Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-12-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:5440, AWB - 19 _ 994
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-12-2019, ECLI:NL:RBZWB:2019:5440, AWB - 19 _ 994
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 5 december 2019
- Datum publicatie
- 14 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2019:5440
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2020:4116, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 19 _ 994
Inhoudsindicatie
Vennootschapsbelasting / controle d.m.v. geldsteekproef
De rechtbank oordeelt dat bepaalde uitgaven (deels) geen zakelijk belang hebben gediend. En voorts dat de inspecteur met de geldsteekproef aannemelijk heeft gemaakt dat de in de administratie gevonden fouten twijfel rechtvaardigen over de zakelijkheid van een bepaald bedrag aan kosten. Nu belanghebbende vervolgens niet met tegenbewijs is gekomen, is het beroep ongegrond.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 19/994
uitspraak van 5 december 2019
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , statutair gevestigd te [plaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het jaar 2013 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] .V.37.0112) vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 125.795 en bij gelijktijdige beschikking belastingrente in rekening gebracht tot een bedrag van € 5.598.
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 januari 2019 de navorderingsaanslag en de rentebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 26 februari 2019, ontvangen bij de rechtbank op 27 februari 2019, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 345.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De inspecteur heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan belanghebbende.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 november 2019 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende, mr. S.P. Meere, verbonden aan Witlox VCS te Breda, en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] .
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Alle aandelen in belanghebbende worden gehouden door de heer en mevrouw [A] . Belanghebbende vormt een fiscale eenheid voor de Vpb met twee vennootschappen waarvan belanghebbende 100%-aandeelhouder is, te weten [Kraamzorg BV] (hierna: Kraamzorg) en [Borstvoedingscentrum BV] (hierna: Borstvoedingscentrum) Kraamzorg verleent kraamzorg en Borstvoedingscentrum exploiteert een adviescentrum dat met name cursussen geeft over borstvoeding.
De zoon van de enig aandeelhouders van belanghebbende is in dienst van Kraamzorg. Hij drijft tevens de eenmanszaak [de eenmanszaak] (hierna: de eenmanszaak).
De primitieve aanslag over het onderhavige jaar is berekend naar een belastbaar bedrag van € 41.801.
Bij belanghebbende heeft een boekenonderzoek plaatsgevonden naar, onder meer, de aanvaardbaarheid van de aangifte Vpb 2013. Het boekenonderzoek is aangevangen op 17 april 2015 en het rapport boekenonderzoek is gedateerd 31 mei 2018. In dit rapport boekenonderzoek staat onder meer:
“(…)
3 Geïntegreerde steekproef
Statistische steekproef op de uitgaven
De juistheid van de fiscale behandeling van de uitgaven is gecontroleerd met behulp van een statistische steekproef, die bekend staat als de geldsteekproef.
(…)
Uitgangspunten
Bij de inrichting van de steekproef is –met het oog op de gewenste efficiëntie– het zo snel mogelijk goedkeuren van de populatie als uitgangspunt gehanteerd. In navolging op hetgeen binnen accountantskringen gebruikelijk is, is daarbij uitgegaan van een betrouwbaarheid van 95%.
Bij de trekking van de steekproef is verder uitgegaan van een materialiteit van € 120.000. De controletolerantie is gelijkgesteld aan de materialiteit. Verder is uitgegaan van een nulfoutenwaardering. Een en ander heeft geleid tot een interval van € 40.000.
Populatie en trekking
De steekproef is getrokken uit een populatie die bestaat uit uitgaven. Daarbij is gebruik gemaakt van cell sampling.
(…)
Als basis voor de samenstelling van de populatie worden de boekingen aan de creditzijde van de grootboekrekening 1606, Crediteuren in het dagboek 005, Inkoop genomen. Deze boekingen worden aangevuld met boekingen in de financiële dagboeken die zien op de uitgaven die direct bij de betaling geboekt zijn op de van toepassing zijnde grootboekrekeningen en dus buiten de crediteuren zijn gebleven.
(…)
De totale populatie bestaat uit 2.812.567 euro’s, waaruit aselect 72 geldeenheden ter controle zijn geselecteerd. Deze 72 geldeenheden maken deel uit van 50 boekingen.
Bevindingen
De controle van de geselecteerde geldeenheden heeft geleid tot de volgende bevindingen:
3.1.3.1 Brandstofkosten [belanghebbende]
(…) Het totaalbedrag van de nota bedraagt € 304,01. (…) Het bedrag voor de [Ford] met kenteken [kenteken] bedraagt € 104,32. De zakelijkheid van deze kosten kon niet worden aangetoond. De getrokken geldeenheid kan derhalve niet volledig worden goedgekeurd. De omvang van de foutfractie bedraagt 0,3432.
3.1.3.2 Kosten midweek [X] [Kraamzorg BV]
Boekstuknummer 15131(regel 609) heeft betrekking op een boeking van [hotel X] , geboekt op Representatiekosten. Het totaalbedrag van de nota bedraagt € 695,85.
Het betreft een factuur voor hotelovernachtingen voor een midweek te [X] . (…)
Door deze medewerkers zijn in een later stadium getekende verklaringen overgelegd. Hierin is door hen verklaard dat er op 12 en 13 maart (dus slechts 2 van de 4 midweekdagen) een samenwerkingsgesprek is gevoerd met enkel mevrouw [A] .
Voordat de schriftelijke verklaringen beschikbaar kwamen, is door belastingplichtige gesteld dat ook de heer [A] bij de besprekingen aanwezig is geweest. Thans staat vast dat dit niet zo is. Als vervangende verklaring voor de aanwezigheid van de heer [A] tijdens de gehele midweek is aangegeven dat de heer [A] diverse ziekenhuizen / zakelijke relaties in de regio heeft bezocht. De heer [A] heeft tijdens de bespreking op 21 oktober 2016 geen namen/adressen van deze relaties kunnen geven. In zijn thans beschikbare agenda zijn in die dagen geen zakelijke afspraken opgenomen, noch zijn er zakelijke ritten verantwoord door de heer [A] in die midweek.
(…)
De belastingdienst is van mening dat de onderbouwing van overgelegde stukken en verklaringen onvoldoende is om de volledige kosten als zakelijke kosten te kunnen accepteren. (…)
Voor 25% van de uitgave kan de zakelijkheid worden aangetoond. Voor 75% van de uitgave kon de zakelijkheid derhalve niet worden aangetoond.
De getrokken geldeenheid kan derhalve niet volledig worden goedgekeurd. De omvang van de foutfractie bedraagt 0,7500.
3.1.3.3 Kosten sponsoring [Kraamzorg BV]
(…) Het totaalbedrag van de nota bedraagt € 1.881,10.
Het betreft een factuur voor de sponsorbijdrage december 2013 van [de eenmanszaak] . In 2013 zijn 13 facturen inzake de maandelijkse sponsorbijdrage betaald, dus een totaalbedrag van € 22.571.
(…)
In de brief, welke via de mail op 21-10-2015 is ontvangen, antwoordt mevrouw [B] als volgt: ‘ [Kraamzorg BV] maakt reclame voor haar activiteiten. Zij doet dit o.a. via een reclamebord en een paardentrailer met [Kraamzorg BV] logo bij [de manage] . (…)
Tijdens de bespreking op 23 oktober 2015 licht de heer [A] toe dat de kosten van sponsoring zien op het deelnemen aan paardenconcoursen door [de eenmanszaak] in de regio. Hij heeft destijds voor deze wijze van sponsoring gekozen mede vanwege zijn eigen affiniteit met de paardensport. (…) Alle paarden dragen de naam [Kraamzorg BV] in zich, welke namen bij aanvang van een parcours worden afgeroepen. Ook zou de heer [A] tijdens de concoursen contacten leggen met potentiële klanten. (…)
De hoogte van het sponsorbedrag is volgens de heer [A] bepaald aan de hand van bedragen welke in de branche (lees: paardensport) gebruikelijk zijn. Een onderbouwing hiervan is er niet. Verder geeft hij aan dat de bijdrage zijn gebaseerd op een mondelinge afspraak tussen de BV en [de eenmanszaak] (lees: tussen vader en zoon). Er is geen sponsorcontract opgemaakt, waarin onder andere de rechten en plichten rondom de sponsoring worden vastgelegd, terwijl je dat bij sponsoring, van deze omvang naar de mening van de Belastingdienst, wel degelijk mag verwachten. (…)
Voor het verkrijgen van clientèle / naamsbekendheid, is [Kraamzorg BV] blijkbaar niet afhankelijk van grootschalige reclame/sponsoring. Het sponsorbudget betreft enkel de uitgaven die worden gedaan aan [de eenmanszaak] , waardoor slechts een selectieve en beperkte groep wordt bereikt als de naamsbekendheid al wordt vergroot.
Volgens belanghebbende dragen alle paarden de naam “ [Kraamzorg BV] ” in zicht. Dat is niet onderbouwd. Wij hebben de website van [de eenmanszaak] bekeken. Nergens op deze website vindt een verwijzing plaats naar (hoofdsponsor) [Kraamzorg BV] .
Van de zakelijke contacten die gelegd zouden worden tijdens hippische evenementen zijn geen concrete voorbeelden genoemd. Daarbij kan aanvullend nog vastgesteld worden dat het investeren in naamsbekendheid middels sponsoring in de paardensport in een wel zeer ver verwijderd causaal verband staat van de feitelijke bedrijfsactiviteiten van [Kraamzorg BV] (lees: het genereren van omzet middels kraamzorg in ruime zin aan aanstaande moeders). (…)
Dit gezien de verwevenheid tussen de heer en mevrouw [A] en [de eenmanszaak] . Deze verwevenheid bestaat uit de relatie (ouders – kind), [A] is in loondienst bij [Kraamzorg BV] , de heer en mevrouw [A] hebben persoonlijke affiniteit met de paardensport en bezitten in privé paarden welke worden verzorgd door [de eenmanszaak] , uit de agenda van mevrouw [A] blijkt dat ze persoonlijk betrokken is bij [de eenmanszaak] (…)
Belastingplichtige is niet geslaagd in het aannemelijk maken van de zakelijkheid van de uitgave. Voor de gehele uitgave kon de zakelijkheid niet worden aangetoond. De getrokken geldeenheid kan derhalve niet worden goedgekeurd.
Omdat echter is afgesproken dat slechts 80% van de uitgave zal worden gecorrigeerd, bedraagt de omvang van de foutfractie 0,8000.
(…)
Evaluatie
De geldsteekproef is uitgevoerd met als doel de onderzochte populatie zo snel mogelijk goed te keuren. Goedkeuring van de populatie is mogelijk indien de maximale omvang van de som van de fouten (de zogenaamde maximale fout) het bedrag van de materialiteit niet overschrijdt.
Ten aanzien van 17 boekingen is geconcludeerd dat goedkeuring (nog) niet mogelijk is; (…)
De berekende maximale fout binnen de populatie bedraagt € 245.418 en overstijgt daarmee het bedrag van de materialiteit (€ 120.000). Onder deze omstandigheden kan de onderzochte populatie –als gevolg van de daarin voorkomende fouten– niet worden goedgekeurd.
Gevolgschade per belastingmiddel
Aan belastingplichtige is gedurende het onderzoek gelegenheid geboden om onderzoek te doen naar de exacte omvang van het bedrag aan fouten binnen de populatie. Belastingplichtige heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
(…)
De berekening van de gevolgschade per belastingmiddel is opgenomen in het onderstaande overzicht.
nr. |
Boekwaarde |
VPB |
IB |
593 |
€ 304,01 |
0,34 |
|
15131 |
€ 695,85 |
0,75 |
|
19958 |
€ 1.881,10 |
0,80 |
(…) |
Totaal taint |
1,89 |
(…) |
|
Interval |
€ 40.000 |
(…) |
|
Totaal gevolgschade |
€ 75.600 |
(…) |
(…)”
Bij het opleggen van de navorderingsaanslag is, naast het in 2.4 genoemde bedrag van € 75.600, een correctie aangebracht van € 8.394 aan autokosten.
Ter zitting heeft de inspecteur nog het volgende voorbeeld ten aanzien van cell sampling (zie 3.1.2 van het rapport boekenonderzoek) gegeven:
Blauw foutdichtheid = 0% foutdichtheid = 0%
Rood foutdichtheid = 20% foutdichtheid = 20%
Populatie, totaal 4.800.000 Steekproef, 120 euro’s,
interval 40.000
Blauw = 4.000.000 100 euro’s
Rood = 800.000 20 euro’s
Werkelijke fout Foutprojectie
Blauw = 4.000.000 x 0% 0 geen bevindingen 0,0000
Rood = 800.000 x 20% 160.000 som taints: 20 x 0,20 4,0000
160.000 4,0000
interval 40.000
foutprojectie 160.000
3 Geschil
Tussen partijen is in geschil of de navorderingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
Tussen partijen is niet in geschil dat de in 2.4 bedoelde brandstofkosten van € 104,32 niet zakelijk zijn en dat de in 2.5 bedoelde autokosten van € 8.394 terecht zijn gecorrigeerd.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak op bezwaar, vermindering van de navorderingsaanslag en van de beschikking belastingrente.
De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.