Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-10-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:4602, BRE 18/7964

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-10-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:4602, BRE 18/7964

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
2 oktober 2019
Datum publicatie
18 december 2019
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2019:4602
Zaaknummer
BRE 18/7964
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024]

Inhoudsindicatie

WOZ. Het gaat om een woning die met een tussendeur is verbonden met een mantelzorgwoning. Objectafbakening. Omdat er sprake is van 2 verschillende zakelijk gerechtigden, gaat het om 2 onroerende zaken. De rechtbank vindt dat de waarde van de woning en de daarop gebaseerde aanslag niet te hoog is vastgesteld.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 18/7964

uitspraak van 2 oktober 2019

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar.

Ontstaan en loop van het geding

De heffingsambtenaar heeft in de beschikking van 28 februari 2018 de waarde van de onroerende zaak [adres] in [woonplaats] (de woning) voor het kalenderjaar 2018 vastgesteld op € 393.000,-. Dit is gebeurd op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). In diezelfde beschikking is ook de aanslag onroerende-zaakbelasting bekend gemaakt.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraken op bezwaar van 15 oktober 2018 de waarde en de aanslag gehandhaafd.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld.

De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

Het beroep is besproken op de zitting van 22 augustus 2019. Daarbij waren aanwezig H.J. van Zelst als gemachtigde van belanghebbende, en [verweerder] en [verweerder] als taxateurs namens de heffingsambtenaar.

Feiten

1. Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het betreft een woning uit 1971 die verbonden is met een mantelzorgwoning ( [adres] -01). De woning beschikt over een hobbyruimte, dierenverblijf, paardenstal en dakkapel. De inhoud van de woning (zonder de mantelzorgwoning) is ongeveer 461 m³ en de oppervlakte van het perceel is ongeveer 8.095 m².

Geschil

2. Partijen verschillen ten eerste van mening over de vraag of de woning één object vormt met de mantelzorgwoning. De heffingsambtenaar vindt dat het twee verschillende objecten zijn en belanghebbende is het daar niet mee eens. Het tweede punt waarover partijen van mening verschillen is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2017. De heffingsambtenaar heeft de waarde vastgesteld op € 393.000,-. Belanghebbende bepleit (subsidiair) een waarde van € 340.000,-.

Beoordeling van het geschil

Proceskosten

Beslissing

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Bijlage