Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-01-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:713, AWB - 16 _ 545

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-01-2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:713, AWB - 16 _ 545

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
24 januari 2017
Datum publicatie
24 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2017:713
Zaaknummer
AWB - 16 _ 545
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 52a

Inhoudsindicatie

16/545 en 16/546

Informatiebeschikking, artikel 52a, van de AWR

Naar het oordeel van de rechtbank heeft de inspecteur de informatiebeschikkingen terecht genomen. De administraties van belanghebbenden voldoen niet aan de eisen van inzichtelijkheid en controleerbaarheid. Beroepen ongegrond.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 16/545 en BRE 16/546

uitspraak van 24 januari 2017

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende 1] (hierna ook: [belanghebbende 1] ) en [belanghebbende 2] (hierna ook: [belanghebbende 2] ), gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbenden,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft ten aanzien van belanghebbenden met dagtekening 30 maart

2015 in één geschrift vervatte informatiebeschikkingen als bedoeld in artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) genomen ten aanzien van de heffing van vennootschapsbelasting, omzetbelasting, loonheffing en premies werknemersverzekeringen over de jaren 2010 tot en met 2013.

1.2.

De inspecteur heeft de informatiebeschikkingen bij zijn in één geschrift vervatte

uitspraken op bezwaar van 24 december 2015 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbenden hebben daartegen bij brief van 15 januari 2016, ontvangen bij de

rechtbank op 25 januari 2016, beroep ingesteld. Aanvankelijk zijn aan de beroepen vier zaaknummers toegekend (BRE 16/543 tot en met BRE 16/546). Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbenden eenmaal griffierecht geheven van € 334 in de zaak met nummer BRE 16/543. Omdat sprake is van slechts twee zaken, zijn later administratief de zaaknummers BRE 16/543 en BRE 16/544 ingetrokken. Uiteindelijk resteren de beroepen met de zaaknummers BRE 16/545 ( [belanghebbende 1] ) en BRE 16/546 ( [belanghebbende 2] ). Voormeld griffierecht wordt geacht te zijn geheven voor deze beroepen.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft haar beroepen bij brief van 21 november 2016, bij de rechtbank ontvangen op 25 november 2016, nader gemotiveerd.

1.6.

De inspecteur heeft vóór de zitting, bij brief ontvangen bij de rechtbank op

8 december 2015, nadere stukken als bedoeld in artikel 8:58 van de Awb ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2016 te Breda. Van

het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarin ook de verschenen personen zijn vermeld. Een afschrift van het proces-verbaal wordt tegelijk met het afschrift van de uitspraak aan partijen verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

[belanghebbende 2] houdt alle aandelen in [belanghebbende 1] . [belanghebbende 2] en [belanghebbende 1] vormen sinds 26 april 2002 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (hierna: de fiscale eenheid). Er is geen fiscale eenheid tussen belanghebbenden voor de omzetbelasting. [persoon] is enig aandeelhouder en bestuurder van [belanghebbende 2] .

2.2.

[belanghebbende 2] houdt zich bezig met de exploitatie van een fotostudio, cateringbedrijf en kookstudio, alsmede de verhuur van fotostudio’s met toebehoren, de verhuur van vergader- en lesruimten en de handel in alcoholische dranken. De bedrijfsactiviteiten van [belanghebbende 1] bestaan uit de organisatie en verzorging van congressen, beurzen, evenementen en exposities. De hoofdactiviteit van [belanghebbende 1] is de organisatie van een jaarlijks tiendaags tuinevenement (hierna: het evenement). Binnen het evenement worden onder meer de volgende processen onderscheiden:

 het verhuren van standplaatsen aan standhouders;

 het verhuren van materialen, zoals stands, tenten, rijplaten en aankleding voor het evenement;

 de verkoop van entreebewijzen, zowel digitaal in de voorverkoop als aan de kassa;

 de verkoop van parkeerkaarten op het evenemententerrein en het tegen betaling gelegenheid geven tot het stallen van fietsen;

 de verkoop van dranken en voedsel tijdens het evenement;

 het inkopen van cateringproducten en materialen van de drukker.

2.3.

Op 3 april 2014 is bij [belanghebbende 1] een boekenonderzoek aangekondigd naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting en loonheffing over de jaren 2010 tot en met 2013. Bij brief van 26 augustus 2014 is de reikwijdte van het onderzoek uitgebreid naar onder meer de vennootschapsbelasting ten aanzien van de fiscale eenheid voor de voornoemde jaren. Het boekenonderzoek is nog niet afgerond en er is nog geen (concept)rapport van dat onderzoek opgesteld.

2.4.

Met dagtekening 30 maart 2015 heeft de inspecteur ten aanzien van belanghebbenden in één geschrift vervatte informatiebeschikkingen vastgesteld wegens het niet voldoen aan de administratie- en bewaarplicht als bedoeld in artikel 52 van de AWR. Deze informatiebeschikkingen hebben betrekking op:

 ( (navorderings)aanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ten name van [belanghebbende 2] (de fiscale eenheid);

 ( naheffingsaanslagen omzetbelasting, loonheffing en premies werknemersverzekeringen over de jaren 2010 tot en met 2013 ten name van [belanghebbende 1] ;

 ( naheffingsaanslagen omzetbelasting, loonheffing en premies werknemersverzekeringen over de jaren 2010 tot en met 2013 ten name van [belanghebbende 2] .

In het geschrift is vermeld dat het niet-voldoen aan de administratie- en bewaarplicht is gegrond op een zestigtal constateringen.

2.5.

De inspecteur heeft bij zijn in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de informatiebeschikkingen gehandhaafd, zij het dat daarbij is vermeld dat met betrekking tot een aantal van de zestigtal constateringen de informatiebeschikking op die punten wordt ingetrokken.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de informatiebeschikkingen terecht zijn genomen. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.2.

Belanghebbenden concluderen tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de informatiebeschikkingen. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing