Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-02-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:458, AWB - 18 _ 3867

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-02-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:458, AWB - 18 _ 3867

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
5 februari 2020
Datum publicatie
21 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2020:458
Zaaknummer
AWB - 18 _ 3867
Relevante informatie
Wet waardering onroerende zaken [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-01-2024] art. 28

Inhoudsindicatie

Artikel 28 Wet waardering onroerende zaken. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte aangenomen dat de indiener van het beroep als medebelanghebbende recht had op een WOZ-beschikking van de woning. Het belang dat eiser de WOZ-beschikking wil gebruiken als bewijsmiddel in een eventuele juridische procedure tegen een bewindvoerder, acht de rechtbank geen (relevant) belang in de zin van artikel 28 van de Wet WOZ. De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien door de beschikking te herroepen en het verzoek van eiser alsnog af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 18/3867

uitspraak van 5 februari 2020

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van Sabewa Zeeland, de heffingsambtenaar.

De bestreden uitspraak op bezwaar

Zitting

Rechtsmiddel