Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-06-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:2689, AWB - 20 _ 6258

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 25-06-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:2689, AWB - 20 _ 6258

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
25 juni 2020
Datum publicatie
8 september 2020
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2020:2689
Zaaknummer
AWB - 20 _ 6258
Relevante informatie
Algemene wet bestuursrecht [Tekst geldig vanaf 01-08-2023 tot 01-01-2024] art. 4:15

Inhoudsindicatie

Niet-tijdig beslissen op bezwaar, artikel 4:15, tweede lid, onderdelen b en c van de Awb.

De omstandigheid dat belanghebbende in de bezwaarfase de door de inspecteur verlangde informatie niet verstrekt vormt op zichzelf onvoldoende grond om de vertraging in de behandeling van het bezwaar aan belanghebbende toe te rekenen. Het beroep van de inspecteur op artikel 4:15, tweede lid, onderdeel b, van de Awb slaagt daarom niet. Het beroep op artikel 4:15, tweede lid, onderdeel c, van de Awb slaagt evenmin. De Corona-crisis is weliswaar een uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheid buiten het toedoen en de risicosfeer van het bestuursorgaan en de rechtbank acht het aannemelijk dat de Corona-crisis overmacht voor ten minst enige dagen meebrengt. De inspecteur heeft echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die de conclusie rechtvaardigen dat het voor hem door de Corona-crisis onmogelijk was om tijdig een beslissing te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 20/6258 en 20/6259

uitspraak van 25 juni 2020

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] (Portugal),

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

Motivering

Beslissing

Rechtsmiddel