6639 en 15/6640

uitspraak van 2 december 2016

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

De bestreden uitspraken op bezwaar

Zitting

Rechtsmiddel