Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-12-2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:6701, AWB - 17 _ 5556

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-12-2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:6701, AWB - 17 _ 5556

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
6 december 2018
Datum publicatie
25 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2018:6701
Zaaknummer
AWB - 17 _ 5556
Relevante informatie
Wet op de omzetbelasting 1968 [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 11

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting, art. 11 van de Wet OB.

Belanghebbende huurt een onroerende zaak en verhuurt die door aan een BV. Partijen hebben daarbij geopteerd voor vrijgestelde verhuur. Voor het gebruik door de BV van de op de onroerende zaak geplaatste zonnepanelen heeft belanghebbende een aparte huurovereenkomst gesloten met de BV. De verhuur van de zonnepanelen vormt naar het oordeel van de rechtbank een zelfstandige, met omzetbelasting belaste prestatie. Belanghebbende heeft daarom recht op aftrek van voorbelasting. Het beroep is gegrond.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 17/5556

uitspraak van 6 december 2018

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 4.245 opgelegd over het eerste kwartaal van 2016 (aanslagnummer [vestigingsplaats] .F01.6211).

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 23 juni 2017 heeft de inspecteur de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 3 augustus 2017, ontvangen bij de rechtbank op 7 augustus 2017, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 333.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 september 2018 te Roermond. Voor de aldaar verschenen personen en het verhandelde ter zitting wordt verwezen naar het proces-verbaal van de zitting dat gelijktijdig met deze uitspraak naar partijen wordt verzonden. Tijdens het onderzoek ter zitting hebben partijen pleitnota’s overgelegd. De rechtbank heeft deze pleitnota’s tot de stukken van het geding gerekend. De rechtbank heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

1.6.

Bij brief van 9 oktober 2018 is aan partijen meegedeeld dat de zaak is verwezen naar de meervoudige kamer. Een nadere zitting is in overeenstemming met partijen achterwege gebleven. Bij brief van 19 oktober 2018 heeft de rechtbank de uitspraaktermijn met zes weken verlengd.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is huurder van een gemeenschapshuis/cultureel centrum (hierna: de onroerende zaak), die door haar wordt doorverhuurd aan Cultuurpodium de [BV 1] (hierna: [BV 1] ). Belanghebbende en [BV 1] hebben hiervoor op 22 mei 2015 een huurovereenkomst gesloten. In die huurovereenkomst is een vergoeding afgesproken exclusief gas, water en elektriciteit. [BV 1] is vrij om te bepalen van wie zij haar energie betrekt.

2.2.

In maart 2016 heeft belanghebbende zonnepanelen op het dak van de onroerende zaak laten monteren. Ter zake hiervan is aan belanghebbende in het eerste kwartaal van 2016 in totaal € 10.278,86 aan omzetbelasting in rekening gebracht.

2.3.

Belanghebbende heeft op 13 juli 2016 met [BV 1] een overeenkomst gesloten voor het gebruik van de zonnepanelen en van LED-verlichting. De duur van de verhuur loopt parallel met de duur van de huurovereenkomst van de onroerende zaak. Ter zake van de verhuur van de onroerende zaak is niet geopteerd voor btw-belaste verhuur, zodat de verhuur is vrijgesteld op grond van artikel 11, eerste lid, letter b, ten vijfde, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

2.4.

In de overeenkomst betreffende de huur van de zonnepanelen en de LED verlichting is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:

“ONDERGETEKENDEN

1. [belanghebbende] , (…) hierna te noemen “eigenaar”

EN

2. De vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [BV 1] (…) hierna te noemen “gebruiker”,

IN AANMERKING NEMENDE DAT

- Eigenaar de exploitatie van gemeenschapshuis [gemeenschapshuis] zoveel als mogelijk wenst te ondersteunen;

- Eigenaar tevens begaan is met het milieu en daarom streeft naar zoveel mogelijk duurzaamheid;

- Eigenaar daartoe op het dak van gemeenschapshuis [gemeenschapshuis] 152 zonnepanelen heeft laten plaatsen met een totale capaciteit van 44.080 Wp en de lichtbronnen binnen en aan het pand heeft vervangen door duurzame LED lampen;

- Deze investering een significante besparing op de elektriciteit kosten oplevert;

- Gebruiker te kennen heeft gegeven dit te waarderen en een bijdrage te willen leveren in de kapitaalslasten van deze investeringen;

ZIJN OVEREENGEKOMEN

(…)

3.1

De vergoeding voor het ter beschikking stellen van de zonnepanelen en de LED verlichting bedraagt op jaarbasis € 1.400 (…)”

2.5.

Belanghebbende heeft aangifte omzetbelasting gedaan, hetgeen heeft geresulteerd in een verzoek om teruggaaf van € 3.378, bestaande uit het saldo van de verschuldigde belasting van € 867 verminderd met de voorbelasting van € 4.245. Naar aanleiding daarvan is een teruggaafbeschikking gegeven.

2.6.

De inspecteur heeft vervolgens de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd, waarin het volledige bedrag aan voorbelasting is nageheven. Het bezwaar van belanghebbende daartegen is door de inspecteur ongegrond verklaard.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of belanghebbende recht heeft op aftrek van de omzetbelasting ter zake van de aanschaf van de zonnepanelen. Meer specifiek is in geschil of de verhuur van de zonnepanelen een zelfstandige (belaste) dienst vormt of dat deze zodanig samenhangt met de verhuur van de onroerende zaak dat deze opgaat in die (vrijgestelde) dienst.

3.2.

Volgens belanghebbende kwalificeert de verhuur van de zonnepanelen als een zelfstandige dienst. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat sprake is van een dermate sterke samenhang met de verhuur van de onroerende zaak (de hoofddienst), dat de verhuur van de zonnepanelen in de hoofddienst opgaat.

3.3.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslag. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing