Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-01-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:192, 7238861 AZ 18-77
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-01-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:192, 7238861 AZ 18-77
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 17 januari 2019
- Datum publicatie
- 22 januari 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2019:192
- Zaaknummer
- 7238861 AZ 18-77
Inhoudsindicatie
Arbeidsovereenkomst van doktersassistente ontbonden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen.
Werknemer is een geregistreerd partnerschap aangegaan met een patiënt van de praktijk zonder haar werkgever hiervan op de hoogte te stellen. Door de huisarts werden in goed vertrouwen taken aan werknemer gedelegeerd ten aanzien van deze patiënt, (ook) met betrekking tot zijn “stervensproces”.
Werknemer heeft de professionele grenzen – die zij op grond van de beroepscode in acht dient te nemen – (ver) overschreden.
Uitspraak
Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 7238861 AZ VERZ 18-77
beschikking d.d. 17 januari 2019
inzake
1 de maatschap Maatschap [verzoekers] ,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Roosendaal,
alsmede haar maten
2. [verzoeker 2] ,
3. [verzoeker sub 3] ,
verzoekende partij in de zaak van het verzoek, verwerende partij in de zaak van het tegenverzoek,
verder gezamenlijk te noemen: [verzoekers] ,
verzoeker sub 2 en 3 worden verder afzonderlijk genoemd: [verzoeker 2] en [verzoeker sub 3] ,
gemachtigde: mr. M.J.H. Ruijters, als jurist werkzaam bij Stichting VvAA Rechtsbijstand te Utrecht,
tegen
[verweerster] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verwerende partij in de zaak van het verzoek, verzoekende partij in de zaak van het tegenverzoek,
verder te noemen: [verweerster] ,
gemachtigde: mr. H. Weinans, advocaat te Roosendaal.
1 Het procesverloop
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
[verzoekers] heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Het verzoekschrift is op 26 september 2018 ter griffie ontvangen. [verweerster] heeft een verweerschrift en een tegenverzoek ingediend. Het tegenverzoek is op 30 november 2018 ter griffie ontvangen.
Voorafgaand aan de zitting heeft [verweerster] bij brieven van 3, 5 en 11 december 2018 nog stukken toegezonden. [verzoekers] heeft bij brief van 11 december 2018 eveneens nog een aanvullende productie toegezonden.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 december 2018. Ter zitting waren aanwezig namens [verzoekers] , [verzoeker 2] en [verzoeker sub 3] , bijgestaan door mr. Ruijters voornoemd, alsmede was aanwezig [verweerster] in persoon, bijgestaan door mr. Weinans voornoemd. De gemachtigden van beiden partijen hebben ter gelegenheid van de zitting hun pleitaantekeningen overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
Bij brief van 18 december 2018 heeft de gemachtigde van [verzoekers] nog een aanvullende productie ter kennisname aan de kantonrechter toegezonden. De kantonrechter zal deze productie bij de beoordeling van de verzoekschriften echter buiten beschouwing laten. Ingevolge het ‘procesreglement verzoekschriften rechtbanken, kantonzaken’ kunnen er na afloop van de mondelinge behandeling geen stukken meer worden toegezonden tenzij de kantonrechter daartoe tijdens de mondelinge behandeling de gelegenheid heeft geboden, hetgeen hier niet het geval is geweest.
2 De feiten
in de zaak van het verzoek en het tegenverzoek
[verweerster] , geboren op [geboortedatum] , is op 1 mei 2011 in dienst getreden bij [verzoekers] . De laatste functie die [verweerster] vervulde, is die van [functie] , met een salaris van € 849,03 bruto per maand exclusief vakantietoeslag.
Op 7 maart 2018 is [verweerster] , met behoud van loon, vrijgesteld van haar werkzaamheden.
Bij verzoekschrift van 6 juni 2018 heeft [verzoekers] de ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. Dit verzoek is bij beschikking d.d. 30 augustus 2018 van de kantonrechter te Bergen op Zoom afgewezen.
Op 27 september 2018 heeft [verweerster] zich ziekgemeld.
Op 29 oktober 2018 heeft [verweerster] zich hersteld gemeld en na een bezoek aan de bedrijfsarts heeft [verweerster] op 16 november 2018 haar werkzaamheden hervat.