Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-07-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:3072, AWB - 17 _ 6594 tot en met 17 _ 6611

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-07-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:3072, AWB - 17 _ 6594 tot en met 17 _ 6611

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
9 juli 2020
Datum publicatie
29 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2020:3072
Zaaknummer
AWB - 17 _ 6594 tot en met 17 _ 6611

Inhoudsindicatie

IB en OB; Verlengde navorderingstermijn; in het buitenland opgekomen inkomen; voortvarendheid; vereiste aangifte; redelijke schatting; vergrijpboete.

Belanghebbende verkocht motorcrossonderdelen op eBay. Voor de betaling werd gebruik gemaakt van het betaalsysteem PayPal, waar aan een Duitse Postbankrekening was gekoppeld. De rechtbank oordeelt dat sprake is van in het buitenland opgekomen inkomen waarop de verlengde navorderingstermijn van toepassing is. Niet van belang is of belanghebbende ook de intentie had omzet aan het zicht van de fiscus te onttrekken. De vergrijpboeten OB vernietigt de rechtbank omdat de inspecteur de aangiften niet heeft overgelegd en daardoor niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende te weinig omzetbelasting die op aangifte moet worden voldaan, heeft betaald.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 17/6594 tot en met 17/6611

Uitspraak van 9 juli 2020

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] wonende te [adres]

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur,

en

de Minister voor Rechtsbescherming,

de Minister.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV), inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (WAZ), premie Ziekenfondswet (Zfw) en naheffingsaanslagen omzetbelasting (OB) voor de daarbij vermelde jaren, belastbare inkomens, bijdrage-inkomens, premie-inkomens en belastingbedragen opgelegd, en ook bij de belastingaanslagen de volgende boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente (tot en met het jaar 2011), beschikkingen belastingrente (vanaf het jaar 2012), beschikkingen revisierente en verliesbeschikkingen gegeven:

Zaaknr.

Aanslagnr.

Middel

Jaar

Inkomen

Belastingbedrag

Boete

Rente

Revisierente

Verliesverrekening

17/6594

W37

WAZ

2003

€ 22.725

€ 851

€ 288

17/6595

S37

Zfw

2003

€ 22.044

€ 893

€ 446

€ 407

17/6596

H67

IB/PVV

2006

€ 57.287

€ 16.079

€ 8.039

€ 6.235

17/6597

W67

Zvw

2006

€ 30.015

€ 409

€ 204

€ 150

17/6598

H86

IB/PVV

2008

€ 8.420

€ 0

€ 57

€ 805

€ 8.420

17/6599

H87

IB/PVV

2008

€ 36.966

€ 10.509

€ 5.254

€ 3.060

€ 805

€ 14.478

17/6600

W87

Zvw

2008

€ 31.231

€ 650

€ 325

€ 189

17/6601

H97

IB/PVV

2009

-€ 32.462

€ 0

€ 156

17/6602

H96

IB/PVV

2009

-€ 12.673

-€ 894

€ 77

17/6603

H06

IB/PVV

2010

-€ 23.473

€ 0

17/6604

W06

Zvw

2010

€ 14.863

€ 735

€ 85

17/6605

W97

Zvw

2009

€ 25.926

€ 1.244

€ 622

€ 300

17/6606

H1601

IB/PVV

2011

-€ 12.417

€ 36

€ 3

17/6607

W16014

Zvw

2011

-€ 8.509

€ 0

Zaaknummer 17/6605 betreft de navorderingsaanslag Zvw 2010 (W07). Deze aanslag is echter nooit opgelegd. De rechtbank gaat er met partijen vanuit dat bedoeld is de

navorderingsaanslag ZVW 2009 (W97) en merkt het bezwaar, de uitspraak hierop en het beroep aan als zijnde gericht tegen de laatstgenoemde aanslag.

Zaaknr.

Aanslagnr.

Middel

Tijdvak

Belastingbedrag

Boete

Rente

17/6608

F.01.9502

OB

2009

€ 9.858

€ 4.929

€ 1.414

17/6609

F.01.0502

OB

2010

€ 7.479

€ 3.739

€ 1.188

17/6610

F.01.1502

OB

2011

€ 6.092

€ 3.046

€ 1.045

17/6611

F.01.2502

OB

2012

€ 8.561

€ 4.280

€ 1.269

1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 23 augustus 2017 de (navorderings-/naheffings)aanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 2 oktober 2017, ontvangen bij de rechtbank op 3 oktober 2017, beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 168.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft vóór de zitting een nader stuk ingediend, waarvan door de griffier een afschrift aan de inspecteur is verstrekt.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 mei 2020 te Breda. Van de zitting is een proces-verbaal gemaakt. Voor een overzicht van de personen die op de zitting zijn verschenen en voor een overzicht van wat op de zitting is besproken, verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van de zitting. Een afschrift van het proces-verbaal van de zitting is tegelijk met een afschrift van deze uitspraak aan partijen verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende dreef in de onderhavige jaren een onderneming in de vorm van een eenmanszaak onder de naam [bedrijf] . De activiteiten bestonden uit de handel in motor- en fietscrossonderdelen. Belanghebbende verkocht de artikelen tijdens de motorcrosswedstrijden van zijn zoon en op eBay . Belanghebbendes zoon nam tot zijn ongeval in 2006 deel aan nationale-en internationale wedstrijden. De verkoop tijdens de wedstrijden was voornamelijk in contanten. Voor de verkoop op eBay werd naast betaling via bankoverschrijving gebruik gemaakt van het betaalsysteem PayPal . Aan het PayPal -account was een Duitse Postbankrekening met het nummer 754.208.853 (hierna: de Postbankrekening) gekoppeld. Van de Postbankrekening werden regelmatig contante bedragen opgenomen en op belanghebbendes Nederlandse bankrekening werden regelmatig contante bedragen gestort. De eBay -winkel beschikt vanaf 2003 over minimaal 9.000 recensies.

2.2.

Volgens de overzichten van de Postbankrekening heeft belanghebbende de volgende bedragen ontvangen:

Voor 2009 (2e helft) € 75.268

Voor 2010 € 58.716

Voor 2011 € 49.060

Voor 2012 € 64.933

De door belanghebbende ontvangen bedragen zijn inclusief omzetbelasting en inclusief de door de koper aan belanghebbende betaalde verzendkosten.

2.3.

Belanghebbende heeft over de jaren 2003 tot en met 2012 de volgende bedragen aan de belastbare winst, belastbaar inkomen en omzet aangegeven:

Jaar

Belastbare winst

Belastbaar inkomen

Omzet

2003

€ 7.903

€ 11.478

2004

€ -2.478

€ 695

2005

€ -2.668

€ 3.772

2006

€ 20.714

€ 25.200

2007

€ 27.615

€ 33.181

2008

€ -10.285

€ 8.420

2009

€ -19.789

€ -32.462

€ 25.019

2010

€ -10.534

€ -32.743

€ 12.151

2011

€ -22.341

€ -26.249

€ 6.820

2012

€ -9.611

€ -15.063

€ 14.553

2.4.

In 2008 en 2009 is in de loods van belanghebbende een hennepplantage aangetroffen. Belanghebbende is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. In zijn aangifte IB/PVV over 2008 en 2009 heeft belanghebbende geen inkomsten uit de hennepplantage of de verhuur van de loods aangegeven.

2.5.

Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld voor de IB/PVV over de periode 2003 tot en met 2012 en voor de OB over de periode 2009 tot en met 2012. Een afschrift van het controlerapport van 20 oktober 2016 behoort tot de gedingstukken. Naar aanleiding van het onderzoek zijn de belastbare winsten en inkomens als volgt gecorrigeerd:

Jaar

Belastbare winst

Belastbaar inkomen

2003

€ 17.799

€ 22.044

2004

€ 13.862

€ 17.180

2005

€ 21.493

€ 28.089

2006

€ 52.801

€ 57.287

2007

€ 56.530

€ 62.096

2008

€ 18.261

€ 36.966

2009

€ 16.647

€ 3.974

2010

-€ 1.264

-€ 23.473

2011

-€ 8.509

-€ 12.417

2012

€ 0

-€ 5.452

De naheffingsaanslagen omzetbelasting over de correcties over de jaren 2009 tot en met 2012 zijn als volgt:

Jaar

Meer ontvangsten

OB

Bedrag naheffing

2009

€ 51.884

19%

€ 9.858

2010

€ 39.399

19%

€ 7.479

2011

€ 32.062

19%

€ 6.092

2012

€ 43.886

19,5%

€ 8.561

2.6.

Op 9 april 2014 heeft de inspecteur een informatiebeschikking afgegeven, omdat belanghebbende van de eBay -winkel een groot aantal gegevens niet

heeft verstrekt. Belanghebbende is hiertegen in bezwaar en beroep gegaan. Nadat de inspecteur te kennen had gegeven alsnog aan belanghebbendes bezwaren tegen de informatiebeschikking tegemoet te komen, heeft belanghebbende het beroep op 5 september 2016 ingetrokken.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

a. Is de verlengde navorderingstermijn van artikel 16 AWR, vierde lid, van toepassing?

b. Is de inspecteur voldoende voortvarend geweest met het opleggen van de navorderingsaanslagen?

c. Is de navorderingsaanslag over het jaar 2008 tijdig opgelegd?

d. Zijn de aanslagen terecht en tot de juiste bedragen vastgesteld?

e. Heeft belanghebbende niet de vereiste aangiften gedaan?

f. Zijn de vergrijpboeten terecht opgelegd?

Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en de inspecteur bevestigend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken en op de zitting.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en de (navordering-/naheffings)aanslagen en rente-en boetebeschikkingen. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing