Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1633, AWB - 18 _ 5446
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1633, AWB - 18 _ 5446
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 30 maart 2020
- Datum publicatie
- 17 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2020:1633
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHSHE:2021:1364, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- AWB - 18 _ 5446
Inhoudsindicatie
Als gevolg van maatregelen rondom het Corona-virus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting maar is deze uitspraak gepubliceerd.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummers BRE 18/5446, 18/5448, 18/7274, 18/7327, 18/7328, 18/7329, 18/7330, 19/920 en 19/921
uitspraak van 30 maart 2020
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] wonende te [plaats] ,
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
18/5446 en 18/5448
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 13 april 2018 tot en met 15 april 2018 een rekening motorrijtuigenbelasting (MRB) (hierna: ook rekening(en)) gestuurd tot een bedrag van € 8. Het betreft een rekening voor een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 1] .
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 16 april 2018 tot en met 15 juli 2018 een rekening gestuurd tot een bedrag van € 256. Het betreft een rekening voor een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 1] .
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 augustus 2018 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 14 augustus 2018, ontvangen door de rechtbank op 15 augustus 2018 beroep in gesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. Deze beroepen zijn geregistreerd onder de nummers: 18/5446 en 18/5448.
18/7274
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 25 mei 2018 tot en met 18 juni 2018 een rekening gestuurd tot een bedrag van € 65. Daarnaast heeft de inspecteur voor het tijdvak 19 juni 2018 tot en met 18 september 2018 een rekening gestuurd tot een bedrag van € 234. Het betreft rekeningen voor een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 2] .
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 24 september 2018 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen digitaal beroep ingesteld, ontvangen door de rechtbank op 1 november 2018. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. Deze beroepen zijn geregistreerd onder nummer: 18/7274.
18/7327
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 19 september 2018 tot en met 18 december 2018 een rekening gestuurd tot een bedrag van € 234. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 2] .
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2018 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen digitaal beroep ingesteld, ontvangen door de rechtbank op 2 november 2018. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 46. Dit beroep is geregistreerd onder nummer: 18/7327.
18/7327 t/m 18/7330
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 16 januari 2018 tot en met
15 april 2018 een naheffingsaanslag MRB opgelegd tot en bedrag van € 8. Tegelijkertijd met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 52. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 1] .
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 16 april 2018 tot en met 15 juli 2018 een naheffingsaanslag MRB opgelegd tot een bedrag van € 256. Tegelijkertijd met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 52. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 1] .
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 16 juli 2018 tot en met 15 oktober 2018 een naheffingsaanslag MRB opgelegd tot een bedrag van € 256. Tegelijkertijd met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 52. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 1] .
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 6 november 2018 de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen digitaal beroep ingesteld, ontvangen door de rechtbank op 2 november 2018. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende geen griffierecht geheven, nu deze zaken tegelijkertijd met zaak 18/7327 zijn binnengekomen. Deze zaken zijn geregistreerd onder de nummers: 18/7328, 18/7329 en 18/7330.
19/920 en 19/921
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 19 maart 2018 tot en met
18 juni 2018 een naheffingsaanslag MRB opgelegd tot een bedrag van € 65. Tegelijkertijd met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 52. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 2] .
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 19 juni 2018 tot en met 18 september 2018 een naheffingsaanslag MRB opgelegd tot een bedrag van € 234. Tegelijkertijd met dit besluit heeft de inspecteur bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 52. Het betreft een motorrijtuig met het kenteken [kenteken 2] .
De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 31 december 2018 de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft daartegen digitaal beroep ingesteld, ontvangen door de rechtbank op 21 februari 2019. Ter zake van deze beroepen de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 47. Deze zaken zijn geregistreerd onder de nummers: 19/920 en 19/921.
De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 februari 2020 te Breda. Belanghebbende is met bericht van verhindering niet verschenen. Aldaar zijn verschenen en gehoord [inspecteur] namens de inspecteur.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:
Belanghebbende is sinds 23 april 2010 houder van een motorrijtuig van Mercedes Benz, type 560 SL met het kenteken [kenteken 2] (hierna ook: oldtimer). De datum van eerste toelating is 30 juni 1986.
Het motorrijtuig is onder andere geschorst geweest van 27 december 2017 tot 25 mei 2018.
Belanghebbende is sinds 18 april 2016 houder van een motorrijtuig van Mercedes Benz, met kenteken [kenteken 1] (hierna ook: oldtimer). De datum van eerste toelating is 16 oktober 1979.
Het motorrijtuig is geschorst geweest van 27 december 2017 tot 13 april 2018.
Met dagtekening 20 november 2017 is voor beide motorrijtuigen een rekening voor de overgangsregeling 2018 gestuurd, nu belanghebbende ook in 2017 aan deze regeling meedeed. Beide rekeningen zijn niet betaald.
Voor motorrijtuig [kenteken 1] is met dagtekening 30 april 2018 nogmaals een rekening verstuurd met het overgangstarief, nu het motorrijtuig op 12 april 2018 uit de schorsing is gehaald.
Voor motorrijtuig [kenteken 2] is met dagtekening 8 juni 2018 nogmaals een rekening MRB verstuurd met het overgangstarief, nu het motorrijtuig op 28 mei 2018 uit de schorsing is gehaald.
18/5446 en 18/5448
Omdat de rekeningen tegen het overgangstarief niet betaald zijn heeft de inspecteur met dagtekening 19 juni 2018 voor motorrijtuig [kenteken 1] voor twee tijdvakken rekeningen met het normale tarief verstuurd.
Met dagtekening 2 juli 2018, ontvangen door de inspecteur op 3 juli 2018, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze rekeningen.
Met dagtekening 20 augustus 2018 heeft de inspecteur de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft op 29 juni 2018 en 2 juli 2018 contact opgenomen met de Belastingtelefoon Auto.
18/7327
Omdat de rekeningen tegen het overgangstarief niet betaald zijn heeft de inspecteur met dagtekening 31 juli 2018 voor motorrijtuig [kenteken 2] voor twee tijdvakken rekeningen met het normale tarief verstuurd.
Met dagtekening 25 augustus 2018, ontvangen door de inspecteur op 28 augustus 2018, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze rekeningen.
Met dagtekening 24 september 2018 heeft de inspecteur de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard.
18/7274
Voor motorrijtuig [kenteken 2] is met dagtekening 17 september 2018 is een rekening MRB gestuurd voor het tijdvak 19 september 2018 tot en met 18 december 2018. Belanghebbende heeft de verschuldigde belasting niet betaald.
Met dagtekening 28 september 2018, ontvangen door de inspecteur op 1 oktober 2018, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze rekening.
Met dagtekening 6 november 2018 heeft de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
18/7328 t/m 18/7330
Voor motorrijtuig [kenteken 1] zijn met dagtekening 5 september 2018 voor de tijdvakken 16 januari 2018 tot en met 15 april 2018 en 16 april 2018 tot en met 15 juli 2018 twee naheffingsaanslagen MRB en daarbij behorende boetebeschikkingen opgelegd.
Voor motorrijtuig [kenteken 1] is met dagtekening 1 oktober 2018 voor het tijdvak 16 juli 2018 tot en met 15 oktober 2018 een naheffingsaanslag MRB en daarbij behorende boetebeschikking opgelegd.
Met dagtekening 28 september 2018, ontvangen door de inspecteur op 1 oktober 2018, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen de twee bovenstaande naheffingsaanslagen MRB en boetebeschikkingen.
Met dagtekening 6 november 2018 heeft de inspecteur de bezwaren ongegrond verklaard.
19/920 + 19/921
Voor motorrijtuig [kenteken 2] zijn met dagtekening 17 oktober 2018 voor de tijdvakken 19 maart 2018 tot en met 18 juni 2018 en 19 juni 2018 tot en met 18 september 2018 twee naheffingsaanslagen MRB en de daarbij behorende boetebeschikkingen opgelegd.
Met dagtekening 15 oktober 2018, ontvangen door de inspecteur op 17 oktober 2018, heeft belanghebbende bezwaar ingediend tegen deze naheffingsaanslagen MRB en boetebeschikkingen.
Met dagtekening 31 december 2018 heeft de inspecteur de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard vanwege overschrijding van de termijn.
Met dagtekening 8 februari 2019 heeft de inspecteur de uitspraak op bezwaar van 31 december 2018 herzien en de bezwaren ontvankelijk maar ongegrond verklaard.
3 Geschil
In geschil is het antwoord op de vraag of voor wat betreft zaken 18/5446, 18/5448, 18/7274 en 18/7327 de bezwaren tegen de rekeningen terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Voor wat betreft zaken 18/7328 t/m 18/7330 en 19/920 en 19/921 is in geschil of de naheffingsaanslagen MRB en boetebeschikkingen terecht zijn opgelegd. Meer specifiek is in geschil of de inspecteur daarbij terecht de overgangsregeling voor oldtimers, zoals opgenomen in artikel 84a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB), niet heeft toegepast. Voorafgaand is bij de zaken 19/920 en 19/921 in geschil of in deze zaken de bezwaren terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De inspecteur heeft inmiddels bij een 'tweede' uitspraak op het bezwaar, de bezwaren alsnog ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende beantwoordt de eerste vragen ontkennend en de laatste vraag bevestigend en de inspecteur beantwoord alle vragen bevestigend. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en ter zitting.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en toepassing van het overgangstarief van artikel 84a van de Wet op de Motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB). De inspecteur concludeert in de zaken 19/920 en 19/921 tot gegrondverklaring van het beroep en handhaving van de naheffingsaanslag en de boetebeschikking. Voor de overige zaken concludeert de inspecteur tot ongegrondverklaring van de beroepen.