Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-06-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4216, AWB - 16 _ 7067

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-06-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:4216, AWB - 16 _ 7067

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
30 juni 2017
Datum publicatie
21 juli 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:4216
Zaaknummer
AWB - 16 _ 7067
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 11

Inhoudsindicatie

BRE 16/7067

Art. 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, Wet OB, verhuur of ‘verhuur-plus’?

Belanghebbendes dienstverlening in het kader van de terbeschikkingstelling van zalen moet voor de btw-heffing als één prestatie worden beschouwd. Deze dienst is niet aan te merken als de verhuur van onroerend goed, maar als een btw-belaste dienst van eigen aard (‘dienst sui generis’). Voor een aftrekbeperking is derhalve geen plaats. Beroep gegrond. Geen aanleiding voor een integrale proceskostenvergoeding.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 16/7067

uitspraak van 30 juni 2017

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft in haar aangifte omzetbelasting (hierna ook wel btw genoemd) over het derde kwartaal van 2015 verzocht om een teruggaaf. De inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 24 december 2015 gedeeltelijk afgewezen ( [beschikkingsnummer] ).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 26 augustus 2016 is de inspecteur gedeeltelijk aan belanghebbendes bezwaar tegemoetgekomen. Deze uitspraak is gemotiveerd bij brief van 25 juli 2016. Bij brief van 26 juli 2016 is aan belanghebbende een proceskostenvergoeding toegekend van € 488.

1.3.

Tegen de gedeeltelijke afwijzing van haar bezwaar heeft belanghebbende bij brief van 30 augustus 2016, ontvangen bij de rechtbank op 31 augustus 2016, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 334.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 mei 2017 te Breda. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarin ook de verschenen personen zijn vermeld. Een afschrift van het proces-verbaal wordt tegelijk met het afschrift van de uitspraak aan partijen verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende exploiteert een aantal ruimten in een gemeenschapshuis te weten een sporthal, een beugelbaanhal, een horecabedrijf, een concert-/theaterzaal en drie vergaderruimten. De beugelbaanhal en concert-/theaterzaal enerzijds en de drie vergaderruimten anderzijds zijn van elkaar gescheiden door middel van schuifwanden en kunnen desgewenst gecombineerd worden.

2.2.

Belanghebbende huurt het gemeenschapshuis, behoudens het deel dat met een recht van opstal door de bibliotheek wordt gebruikt, van [de gemeente] (hierna: de gemeente). Zij en de gemeente hebben daarbij geopteerd voor belaste verhuur, waarbij ervan is uitgegaan dat belanghebbende het gehuurde voor ten minste 90% voor btw-belaste doeleinden gebruikt. Belanghebbende exploiteert de sporthal, de beugelbaanhal en het horecabedrijf btw-belast.

2.3.

Belanghebbende stelt de concert-/theaterzaal ( [concert-.theaterzaal] ) en de drie vergaderruimten ( [vergaderruimte 1] , [vergaderruimte 2] en [vergaderruimte 3] ) (hierna alle vier gezamenlijk ook wel aangeduid als: de zalen) tegen vergoeding ter beschikking aan haar gebruikers. In dit kader verricht belanghebbende de volgende handelingen waarvoor zij geen afzonderlijke vergoeding aan de gebruikers berekent:

 zij heet bezoekers welkom en geleidt hen naar de zalen;

 zij verzorgt de schoonmaak van de zalen;

 zij deelt de zalen in naar de wensen van haar gebruikers;

 zij verzorgt de verwarming of koeling en de verlichting van de zalen; zij verzorgt het toezicht op en het beheer van de zalen; en

 zij geeft gelegenheid om gebruik te maken van internet doordat in het hele gebouw wifi aanwezig is.

De zalen worden zowel langdurig als voor incidenteel gebruik ter beschikking gesteld. Belanghebbende heeft hiervoor twee standaardovereenkomsten, een voor langdurig en een voor kortstondig gebruik. Daarnaast worden ook mondelinge overeenkomsten gesloten. Gebruikers zijn veelal plaatselijke verenigingen en andere organisaties, instellingen of ondernemingen. Gebruikers krijgen geen exclusief gebruiksrecht of sleutel van de zalen.

Voorts kunnen de gebruikers van de zalen optioneel en tegen een aanvullende betaling spijzen en dranken verkrijgen. Gebruikers van de vergaderruimten krijgen de beschikking over technische voorzieningen op het gebied van licht, beeld en geluid inclusief de instructie daarbij, waarbij enkel voor het gebruik van TV-schermen en beamers aanvullend moet worden betaald. In de concert-/theaterzaal stelt belanghebbende, eveneens tegen een aanvullende betaling, technische voorzieningen op het gebied van licht en geluid ter beschikking. Deze voorziening van geluid en licht in de concert-/theaterzaal wordt uitsluitend door personeel van belanghebbende bediend.

2.4.

Naar aanleiding van de ingediende aangifte heeft de inspecteur een teruggaafbeschikking vastgesteld. Daarbij heeft de inspecteur de aftrek van voorbelasting beperkt omdat deze volgens hem gedeeltelijk toerekenbaar is aan de vrijgestelde verhuur van de zalen. De inspecteur heeft de niet-aftrekbare omzetbelasting daarbij bepaald aan de hand van het werkelijke gebruik van de ruimten op basis van vierkante meters. Belanghebbende is in bezwaar opgekomen tegen deze correctie.

2.5.

Bij uitspraak op bezwaar is de inspecteur gedeeltelijk aan belanghebbendes bezwaar tegemoetgekomen. De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de volgens hem niet-aftrekbare omzetbelasting opnieuw berekend aan de hand van de omzetverhoudingen (pro rata) en deze vastgesteld op 4%. Hij heeft daarbij een kostenvergoeding voor de bezwaarfase vastgesteld conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: het Besluit) van € 488 (2 maal € 244). Belanghebbende is tegen deze beslissingen in beroep gegaan.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de terbeschikkingstelling van de zalen ( [vergaderruimte 1] , [vergaderruimte 2] , [vergaderruimte 3] en [concert-.theaterzaal] ) dient te worden aangemerkt als de vrijgestelde verhuur van onroerende zaken in de zin van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 of als een btw-belaste andersoortige prestatie (“verhuur-plus”)? Belanghebbende stelt dat sprake is van een andersoortige prestatie (verhuur-plus). De inspecteur stelt dat sprake is van (vrijgestelde) verhuur.

Verder is in geschil of de proceskostenvergoeding in de bezwaarfase tot het juiste bedrag is toegekend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar, tot het vaststellen van de teruggaaf omzetbelasting tot een bedrag van € 24.920 en tot vergoeding van de in de bezwaarfase gemaakte kosten primair tot het bedrag van de werkelijke proceskosten en subsidiair tot vergoeding conform het Besluit met toepassing van een wegingsfactor 1,5. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing