Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1627, AWB - 18 _ 7975
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1627, AWB - 18 _ 7975
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 maart 2020
- Datum publicatie
- 27 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2020:1627
- Zaaknummer
- AWB - 18 _ 7975
Inhoudsindicatie
Op dit moment is er geen samenvatting beschikbaar omdat deze uitspraak in beginsel niet geselecteerd was ter publicatie.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 18/7975, 18/7977 t/m 18/7980 en 19/476
uitspraak van 30 maart 2020
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringwet (Iab ZVW) en beschikkingen opgelegd:
Jaar |
(Navorderings)aanslag |
Middel |
Boete |
Rente |
Zaaknummer |
2008 |
Navorderingsaanslag |
IB/PVV |
Heffingsrente |
18/7977 |
|
2011 |
Navorderingsaanslag |
IB/PVV |
Vergrijpboete |
Heffingsrente |
19/476 |
2011 |
Navorderingsaanslag |
Iab ZVW |
Heffingsrente |
18/7975 |
|
2012 |
Navorderingsaanslag |
IB/PVV |
Vergrijpboete |
Belastingrente |
18/7978 |
2012 |
Navorderingsaanslag |
Iab ZVW |
Belastingrente |
18/7979 |
|
2015 |
Aanslag |
IB/PVV |
Verzuimboete |
18/7980 |
De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 17 oktober 2018 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De inspecteur heeft vervolgens de bezwaarschriften in behandeling genomen als verzoeken om ambtshalve vermindering van de hiervoor bedoelde navorderingsaanslagen, rente- en boetebeschikkingen. De inspecteur heeft bij beschikking van 17 oktober 2018 het verzoek om vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2011 gedeeltelijk afgewezen. Daarbij heeft de inspecteur deze navorderingsaanslag en heffingsrentebeschikking verminderd en de bij die navorderingsaanslag gegeven boetebeschikking vernietigd. Bij beschikkingen van 17 oktober 2018 heeft de inspecteur het verzoek om vermindering van de overige navorderingsaanslagen, rente- en boetebeschikkingen geheel afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar op 27 november 2018 digitaal beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende vanwege de samenhang alleen in de zaak 18/7975 een griffierecht geheven van € 46.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de rechtbank desgevraagd laten weten dat de beroepen mede rechtstreeks zijn gericht tegen de beschikkingen inzake de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering. De inspecteur heeft ingestemd met het rechtstreeks beroep tegen deze beschikkingen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2020 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de inspecteur [inspecteur] .
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende, geboren op [datum] 1955, was gehuwd met [A] . Zij zijn in november 2016 gescheiden.
Belanghebbende stond van 10 juli 2007 tot 6 januari 2015 in de Basisregistratie Personen ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats] .
Op 17 april 2012 heeft de politie Oost-Brabant op de zolder boven de garage behorende tot het adres [adres] te [woonplaats] een hennepkwekerij aangetroffen. In het in het kader van het strafrechtelijk onderzoek op 28 mei 2013 opgemaakte Proces-verbaal van bevindingen staat:
“2. AANGETROFFEN VUILNISZAKKEN MET HENNEPAFVAL:
RUIMTE 1
In deze ruimte werden 11 zwarte plastic vuilniszakken aangetroffen, verdeeld in:
* 1 vuilniszak met aarde en wortelresten en hennepplanten;
* 8 vuilniszakken met gesnoeide hennepplanten;
* 1 vuilniszak met hele gedroogde hennepplanten;
RUIMTE 2
In deze ruimte werden 30 zwarte plastic vuilniszakken aangetroffen, verdeeld in:
* 21 vuilniszakken met wortelresten van hennepplanten;
* 7 vuilniszakken met gesnoeide hennepplanten;
* 2 vuilniszakken met hele gedroogde hennepplanten;
RUIMTE 3
In deze ruimte werden 25 zwarte vuilniszakken aangetroffen, verdeeld in:
* 5 vuilniszakken met wortelresten van hennepplanten en aarde:
* 20 vuilniszakken met gesnoeide hennepplanten;
In totaal werden er 10 groene Jerrycans van het merk Terra Flores in de 3 ruimtes aangetroffen, 7 lege en 3 volle.
Ook werd er een plastic fles met Cannazym aangetroffen. (zie fotonummer 31)
3. SPOREN VAN EERDERE OOGSTEN:
Tijdens het ingestelde onderzoek door de politie werden de navolgende sporen van eerdere oogst aangetroffen:
- stof op de spiegelkappen van de koolstoffilters;
- kalkafzetting op de randen van de kweekpotten;
- kalkafzetting op waterton;
- kalkafzetting op koolfilters;
- klakafzetting op de rubberen folie van de vloer van de kweekruimte;
- droogrekken met hennepresten (zie fotonummer 51);
- gebruikte assimilatielampen.
Uit het voornoemde is aannemelijk geworden, dat er meerdere oogsten hebben plaatsgevonden. De politie is bij de berekening wederrechtelijk voordeel uitgegaan van drie eerdere oogsten.”
Belanghebbende is op 17 april 2012 om 14.24 uur in het kader van het strafrechtelijk onderzoek verhoord. In het Proces-verbaal van verhoor verdachte is daarover het volgende opgenomen (waarbij met V wordt bedoeld ‘Vraag’ en met A wordt bedoeld ‘Antwoord’):
“V: Waar staat u ingeschreven?
A: Ik sta ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats] , [gemeente X] .
V: Waar bent u woonachtig of waar verblijft u?
A: Ik woon op dit adres.
(...)
V: Bent u de eigenaar of de huurder van deze woning en vanaf wanneer?
A: Ik ben eigenaar van de woning. Het is dus een koopwoning. Ik woon daar sinds 2007.
(... )
V: Heeft u huur/hypotheek achterstand, zo ja hoeveel?
A: Ja, ik heb een achterstand van ongeveer 5700 euro en er op de woning ligt nog een beslag uit Belgib van de KBC bank.
(... )
V: Heeft u betalingsachterstanden of schulden, zo ja bij wie?
A: Ja, bij de belastingdienst, ING, ABNAMRO, KWC te Belgib, ziekenfonds.
V: Hoe hoog zijn deze betalingsachterstanden of schulden en hoe zijn deze ontstaan?
A: Dit is geschat op ruim 100.000 euro.
HENNEPKWEKERIJ
V: We gaan het nu over de hennepkwekerij hebben. Wat kunt u daarover verklaren?
A: Ik ben zelf nooit bezig geweest met de henneptelerij. Er was geen hennepkwekerij bij mij. Er komen wel eens huurders die vragen voor een opslagruimte. Ik weet niet eens hoe een hennepplant er uit ziet. Ik vond alles goed wat ze bij mij hebben neergezet. Ik ben te goeder trouw geweest. Als ik de schuur verhuurde, kreeg ik alleen meer geld, wat ik hard nodig had. Ik bemoeide me niet met de spullen die in de schuur of de zolder van de schuur willen neerzetten. Ik zit zo ver in de shit dat het mij niet interesseerde wat ze plaatsten.
V: Wie is eigenaar of bewoner van het pand waar wij de hennepkwekerij c.q. de hennepkwekerijspullen in hebben aangetroffen?
A: Ik ben de eigenaar van de schuur waar de spullen zijn aangetroffen.
(…)
V: Wanneer is de hennepkwekerij opgebouwd en ingericht?
A: Dit is mij niet bekend. Volgens mij was er helemaal geen hennepkwekerij.
V: Hoe bent u in contact gekomen met personen die de hennepkwekerij ingericht hebben of spullen daarvoor in de schuur hebben gebracht.
A: Dit zijn de nieuwe Polen die het pand in de [straat] huren en komen uit Zoetermeer. (...)”
De ex-echtgenote van belanghebbende is op 17 april 2012 om 13.53 uur in het kader van het strafrechtelijk onderzoek verhoord. In het Proces-verbaal van verhoor verdachte is daarover het volgende opgenomen (waarbij met V wordt bedoeld ‘Vraag’ en met A wordt bedoeld ‘Antwoord’):
“V: Werkt uw partner, zo ja waar en wat zijn zijn/haar werkzaamheden?
A: Mijn man is baas van een vastgoedbedrijf, hij heeft geen personeel in dienst. De zaken gaan erg slecht sinds een paar jaar. Financieel staan we er erg slecht voor. Dit brengt veel spanning met zich mee.
( ...)
V: Wie betaalt het gas, water en licht van de woning en hoeveel bedraagt deze?
A: Mijn man betaald dat, ik weet het bedrag niet.
(...)
V: Hoeveel geld houdt u over om van te leven per maand?
A: Ik krijg 150 euro boodschappengeld van mijn man. Verder heb ik mijn eigen inkomen wat ik besteed aan mijn kinderen en af en toe ook wat voor mezelf.
V: Kunt u van dit geld rondkomen?
A: Nee, want ik weet dat er veel rekeningen liggen die niet betaald worden.
V: Heeft u weleens geld gewonnen?
A: Nee nooit
V: Heeft u weleens een erfenis gehad?
A: Nee.
V: Bent u gemachtigd om financibn of gelden van derden te beheren, zo ja, van wie en om welke bedragen gaat het?
A: Nee.
V: Bent u in het bezit van vermogen in Nederland en/of in het buitenland?
A: ons eigen huis, in de [straat] hebben we nog een huis, dit is perceelnummer [#] te [woonplaats] . Verder hebben we geen woningen op naam.
V: Bent u in het bezit van een of meerdere voertuigen, zo ja wat zijn de merken, type en kentekens hiervan?
A: We hebben een Mercedes, grijs van kleur, kenteken weet ik niet, dan heb ik een Toyota Yaris, donker groen van kleur, het kenteken weet ik ook niet. Mijn zoon [naam zoon] heeft een Volkswagen Golf, donkerblauw van kleur, dit voertuig staat op naam van mijn zoon.
V: Wanneer heeft u deze voertuigen gekocht?
A: De Toyota is 12 jaar oud. De Mercedes is 3 of 4 jaar oud. De Toyota rijd ik al 11 elf jaar en de Mercedes hebben we 1,5 á 2 jaar.
V: Wat heeft u ervoor betaald en hoe heeft u dit betaald?
A: Nee dat weet ik niet.
(…)
V: Wie betaald hiervoor de verzekering en de wegenbelasting?
A: Mijn man.
(...)
Hebt u betalingsachterstanden of schulden, zo ja bij wie?
A: Ja bij het CZ en de rest weet ik niet.
V: Hoe hoog zijn deze betalingsachterstanden of schulden en hoe zijn deze ontstaan?
A: Ik durf geen schatting van het schuldbedrag te maken. Ik vermoed dat het wel redelijk wat is aangezien ik veel rekeningen zie met betalingsachterstand. Mijn man gaf altijd aan dat ik me er niet mee mag bemoeien en dat het allemaal wel goed komt. Ik weet dat het ver oploopt met de rekeningen. Af en toe gaf hij aan dat er dan wel weer iets was geregeld. Ik wist niet hoe dat dan ging.
V: We gaan het nu over de hennepkwekerij hebben. Wat kunt u daarover verklaren.
A: Ik kan daar niets over verklaren, ik weet daar niets van. Ik heb het nooit
gezien.
(... )
V: Sinds wanneer weet je dat er hennep in de schuur staat?
A: Ik weet het sinds een half jaar. Ik wil er niets van weten. Ik heb het nooit gezien. Ik wilde het niet zien. Ik ben veel weg 's avonds dus weet niet wat er gebeurt thuis.
V: Je weet het sinds een half jaar? Hoe ben je er achter gekomen?
A: Ik kwam er achter doordat de deur op slot zat. Ik kwam eigenlijk nooit in die schuur. Ineens paste mijn sleutel er niet op. Ik vond het zo'n puinhoop in de schuur. Volgens mijn man had ik er niets te zoeken.
Mijn man heeft uiteindelijk verteld dat er hennep op de zolder van de garage staat.
(... )
V: Heeft de zolder vol gestaan met hennep vanaf een half jaar geleden tot de dag vandaag?
A: Het heeft er maar 1 keer op gestaan voor zover ik weet. Mijn man had verteld dat de planten goed waren en dat hij ze weg kon brengen.
V: Hoe gebeurde dat dan?
A: Ik heb gezien dan mijn man een keer een aantal vuilniszakken, ik denk 2 of 3 zakken weg had gebracht. Mijn man heeft verteld dat in die vuilniszakken hennep zat.
V: Wanneer was het dat je je man hebt gezien met die vuilniszakken?
A: Ik denk dat dit eind februari 2012 is geweest.
V: Waarom heeft u de hennepkwekerij aangelegd?
A: Ik denk dat er maar een reden Is, het financible probleem. Ik denk dat hij dat daarom heeft gedaan. De financible problemen zijn er zeker al een half jaar.
(...)
V: Hoe waren de werkzaamheden in de hennepkwekerij georganiseerd?
(Wie deed wat, de opbouw van de planten, het zaaien/planten, de verzorging, het oogsten, knippen en drogen van de toppen)
A: Ik weet het niet zeker. Het kan zijn dat mijn man en [B] het samen zijn geweest. [B] heeft verstand van hennep, dat weet ik.
V: Hoe weet je dat [B] verstand heeft van hennep?
A: Ik weet dat [B] bij ons kwam en ik heb gezien dat mijn man en [B] naar de garage gingen en deze ook binnen gingen. Ik heb verschillende keren gezien dat ze de garage ingingen waar hennep stond. Ik heb er nooit naar gevraagd. Ik
had er zo'n haat op.
(... )
V: Heb jij een bepaalde geur geroken?
A: Ja, ik heb af en toe een zoete weefge lucht geroken. Ik weet dat deze lucht van
de hennepplanten afkomstig was. Ik heb deze geur vaker waargenomen als iemand een joint rookte.
(...)”
De politie Brabant-Noord heeft op 20 mei 2012 een “Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex art 36e 2e lid Sr” (Rapport berekening voordeel) opgemaakt. Hierin staat onder meer vermeld:
“Het BOOM-rapport betreffende standaardberekeningen en normen
Door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (hierna BOOM) is in april 2005 een rapport uitgebracht met daarin een standaardberekening en normen met betrekking tot het wederrechtelijk verkregen voordele van hennepkwekerijen bij binnenteelt onder kunstlicht. Per 1 november 2010 heeft het BOOM een update op voornoemde standaard berekening en normen 2005 uitgebracht.
(…)
Aanwijzing meerdere oogsten
Blijkens het rapport van het BOOM is de groei- en bloeitijd van de hennepplanten gemiddeld 9 weken. Indien rekening wordt gehouden met een periode van 1 week voor het oogsten, opruimen en opnieuw planten van stekken is de gemiddelde kweekcyclus 10 weken per oogst. Dit komt overeen met 5 hennepoogsten per jaar.
Tijdens het ingestelde onderzoek zijn de navolgende aanwijzingen van eerdere oogsten gebleken:
Vorenstaande [melding/verklaring/facturen] zijn als bijlagen bij dit rapport gevoegd.
Door de verdachte [naam] werd het volgende verklaard ten aanzien van het tijdstip van aanvang van de hennepkwekerij en het aantal oogsten welke reeds gerealiseerd waren:
[ ]
In de hierna vermelde berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van 3 reeds eerder gerealiseerde oogsten.
Bruto opbrengst van de hennepkwekerij per oogst
(…)
Ik trof op de kweeklocatie in totaal 190 afgeknipte planten aan.
Gemiddeld stonden er 18,7 planten op een m2. De opbrengst per plant is dan volgens het rapport van BOOM 26.2 gram.
De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt dan:
190 planten x 26.2 gram = 4978 kilogram x € 3.28 = € 16327.84.
Recapitulatie wederrechtelijk verkregen voordeel
Berekende bruto opbrengst per oogst (punt 5.2.3) |
€ 16327.84 |
Berekende kosten per oogst (punt 5.2.4) |
€ 1324,20 |
Totaal wederrechtelijk voordeel per oogst |
€ 15003,64 |
Uit punt 5.2.2 kan blijken dat er sprake is van 3 gerealiseerde oogsten.
Op grond van het vorenstaande wordt gesteld, dat verdachte [belanghebbende] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van 3 oogsten maal € 15003,64 is in een totaal een bedrag van € 45010,92 .”
Het hiervoor bedoelde strafrechtelijk onderzoek heeft ertoe geleid dat de politierechter belanghebbende op 24 november 2016 heeft veroordeeld ter zake van het in de uitoefening van beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod alsmede ter zake van diefstal. Daarnaast heeft de politierechter op 24 november 2016 mondeling vonnis gegeven in de ontnemingszaak van het Openbaar Ministerie tegen belanghebbende. In die zaak strekte de vordering van de officier van justitie tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 30.007,28 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De politierechter heeft bij het mondelinge vonnis het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vastgesteld op een bedrag van € 15.003,00. Volgens de aantekening bij het vonnis acht de politierechter in tegenstelling tot de officier van justitie het realiseren van één oogst wettig en overtuigend bewezen.
Op het door belanghebbende ingestelde hoger beroep heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch de bij 2.7 bedoelde vonnissen bevestigd. De Hoge Raad heeft het oordeel van het gerechtshof in stand gelaten onder verwijzing naar artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De inspecteur heeft een belastingcontrole bij belanghebbende ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften IB/PVV voor de jaren 2011 en 2012. In het van deze controle op 4 december 2015 opgemaakte rapport (het controlerapport) heeft de inspecteur geconcludeerd dat belanghebbende substantiële inkomsten uit handel in verdovende middelen niet heeft aangegeven. In dit rapport staat onder meer het volgende vermeld:
“Uit het onderzoek is gebleken dat in de periode 2011 tot 17 april 2012 er sprake is van drie oogsten à 190 hennepplanten uitgaande van een groeicyclus van 10 weken. Waarbij ik ben uitgegaan van de norm, zoals vermeld in het proces-verbaal van de politie Oost Brabant, zijnde 26,2 gram per plant. De gramprijs wordt door mij voor het jaar 2011 en 2012 gesteld op € 3,28, zijnde de prijs die op dat moment in de markt gehanteerd is.
Dit leidt tot de volgende opbrengstberekening:
2011
- 190 planten X 26,2 gram = 4.978 gram
- 4.978 gram X 3,28 = € 16.327,84.
De opbrengst voor in 2011 komt hierdoor op € 16.327 voor één oogst.
2012
- 190 planten X 26,2 gram = 4.978 gram
- 4.978 gram X € 3,28 = € 16.327,84.
De opbrengst voor in 2012 komt hierdoor op € 32.655 voor twee oogsten.”
De inspecteur heeft in het rapport aangekondigd dat hij deze berekende opbrengsten als resultaat uit overige werkzaamheden in aanmerking zal nemen en dat ter zake aan belanghebbende voor de jaren 2011 en 2012 navorderingsaanslagen IB/PVV en Iab ZVW zullen worden opgelegd. Tevens heeft de inspecteur in het rapport aangekondigd dat hij voornemens is om aan belanghebbende een vergrijpboete op te leggen van 50%.
Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV voor het jaar 2011 gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.353 negatief. De inspecteur heeft de aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 overeenkomstig deze aangifte vastgesteld. Daarbij heeft de inspecteur het verlies bij beschikking vastgesteld op € 15.353. Dit verlies heeft de inspecteur bij beschikking verrekend met het voor het jaar 2008 vastgestelde belastbaar inkomen uit werk en woning.
Belanghebbende heeft voor het jaar 2011 aangifte Iab ZVW gedaan naar een bijdrage-inkomen van nihil. De inspecteur heeft geen aanslag Iab ZVW voor het jaar 2011 aan belanghebbende opgelegd.
Naar aanleiding van het controlerapport heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2011 opgelegd. Daarbij heeft de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning als volgt verhoogd:
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 15.353 |
-/- |
Resultaat uit overige werkzaamheden |
€ 16.327 |
|
Correctie inkomsten eigen woning |
€ 15.353 |
|
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 16.327 |
Naar aanleiding van de vaststelling van dit positieve belastbaar inkomen uit werk en woning, heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2008 opgelegd. Daarbij heeft de inspecteur de verrekening van het verlies uit 2011 met het positieve inkomen uit 2008, teruggenomen.
Naar aanleiding van het controlerapport heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag Iab ZVW voor het jaar 2011 opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 16.327.
Belanghebbende heeft voor het jaar 2012 aangifte IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil. De inspecteur heeft de aanslag IB/PVV voor het jaar 2011 overeenkomstig deze aangifte vastgesteld.
Belanghebbende heeft voor het jaar 2012 aangifte Iab ZVW gedaan naar een bijdrage-inkomen van nihil. De inspecteur heeft geen aanslag Iab ZVW voor het jaar 2012 aan belanghebbende opgelegd.
Naar aanleiding van het controlerapport heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2012 opgelegd. Daarbij heeft de inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning als volgt verhoogd:
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 0 |
|
Resultaat uit overige werkzaamheden |
€ 32.655 |
|
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 32.655 |
Naar aanleiding van het controlerapport heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag Iab ZVW voor het jaar 2012 opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 32.655.
De inspecteur heeft gelijktijdig met het opleggen van de navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2011 en 2012 aan belanghebbende bij beschikking vergrijpboetes van € 1.188 respectievelijk € 4.188 opgelegd.
De inspecteur heeft belanghebbende bij brief met dagtekening 28 februari 2016 uitgenodigd om uiterlijk op 1 mei 2016 zijn aangifte IB/PVV en Iab ZVW voor het jaar 2015 in te dienen.
Bij brief van 17 juni 2016 heeft de inspecteur belanghebbende herinnerd aan het doen van aangifte IB/PVV en Iab ZVW voor het jaar 2015 en hem meegedeeld dat deze aangifte uiterlijk 1 juli 2016 moet worden ingediend.
Bij brief van 29 juli 2016 heeft de inspecteur belanghebbende aangemaand om de bij 2.20 bedoelde aangifte uiterlijk 12 augustus 2016 in te dienen.
Belanghebbende heeft op 27 mei 2017 de aangifte IB/PVV en Iab ZVW voor het jaar 2015 ingediend. Het verzamelinkomen en bijdrage-inkomen is volgens deze aangifte nihil.
De inspecteur heeft overeenkomstig belanghebbendes aangifte een aanslag IB/PVV voor het jaar 2015 opgelegd. Gelijktijdig met deze aanslag heeft de inspecteur aan belanghebbende een verzuimboete opgelegd van € 369.
Belanghebbende heeft bezwaren ingediend tegen de navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2011 en 2012 en de daarbij opgelegde vergrijpboeten, de navorderingsaanslagen Iab ZVW voor de jaren 2011 en 2012, de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2008 en de bij de aanslag IB/PVV voor het jaar 2015 opgelegde verzuimboete. De inspecteur heeft deze bezwaren bij de uitspraken daarop niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.
De inspecteur heeft vervolgens de bezwaren in behandeling genomen als verzoeken om ambtshalve vermindering van de bij 2.24 bedoelde navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen.
Bij zijn beschikking van 17 oktober 2018 heeft de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering van de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2011 gedeeltelijk afgewezen. Daarbij heeft de inspecteur deze navorderingsaanslag als volgt verminderd:
Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 15.353 |
-/- |
Resultaat uit overige werkzaamheden |
€ 16.327 |
|
Belastbaar inkomen uit werk en woning |
€ 974 |
De bij deze navorderingsaanslag opgelegde vergrijpboete heeft de inspecteur vernietigd.
Bij beschikkingen van 17 oktober 2018 heeft de inspecteur het verzoek om vermindering van de overige navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen geheel afgewezen.
3 Geschil
Ter zitting heeft belanghebbende bevestigd dat de beroepen niet langer zijn gericht tegen de uitspraken op bezwaar. De beroepen zijn uitsluitend gericht tegen de beschikkingen inzake de (gedeeltelijke) afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van:
- de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2008;
- de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2011;
- de navorderingsaanslag IB/PVV voor het jaar 2012 de daarbij opgelegde vergrijpboete;
- de navorderingsaanslagen Iab ZVW voor de jaren 2011 en 2012;
- de bij de aanslag IB/PVV voor het jaar 2015 opgelegde verzuimboete.
Het geschil spitst zich voor wat betreft de navorderingsaanslagen toe op het antwoord op de vraag of belanghebbende in de jaren 2011 en 2012 ten aanzien van de op de zolder van zijn garage aangetroffen hennepkwekerij als resultaat uit overige werkzaamheden te belasten voordelen heeft genoten.
Ter zitting heeft de inspecteur zich voor wat betreft het jaar 2012 nader op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van één oogst, zodat voor dat jaar het in aanmerking genomen resultaat uit overige werkzaamheden dient te worden verminderd tot € 16.327.