Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-08-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:5840, BRE - 16 _ 1049
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-08-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:5840, BRE - 16 _ 1049
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 17 augustus 2017
- Datum publicatie
- 2 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2017:5840
- Zaaknummer
- BRE - 16 _ 1049
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Omkering bewijslast (artikel 27e AWR), ontnemingsvordering en Melo Tadeu.
Nu niet in geschil is dat er in de woning van belanghebbende een hennepkwekerij is aangetroffen en belanghebbende hennep heeft gekweekt, is het uitgangspunt van de inspecteur dat belanghebbende inkomsten uit de hennepkwekerij heeft genoten redelijk. Het beroep van belanghebbende op schending van de onschuldpresumptie en het arrest Melo Tadeu geven geen aanleiding voor een ander oordeel. Deze fiscale procedure vereist niet een onderzoek van de uitkomst van de eerdere strafrechtelijke procedure. Ook is er sprake van een ander bewijskader. In deze procedure staat slechts ter beoordeling of de schatting van het inkomen redelijk is en of belanghebbende in het tegenbewijs is geslaagd. Belanghebbende is strafrechtelijk veroordeeld. Geen schending van de onschuldpresumptie.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 16/1049
uitspraak van 17 augustus 2017
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 27d van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.