Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:5989, AWB - 20 _ 5499
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:5989, AWB - 20 _ 5499
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 2 december 2020
- Datum publicatie
- 4 januari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2020:5989
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 5499
Inhoudsindicatie
Artikel 4:17 Awb. Ingebrekestelling. Tweewekentermijn.
De rechtbank acht het mogelijk dat een betrokken belanghebbende een bestuursorgaan (materieel) een langere termijn dan twee weken gunt voordat het bestuursorgaan een dwangsom verschuldigd is. Het moet dan wel voldoende duidelijk zijn dát de belanghebbende heeft willen afwijken van de wettelijke tweewekentermijn. In dit geval is de formulering in de ingebrekestelling (‘redelijke termijn, te weten binnen vijftien dagen’) weliswaar ongelukkig, maar uit die formulering alleen mocht de heffingsambtenaar niet afleiden dat belanghebbende heeft willen afwijken van de tweewekentermijn.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 20/5499
uitspraak van 2 december 2020
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [X] ,
de heffingsambtenaar.