Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-05-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:2932, AWB - 15 _ 4732
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12-05-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:2932, AWB - 15 _ 4732
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 12 mei 2017
- Datum publicatie
- 9 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2017:2932
- Zaaknummer
- AWB - 15 _ 4732
Inhoudsindicatie
Beroepen niet-ontvankelijk wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding nu de uitspraken op de bezwaar op de voorgeschreven wijze bekend zijn gemaakt (verzending naar het juiste/nieuwe adres).
Uitspraak
Belastingrecht, meervoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 15/4732 en 15/4733
uitspraak van 12 mei 2017
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende over de tijdvakken 2006 en 2007 naheffingsaanslagen omzetbelasting, met [aanslagnummer] .F.01.6506 en
-F01.7506 opgelegd en gelijktijdig daarbij heffingsrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 8 april 2015 de naheffingsaanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende heeft bij fax van 13 juli 2015, ontvangen bij de rechtbank op
13 juli 2015, tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 331. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift aan de wederpartij verstrekt.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 september 2016 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende [gemachtigde 1] , verbonden aan [kantoor gemachtigde] te Maastricht, bijgestaan door [gemachtigde 2] en
[gemachtigde 3] en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] en [inspecteur 6] . De zaken met de nummers 15/6919, 15/2391 t/m 15/2397, 15/7694, 15/7695, 15/4730 t/m 15/4733, 15/6994 t/m 15/6996, 15/2410 t/m 15/2412 zijn gelijktijdig behandeld. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgesteld waarvan een afschrift gelijktijdig met het afschrift van deze uitspraak aan partijen wordt verzonden.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Aan belanghebbende zijn met dagtekening 16 februari 2011 over de tijdvakken 2006 en 2007 naheffingsaanslagen omzetbelasting ( hierna: OB) opgelegd en bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar van 8 april 2015 heeft de inspecteur de bezwaren van belanghebbende afgewezen.
Voormelde uitspraken op bezwaar zijn in eerste instantie verstuurd naar het op de bezwaarschriften vermelde postbusadres van [gemachtigde] , die de bezwaarschriften namens belanghebbende heeft ingediend en in de bezwaarfase zijn gemachtigde was. Na retourontvangst van deze uitspraken op bezwaar heeft de belastingdienst deze bij brief van 6 mei 2015 doorgestuurd naar het nieuwe postbusadres van [gemachtigde] . [gemachtigde 1] is middels telefonisch contact met de belastingdienst op 10 juli 2015 op de hoogte geraakt van het bestaan van de uitspraken op bezwaar.
Belanghebbende heeft bij fax van 13 juli 2015 ingediend door [gemachtigde 1] beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.
3 Geschil
In geschil is of de beroepen niet-ontvankelijk zijn in verband met de termijnoverschrijding.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en het verhandelde ter zitting.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar alsmede de naheffingsaanslagen. De inspecteur concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van de beroepen.